Vrouwen in de frontlinie, en avant!
Na twee relaties met gewelddadige mannen meldde Maria Bochkareva zich in 1914 aan bij het Russische leger. Aanvankelijk afgewezen – oorlogsvoering was een mannenzaak – richtte ze zich tot tsaar Nicolaas II, die haar verzoek tot indiensttreding inwilligde. Ze schopte het tot kapitein en voerde het bevel over het ‘Bataljon des Doods’, een 300koppige, exclusief vrouwe lijke gevechtseenheid.
Bochkareva is een uitzondering, in werkelijkheid vochten tijdens de Eerste Wereldoorlog slechts weinig vrouwen mee op het slagveld. Wel namen ze massaal het werk van dienstplichtige mannen over, deden productiewerk in (munitie)fabrieken en gingen veelal achter de linies aan de slag als verpleegster.
Eenmaal bleek hoe gruwelijk veel slachtoffers de oorlog eiste, verschenen er ansichtkaarten met daarop vrouwen in uniform. Bedoeld om vaderlandsliefde te tonen, maar ook om de strijdende mannen een hart onder de riem te steken. Vaak zijn het goedogende modellen die, schalks kijkend, zin lijken te hebben in de strijd. Soms lijken ze zelfs alleen maar in het uniform te zijn gehesen om te plezieren. Kaarten door mannen voor mannen.
#MeToo bestond nog niet, wel verzetten steeds meer vrouwen zich tegen de mannelijke overheersing. Ze kregen kiesrecht, werden economisch zelfstandiger, verwierven een meer gelijkwaardige positie in de maatschappij. Feministische golven volgden elkaar op. Toch is er op het vlak van emancipatie nog veel te winnen.
Vrouwen in de frontlinie, en avant!