‘Draai de gemeenteraad binnenstebuiten’
Dirk Holemans geeft advies aan toekomstige gekozenen
Precies twintig jaar geleden legde ik de eed af als gemeenteraadslid in Gent. Dat betekende in de eerste plaats: stapels beleidsdocumenten en rapporten lezen. Ik moest een grotere brievenbus plaatsen en vrije tijd werd leestijd. Aansluitend verkende ik het pad in de raad: eerst informatieve vragen stellen in commissies, later interpellaties in de gemeenteraad. Mijn agenda liep vol met avondvergaderingen, waardoor ik merkte hoe respectloos de politieke agenda omgaat met je rol als ouder of vriend. Ondertussen leerden de mensen me kennen en kreeg ik uitnodigingen van lokale organisaties. Heel plezant dat ik op café kon vertellen hoe het zat met dat nieuwe buurtpark.
Enkele jaren later verkaste ik naar de OCMWraad, waar ik leerde hoe de lokale overheid mensen in nood bijstaat. Over partijgrenzen heen zag ik hoe mensen zich engageren in een debat over een sterk sociaal beleid. In die zin is het een dommigheid om de OCMWraad af te schaffen.
Vanaf 2012 zat ik opnieuw in de gemeenteraad en merkte ik dat de tijden waren veranderd. Sociale media maken je bereikbaar, maar ook kwetsbaar. Ondertussen bleef ik mijn rol spelen in de twee functies van de gemeenteraad. Dat is allereerst het debat en de stemming over de belangrijkste besluiten op lokaal niveau. Die komen hoofdzakelijk van het schepencollege. Daarnaast is er de controle op het beleid. Daarbij vormen de signalen van burgers en actiecomités niet zelden de aanleiding. De gemeenteraad vormt als het ware een cirkel rond het lokale bestuur, met daarbuiten de samenleving.
Die signaalfunctie is belangrijk. Maar toch voelde ik een groeiende onvrede over de positie van raadsleden. Die kent een grote valkuil: maatschappelijke vragen signaleren, beperkt zich niet zelden tot de spreekwoordelijke putjes in de weg, of het gemor van burgers met een grote mond. Zo blijft er weinig tijd over voor structurele kwesties en versterk je de stem van de kwetsbare burger niet. Het is geen verwijt, het is de aard van het beestje. De intrinsieke beperking van de huidige gemeenteraad is dat hij structureel gericht is op de middelpunt van de cirkel, op het politieke centrum.
Als ervaringsdeskundige geef ik graag drie adviezen aan diegenen die er volgend jaar aan willen beginnen.
1. Laat je niet opjutten door de sociale media. Het is niet omdat iemand op Facebook je vijf vragen stelt, dat je alles moet laten vallen. Wees hoffelijk, neem je tijd en negeer iedereen die het omgekeerde doet.
2. Verdiep je in een bepaald do mein. Het lijkt wat vruchteloos in het begin, maar na een tijdje erkennen collega’s en journalisten je expertise en contacteren ze je spontaan.
3. Heb oog voor snelle transformaties. Zelf heb ik me bijvoorbeeld vastgebeten in Airbnb. Kies het juiste moment uit en lanceer je dossier. Zo zet je iets op de maatschappelijke agenda en haal je de media.
Bovenstaande adviezen zijn belangrijk, maar volstaan niet. Je kan als lokaal mandataris nog zo je best doen, als het systeem niet mee evolueert met de samenleving, bots je op grenzen. Om de lokale democratie zuurstof te geven, zijn er drie wijzigingen nodig.
1. Maak de combinatie van het mandaat met een job en een gezin makkelijker.
Die combinatie is vooral moeilijk in grotere steden, met een begroting van honderden miljoenen euro’s. Over die begroting laten we vrijwilligers de belangrijkste beslissingen nemen, in hun vrije tijd. Dat kan nooit goed werken. Waarom organiseren we het niet zoals in Nederland, waar het een halftijds betaalde job is? Dan kan je vergaderingen overdag organiseren, zodat mensen hun mandaat goed kunnen combineren met hun gezin, vrienden en mantelzorg. Je hoeft echt niet ver te zoeken waarom het zo moeilijk is om vrouwen warm te maken voor een lokaal mandaat.
2.
Draai de gemeenteraad binnenstebuiten.
Die is nu vooral naar binnen gericht, wat botst met de burgers die zichzelf goed informeren en eigen ideeën hebben voor de toekomst. Zij vragen erkenning voor hun creatieve ideeën. In de 21ste eeuw werkt het niet meer om als raadslid louter signalen op te vangen van de burger, en om dan de desbetreffende schepen te ondervragen in de hoop een treffend antwoord te krijgen. Dat geldt zeker voor innovatieve ideeën. Juist dan zit je als raadslid vast in de kloof tussen toekomstgerichte burgers en een bestuur gefocust op de uitvoering van haar bestuursakkoord.
De gemeenteraad moet actief de dialoog met de lokale samenleving organiseren en op gestructureerde wijze burgers kansen bieden om inhoudelijk bij te dragen. Dat vereist dat er nieuwe publieke ruimtes gecreëerd worden, waar raadsleden en burgers elkaar kunnen inspireren. Het goede nieuws is dat je niet ver hoeft te zoeken voor alternatieven. Tal van Nederlandse gemeenteraden zijn ermee bezig. De Utrechtse raad formuleert de uitdaging helder: ‘De samenleving organiseert steeds meer zelf en heeft ideeën over onderwerpen waar de raad ook mee bezig is. Hoe die twee met elkaar verbinden?’
3.
Zet experimenten op en introduceer nieuwe spelregels.
Dit vergt moed en verbeelding. We hebben geen nood aan strak geregisseerde hoorzittingen, wel aan doordachte stadslabs, waar burgers aan zet zijn in interactie met raadsleden. Er liggen zoveel kansen voor het grijpen om deze vormen van collectieve intelligentie om te zetten in positieve energie.
Begin 2019 zullen de nieuw gekozenen in onze gemeentes de eed afleggen. Ik stel voor dat elke nieuwe gemeenteraad zich meteen buigt over de vraag hoe hij zich binnenstebuiten keert. Doe zoals Amersfoort, dat bewoners uitnodigde om kritisch te kijken naar de gemeenteraad. Welke vormen van democratisch samenspel zijn er mogelijk om vormen van cocreatie te realiseren? Hoe maak je democratisch werk van democreatie? Daartoe vind je in alleen al in Nederland tientallen voorbeelden.
Tot slot een paradox. Juist de goedkeuring eind december van het Vlaamse Decreet Lokaal beleid toont dat we nood hebben aan nog een nieuw decreet. Omdat het huidige geen letter vuilmaakt aan democratische vernieuwing. Dat opent perspectieven: laat de nieuwe gemeenteraden in 2019 naar hartenlust experimenteren in de hoop dat een slimme nieuwe Vlaamse regering hier in 2020 lessen uit trekt om een echt nieuw decreet op te stellen. Ja, democratische vernieuwing is een werk van lange adem. Twintig jaar is wat mij betreft een mooie periode.
Je kan als lokaal mandataris nog zo je best doen, als het systeem niet mee evolueert met de samenleving, bots je op grenzen