HET MOEDIGE MIDDEN WORDT HETER
In 52 van de 308 Vlaamse gemeenten heeft CD&V vandaag nog steeds een absolute meerderheid. Hoeveel er daarvan na de verkiezingen van 14 oktober zullen overblijven, is te bezien. Maar één ding staat vast: Aalter zal erbij zijn. In de OostVlaamse gemeente is titelvoerend burgemeester Pieter De Crem, overigens nog steeds in kartel met de NVA, onaantastbaar. Hij hoeft zich niet koortsachtig te profileren om die positie te verdedigen.
Op het nationale vlak is hij sinds 2014 niet langer vicepremier en minister van Defensie, maar slechts staatssecretaris, bovendien met een bevoegdheid, Buitenlandse Handel, die hem grotendeels onzichtbaar maakt. Dat is, zoals de zaken er nu bijliggen, het eindstation van zijn politieke carrière op het hoogste niveau.
Als hij, zoals de website Doorbraak.be vorige week meldde, in besloten gezelschap ongemeen harde woorden spreekt over de strategie van zijn partij, dan zijn het de woorden van een man die niets meer te winnen of te verliezen heeft. Die strategie, zo stelt hij, heeft de traditionele achterban in verwarring gebracht. Die weet niet meer waar de partij voor staat en voelt zich verweesd door een te linkse toonzetting.
De analyse is niet nieuw, ze wordt al sinds 2014 voortdurend van buitenaf gemaakt. CD&V geraakt niet in het reine met het verlies van haar rol als kapitein, arbiter en spelbepaler. Nu komt de kritiek, ongezouten, van binnenin. Het is geen wonder dat voorzitter Wouter Beke voor zijn doen hard ingreep. Na eerdere vergelijkbare taal van het WestVlaamse boegbeeld Hendrik Bogaert, moest hij wel een krachtig signaal geven. Het partijcommuniqué van zaterdag is striemend voor De Crem, maar zijn woorden verdampen daardoor niet.
In De zevende dag gaf vicepremier Kris Peeters toe dat de boodschap bijzonder pijnlijk was aangekomen bij de partijtop. Op korte termijn moet De Crem, net als Bogaert, inbinden. Maar beiden staan nu wel op de kaart als kenners van het christendemocratische hartland die als eersten zo luid waarschuwden voor de mismatch tussen de partij en haar kiezers.
In een machtspartij als CD&V wordt het vroegtijdige brengen van slecht nieuws zelden beloond. Maar ook in de top van de Beweging, de voorheen almachtige zuil, wordt de kritiek op de aanpak en de communicatie van Beke luider. Zowel de linker als de rechterflank van de voormalige marktleider houdt de twijfel over de gevolgde koers niet langer binnenskamers. In het moedige midden stijgt onmiskenbaar de temperatuur.
Communiqué is striemend voor De Crem, maar zijn woorden verdampen niet