Belgisch mijnbouwproject in diepzee onder vuur
De baggergroep Deme staat klaar om volgend jaar als eerste de bodem van de Stille Oceaan af te schrapen op zoek naar mangaanknollen. Voorlopig bij wijze van test. Vier ngo’s vrezen voor een milieuramp.
BRUSSEL I Het klinkt als fictie uit een boek van Jules Verne, maar het is zo goed als realiteit. Commerciële bedrijven staan te popelen om met hypermoderne graafmachines en diepzeerobots tot vijf kilometer diep de bodem van de zee af te speuren naar kostbare mineralen.
2,5 keer België
Wereldwijd is er al een oppervlakte zo groot als Europa via dure concessies toegewezen aan de diepzeemijnbouw. Voorlopig wordt er alleen nog maar aan exploratie gedaan. Maar fase twee, de ontginning, komt snel dichterbij. En het is een Belgisch bedrijf dat daarbij het voortouw neemt.
Met een schaalmodel van een van zijn hypermoderne zeerobots gaat de Belgische Demedochter GSR in april volgend jaar gedurende vier tot vijf dagen de bodem van de Stille Oceaan afschrapen op zoek naar mangaanknollen in zowel de Belgische als de Duitse concessies. Die zitten vol kostbare mineralen zoals nikkel, koper en kobalt.
Deme kreeg, met steun van de Belgische overheid, vier jaar geleden via de Verenigde Naties een van de 27 concessies in de zogeheten ClarionClippertonzone toegewezen. Het gaat om een diepzeemijnveld van 76,728 km2 – 2,5 keer de oppervlakte van België – in het oosten van de Stille Oceaan, ergens in het niemandsland tussen Hawaï en Mexico.
Impact op milieu
Aan ontginning wordt tijdens de diepzeetest van DemeGSR nog niet gedaan. Toch is dit een belangrijke stap. Want de test zal gemonitord worden door een wetenschappelijk schip dat zich bij het testgebied zal bevinden, als deel van een JPI Oceansresearch project dat mee gefinancierd wordt door de Belgische overheid. En dit is niet alles. Volgens internationale richtlijnen van de toezichthouder ISA (International Sea Authority), een instelling van de Verenigde Naties, moet DemeGSR exact een jaar voor de test een milieueffectrapportage (MER) indienen over het grensverleggende project. Dat is uiterlijk op 1 april.
Een moment waarop heel wat Belgische ngo’s met ongeduld zitten te wachten. Zij waarschuwen al jaren voor een milieuramp. De diepzee is een van de laatste plaatsen op de planeet waar de menselijke invloed beperkt blijft en de natuur niet wordt verstoord. Daaraan raken, is volgens hen gevaarlijk.
Het Midasonderzoek, waar ook UGent aan meewerkte, toont aan dat diepzeemijnbouw rampzalig kan zijn voor de bijzondere diepzeenatuur. Door de specifieke
levensomstandigheden (geen licht, hoge druk) leven er organismen die je nergens anders vindt. Diepzeemijnbouw zal het leefgebied van die vaak mysterieuze wezens vernietigen, waarschuwen de wetenschappers.
Deme buigt
Om de verwachte milieuimpact te controleren, vroegen de ngo’s aan Deme om het milieueffectrapport publiek te maken. Na lang aarzelen is Deme bereid dat te doen. ‘Na een workshop met de overheid en alle betrokken partijen, zal het rapport online worden gezet en is er een inspraakmoment voorzien’, reageerde het bedrijf per email op onze vragen.
‘Dat is goed nieuws, maar het is slechts een eerste stap’, reageert Ann Dom van de ngo SeasatRisk. ‘Mogelijk komt dat te laat. Normaal organiseer je eerst publieke inspraak en dien je pas achteraf een MERrapport in. Niet omgekeerd. Dat MERrapport zal namelijk dienen als belangrijkste ondersteuning van de beslissing van de internationale VNorganisatie ISA.’
Samen met drie andere ngo’s – Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt en WWF België – wil Dom druk zetten op de Belgische en internationale overheden om de lat voor de milieuvoorwaarden voor diepzeemijnbouw zo hoog mogelijk te leggen. Want ook over de economische noodzaak van diepzeemijnbouw hebben de vier ngo’s grote twijfels. Volgens hen zijn er genoeg mogelijkheden om de kostbare metalen elders op te delven of via recycling te recupereren. Ze eisen daarom dat alle financiële en andere steun voor diepzeemijnbouw wordt stopgezet.
Belangrijk daarbij is volgens Dom dat ook het Europees Parlement sinds kort op dezelfde lijn zit. ‘We zien positieve tekenen. Deze week zijn we uitgenodigd om in de Belgische delegatie bij het ISA te zetelen. Al moeten we dat wel zelf betalen. Het is nu of nooit. De test van Deme volgend jaar zal een belangrijk precedent vormen voor andere projecten.’
Ook over de economische noodzaak van diepzeemijnbouw hebben de ngo’s grote twijfels. Er zijn genoeg mogelijkheden om de kostbare metalen elders op te delven of via recycling te recupereren