WAT TRUMP VAN NIXON LEERDE
In de voorbije week – eigenlijk in het voorbije jaar – heeft president Donald Trump de ene politieke regel na de andere gebroken. ‘Toen ik een conservatief werd’, vertelde een prominent lid van een denktank in Washington me, ‘dacht ik dat conservatisme voor vrije handel stond, fiscale verantwoordelijkheid en persoonlijke integriteit.’ Hij had er een kordate houding tegenover dictators aan kunnen toevoegen.
Om eerlijk te zijn is Trump niet de eerste Republikeinse president die invoerrechten oplegt, een enorm begrotingstekort heeft en bereid is om met een communistische tiran te praten. (Ik ben er wel vrij zeker van dat hij de eerste is die door een pornoster voor het gerecht wordt gedaagd, maar laten we het niet over Stormy Daniels hebben.) Zowel Richard Nixon als Gerald Ford legden in naam van de nationale veiligheid invoerrechten op. Zowel Ronald Reagan als George W. Bush hadden zware begrotingstekorten. En als Trump naar Pyongyang gaat, zal dat een onmiskenbare echo zijn van Nixons beroemde reis naar Peking in 1972.
Toch zijn bijna alle politieke commentatoren het erover eens dat Trump alle regels breekt. Met een heffing van 25 procent op de import van staal en 10 procent op aluminium, treft hij niet alleen alle sectoren van de Amerikaanse economie die van die import afhankelijk zijn, maar dreigt hij ook de wereld in een protectionistische handelsoorlog mee te slepen.
Door in te stemmen met een ontmoeting met de NoordKoreaanse dictator Kim Jongun loopt hij in een val die andere presidenten verstandig genoeg hebben ontweken, want Kim zal een diplomatieke overwinning opeisen: ‘Kijk, wereld, de oude sukkel behandelt mij als een gelijke!’ En zal zich daarna niet aan de afspraken houden, naar het voorbeeld van zijn vader in de jaren 90.
Voor door de wol geverfde waarnemers van het leven in Washington is dit echt schokkend. Het schokkendste is niet zozeer het beleid zelf maar de manier waarop het tot stand komt. Het vertrek van Gary Cohn, Trumps economische adviseur, vorige week, was slechts het laatste in een lange reeks van exits uit het Witte Huis. Dat is niet normaal. Het is de bedoeling dat in het tweede jaar van een regering de volwassenen aan het stuur zitten.
Je moet wel toegeven dat Trump tot zelfspot in staat is. Zijn toespraak op het diner van de Gridiron Club, vorig weekend, had uit de mond van Alec Baldwin kunnen komen, in diens nieuwe carrière als Trumpimitator in Saturday night live. ‘Ik sluit rechtstreekse gesprekken met Kim Jongun niet uit’, zei Trump. ‘Dat doe ik echt niet. Met een gek onderhandelen, is natuurlijk gevaarlijk, maar dat is zijn probleem, niet het mijne.’ Hij grapte ook over zijn schoonzoon: ‘Neem me niet kwalijk dat ik u heb laten wachten, de beveiliging wilde Jared niet binnenlaten.’
En Trump contrasteerde zijn huidige baan met zijn vorige rol als gastheer van The apprentice: ‘In de ene baan moest ik een zootje ongeregeld managen, figuren die elkaar naar het leven stonden, wanhopig graag op de televisie wilden komen, totaal onvoorbereid waren op hun rol en hun werk, en elke week bang waren dat ze aan de deur zouden vliegen. En in de andere was ik gastheer van een succesvolle televisieshow.’
‘Er zijn zoveel mensen uit het Witte Huis vertrokken’, vervolgde de president. ‘Het is spannend en stimulerend … ik hou van chaos. Wie zal de volgende zijn? Steve Miller of Melania?’
Dit is een man die het heerlijk vindt om de regels te breken. Want dat is hoe hij regeert.
Onthoud ook dat Trump tussen de grappen door precies vertelde wat hij met NoordKorea van plan was. ‘Een paar dagen geleden zeiden ze dat ze willen praten, en ik zei, dat willen wij ook, maar je moet stoppen met die bommen, je moet stoppen met die bommen. We zullen zien hoe het verder gaat … We zullen elkaar ontmoeten en we zullen zien of er iets positiefs van komt.’ Grappig genoeg begreep niemand in de media dat het geen grap was.
Het kan natuurlijk de complete afgang worden die de critici van de president tot vervelens toe voorspellen. Maar durf eens te denken dat een toekomstige historicus op een mooie dag het volgende zou schrijven: ‘President Trump had geen ervaring met het buitenlandbeleid, maar zag snel in hoe rampzalig zijn voorganger de NoordKoreaanse nucleaire dreiging had aangepakt. Hij zette Pyongyang zwaar onder druk, direct met nieuwe door de VN bekrachtigde sancties en indirect door China met militaire actie of een handelsoorlog te bedreigen. In maart 2018 verhoogde hij de druk door nieuwe invoerrechten op staal en aluminium aan te kondigen. Die maatregel zou de bondgenoten van Amerika meer pijn doen dan China, maar Peking begreep de boodschap. Xi Jinping wist dat een handelsoorlog van de VS tegen China schadelijker zou zijn voor China dan voor de VS, omdat hij de Chinese export naar Amerika met wel 20 procent zou kunnen verlagen.’
‘De critici van de president waren verbijsterd toen de VS en NoordKorea in 2019 in Pyongyang een verdrag over de beperking van strategische kernwapens ondertekenden, en stonden perplex toen de VS en China in 2020 een handelsovereenkomst sloten waarin China zich verbond tot de opheffing van het bilaterale handelstekort tegen het einde van Trumps tweede ambtstermijn.’
Zou het kunnen? Het lijkt vergezocht – en sommige lezers zullen het interpreteren als een onverdedigbare verdediging van een man die zich niets aantrekt van de regels. Maar ik zei het al, in augustus 1971 belastte Nixon bijna alle import met 10 procent. In 1972 ging hij naar Peking. In november van dat jaar werd hij met een verpletterende meerderheid herkozen.
Trump is niet de eerste Republikeinse president die invoerrechten oplegt en bereid is om met een tiran te praten