Anne Teresa De Keersmaeker over seksisme in de danswereld
‘We beleven een kantelmoment’
Vorige week was de artistiek leider van Rosas en dansschool Parts als een van de weinige grote choreografen aanwezig bij de lancering van de antiseksismecampagne Engagement, een initiatief van een grote groep danseressen die in België werken (dS 7/3). Tussen de repetities van Achterland en de Brandenburgse Concerten door, wou De Keersmaeker zich graag uitspreken over het grensoverschrijdend gedrag in ‘haar’ danssector – ook al geeft ze toe dat ze wat nerveus is voor dit gesprek.
Kende je de anonieme getuigenissen al die de danseressen tijdens die lancering voorlazen? Of was je toch nog verbaasd over hun vaak heftige verhalen?
‘De details kende ik uiteraard niet, maar ik kan me helaas wel voorstellen dat dit soort zaken gebeuren. Trouwens, zo anoniem zijn die verhalen niet: iedereen weet over welke choreografen het gaat. De Belgische danswereld is klein.’
De danseressen wijzen vooral richting de mannelijke choreografen die net als jij in de jaren tachtig zijn begonnen. Heb je jouw generatiegenoten hier ooit al over aangesproken?
‘Ik zie die mensen weinig, om het zo te zeggen. En nu deze verhalen boven water komen, zou ik hen al moeten opbellen als ik het er met hen over wil hebben. Ik zit niet in een positie om mensen te beschuldigen, laat staan publiek. Als de danseressen dat wel willen, moeten ze dat vooral doen op een open en eerlijke manier. Want op dit moment kunnen de geviseerde choreografen geen weerwoord bieden, wat niet erg rechtvaardig is. Het enige waar ik zelf voor kan zorgen, is dat binnen Rosas en Parts alles op een correcte manier verloopt.’
Het zou toch een sterk signaal zijn als iemand met jouw bekendheid naar buiten komt met een statement tegen seksisme, zoals je al eerder deed rond genetisch gemanipuleerde organismen of, na de aanslagen in Brussel, over het wanbestuur in deze stad?
‘Dat wil ik bij deze doen. Bepaalde kunstenaars moeten hun gedrag veranderen. Er moet ook een plek komen waar danseressen die slachtoffer zijn terechtkunnen. Zo’n sensibiliserende campagne als Engagement moedig ik aan. Tegelijk wil ik ook voorzichtig zijn: als ik hun voorstel lees om choreografen die seksistische
‘Zo anoniem zijn die verhalen niet: iedereen weet over welke choreografen het gaat. De Belgische danswereld is klein’
‘Ik ben met ontoelaatbaar gedrag geconfronteerd op de balletschool, toen ik vijftien à zestien jaar was’
beelden in hun werk zouden gebruiken te straffen in hun subsidies, vind ik dat toch best een zorgwekkende oproep.’
Twee jaar geleden was er bij Parts ook een probleem met een dansdocent die volgens een studente fysiek over de schreef ging. Hoe zijn jullie daar toen mee omgegaan?
‘We hebben dat besproken met alle betrokkenen en ik heb aan de persoon in kwestie heel duidelijk gemaakt dat zijn gedrag ontoelaatbaar was. Sindsdien zijn we gaan kijken hoe we zulke zaken in de toekomst kunnen voorkomen. Bij Parts zullen enkele exstudenten als vertrouwenspersoon fungeren. Ook bij Rosas hebben we het personeel een vertrouwenspersoon laten aanduiden.’
Waar ligt de grens? Kan een relatie tussen een dansdocent en student bijvoorbeeld wel?
‘We moeten opletten dat we niet alles op eenzelfde hoop gooien. Sexual harassment is iets helemaal anders dan relaties tussen een docent en student. Er zijn veel voorbeelden, ook uit het theater, waarbij zo’n koppel later zelfs trouwt. Als directeur of werkgever is er een limiet in hoeverre je kunt ingrijpen in het privéleven van de mensen die voor je werken.’
‘Het is vaak erg moeilijk om aan te duiden waar de grens van het toelaatbare ligt. Die is ook voor interpretatie vatbaar. In het geval van de Partsdocent moest ik vaststellen dat sommige medestudenten het voorval interpreteerden als een overgevoeligheid van die studente.’
Heb je zelf ooit grensoverschrijdend gedrag ervaren, bijvoorbeeld als jonge studente aan de Brusselse dansschool Mudra of tijdens je studies in New York?
‘Persoonlijk heb ik er in die scholen nooit mee te maken gekregen, nee. Al herinner ik me wel nog precies de relaties die choreograaf Maurice Béjart op Mudra had met mannelijke dansstudenten. Ik ben wel met ontoelaatbaar gedrag geconfronteerd op de balletschool, toen ik vijftien à zestien was. Na een les raakte ik niet meer thuis. De lerares bood me aan om bij haar te blijven slapen. ’s Nachts kreeg ik visite van haar echtgenoot, die bij mij in bed kwam liggen terwijl ik sliep. Eerst bleef ik onberoerd liggen, daarna duwde ik hem uit bed. Ik heb er nooit wat van durven te zeggen, niet tegen mijn lerares en ook niet tegen mijn ouders. Ik moet toegeven dat ik bang was dat ik niet meer naar de balletschool zou mogen gaan. Nu, voor mij is dit zeker geen traumatische ervaring geweest. Al kan ik me wel inbeelden dat dat voor andere meisjes wel het geval was, want later hoorde ik dat er een patroon in zat.’
Kreeg je tijdens je carrière vaak te maken met seksisme?
‘Dat gebeurde. Opmerkingen van mannelijke collega’s, zoals “Ik kan harder werken dan jij want ik heb geen kinderen”. Of een mannelijke choreograaf die me onlangs zei na een voorstelling waarin ik danste: “In feite heb je nog wel een mooi kontje.” Op zich haal ik daar mijn schouders voor op. Maar waar ik wel een probleem mee heb, is dat die man hiermee níét zei: “Anne Teresa, je hebt mooi gedanst.” En dat hij met die “in feite” bedoelde “Voor een vrouw van jouw leeftijd”, maar dat niet durfde te zeggen. Dat soort van machistisch gedrag, daar moeten we vanaf.’
Zie je dat ook gebeuren?
‘Het is tijd voor een mentaliteitswijziging, en niet alleen in de dans. Dertig jaar geleden wou ik mezelf geen feministe noemen. Nu doe ik dat wel, omdat ik vind dat de vrouwenrechten er de laatste decennia veel te weinig op vooruit gegaan zijn. Een eeuw na de suffragettes is er nog steeds een grote ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. In de eerste plaats sociaal, om niet te spreken van de andere gruwelijke onrechten die vrouwen worden aangedaan, zoals genitale verminking en steniging, of het feit dat de grote leiders op deze wereld openlijk vulgaire machistische uitspraken doen die door vele mensen aanvaard worden. Maar tegelijk zie je dat vrouwen meer en meer opstaan en voor verandering pleiten, zoals recent nog op de Oscars. We zitten op een kantelmoment. Al moet er nog veel gebeuren vooraleer mannen en vrouwen overal ter wereld in gelijkwaardigheid kunnen samenwerken, iets wat ik, in alle bescheidenheid, bij Rosas en Parts van in het begin hoog op de agenda heb gezet. Dit is nog maar het begin van verandering.’