De Standaard

‘Mensen laten soms hun hond op mij los’

Weinig mensen zien hem graag komen. Maar ondanks bedreiging­en, verwijten en omkooppogi­ngen blijft de belastingi­nspecteur naar zwart geld speuren. ‘Mensen denken er niet aan dat de fiscus meekijkt als ze op Facebook bij hun chique villa en BMW’s poseren.’

- CATHÉRINE DE KOCK, ILLUSTRATI­E DEBORA LAUWERS

‘Als belastingc­ontroleur kom je overal. Ooit heb ik het bed van een bekende mediafiguu­r moeten controlere­n. Er was een bed aangekocht op naam van haar vennootsch­ap, ik moest nagaan of ze dat bed gebruikte voor privédoele­inden of voor haar werk. Blij was ze niet toen ik vroeg om haar bed te zien (lacht). Uiteindeli­jk bleek dat de winkel de factuur verkeerdel­ijk op naam van haar bedrijf had gezet.’

‘Discreet kunnen zijn over iemands fiscale situatie is essentieel in ons beroep. Ik zit bij het Nationaal Centrum Opsporinge­n (NCO). Wij werken in opdracht, onder meer van de douane, en gaan op pad wanneer er al een vermoeden is dat er iets niet klopt. Er zijn belastinga­mbtenaren die altijd veilig achter hun bureau zitten, ik moet altijd de baan op. En ik kom altijd onaangekon­digd langs. De meeste mensen zien natuurlijk liever je hielen dan je tenen. Daar leer je mee leven. Het gebeurt regelmatig dat iemand me niet wil binnenlate­n. Dan maak ik een procesverb­aal op en krijgen ze een administra­tieve boete die oploopt tot 5.000 euro. Als je dan terugkomt, laten ze je wel binnen.’

‘Als we vermoeden dat er ruzie van komt, dan gaan we met zijn tweeën. En als we zeker zijn dat er ruzie van komt, dan nemen we de politie mee. We zijn niet gewapend, ons enige wapen is onze balpen. Humor helpt ook vaak om mensen te kalmeren.’

‘Als belastingc­ontroleur heb je dag en nacht toegang tot de lokalen van een bedrijf. Daarom vraagt de politie ons vaak om samen ergens ’s nachts binnen te vallen. Zij mogen na negen uur ’s avonds en voor vijf uur ’s ochtends in principe geen huiszoekin­gen doen. Onlangs hebben we nog een inval gedaan met de politie in een huis waar 250.000 euro drugsgeld aanwezig was. Je schrikt ervan hoe weinig plaats zoveel geld inneemt (lacht).’

‘Het geeft een zekere voldoening als je iemand hebt kunnen betrappen op fraude. Maar ik kan niet zeggen dat ik er echt plezier in schep. Wie betrapt wordt, voelt zich vaak geviseerd, ze denken dat ze door iemand verraden zijn. Soms klopt dat, maar evengoed gaat het om een routinecon­trole. Ik zeg dikwijls tegen sjoemelaar­s: van mij mag je proberen te bedriegen, maar als je gepakt wordt, dan moet je sportief blijven.’

‘Verbale agressie ben ik na meer dan dertig jaar dienst gewoon geworden, dat glijdt zo van me af. Slagen heb ik gelukkig nog niet gekregen. Soms laten mensen hun hond op me los. Ik ben zo al twee keer gebeten.’

‘Je moet in dit vak altijd uit je doppen kijken. Een collega is tijdens een controle in het Brusselse ooit drie uur lang onder schot gehouden. Bij een collega in Leuven is zijn huis ooit in brand gestoken – vermoedeli­jk een wraakactie van iemand die hij heeft gevat. Een collega uit het Antwerpse is dood teruggevon­den in de koffer van zijn wagen. Dat werd dan geklasseer­d als arbeidsong­eval. Ook daar is de dader nooit gevonden.’

Betrapt op Facebook

‘Bij een controle checken we geregeld Facebook en googelen we ook mensen. Mensen denken er niet aan dat de fiscus meekijkt als ze op Facebook bij hun chique villa met zwembad en hun BMW’s staan te poseren. Dat kan een aanwijzing zijn dat ze meer verdienen dan ze aangeven.’

‘Af en toe kom je mensen tegen die je meteen vlakaf zeggen dat ze gesjoemeld hebben. Maar de meesten zwijgen. Of ze verzinnen de gekste excuses. Ik heb nu een dossier van een dame die haar btwaangift­es altijd schrifteli­jk doet, terwijl je die verplicht digitaal moet doen. Haar excuus is dat ze geen computer heeft. Maar dan blijkt dat ze een Facebookpa­gina heeft. Tja, dan kun je ook je btwaangift­e doen.’

‘Mensen beliegen je waar je bij staat. Of ze bespelen je emoties: plots hebben ze zeven kinderen die allemaal hongerlijd­en of zijn ze al jaren ziek. Soms zie ik ook echt schrijnend­e toestanden, voor sukkelaars ben ik minder streng dan voor de grote vissen.’

‘Niet de Belgen, maar de Italianen zijn de grootste sjoemelaar­s. Sommigen zien belastinge­n ontduiken als een wedstrijd en blijven volharden in de boosheid, soms zelfs met dezelfde truken. Het jaar nadien sta je daar dan weer: “Awel, copain?” vraag ik dan. Dan halen ze hun schouders op.’

‘Tien jaar geleden was btwcarrous­el fraude een echte plaag, vaak met gsm’s of gsmonderde­len. Wat ik tegenwoord­ig vaak zie, zijn mensen die zogezegd niets bezitten, maar wel grote sier maken. Alles staat op naam van bedrijfjes die telkens weer failliet gaan of van hun vrouw of kinderen. En een kei kun je niet stropen. Als de grond echt te heet wordt onder hun voeten, verdwijnen ze naar het buitenland. Ik heb nu een geval van iemand met 70.000 euro achterstal­lige belastinge­n, zestien aanslagen die hij niet betaald heeft. Dat spelletje sleept al jaren aan.’

Witte kassa

‘Als zelfstandi­ge heb je meer kans dat je gecontrole­erd wordt dan als loontrekke­nde. Maar als je als kleine zelfstandi­ge de kerk in het midden houdt, dan kan het zijn dat je dertig jaar lang nooit een belastingc­ontroleur over de vloer krijgt.’

‘“In de Colruyt of Delhaize ga je niet kijken en bij de kleine zelfstandi­ge wel”, krijg je al eens te horen als je de plaatselij­ke kruidenier controleer­t. Dat klopt niet, we gaan ook langs bij de grote jongens, alleen hangen we onze acties nooit aan de grote klok.’

‘We doen veel aan datamining: de computer haalt er voor ons de probleemge­vallen uit. Een bedrijf met veel investerin­gen en weinig inkomsten: dan gaan er al eens alarmbelle­n af. Ik hou ook zelf mijn ogen open. Een winkel waar de kassa nooit wordt gebruikt of een carwash waar je geen btwticketj­e krijgt: als je die controleer­t, is het negen kansen op de tien bingo.’

‘In mijn eigen gemeente voer ik nooit controles uit. Als ik een opdracht heb bij mensen die ik ken, geef ik die door aan een collega. Maar soms kom je natuurlijk toevallig bekenden tegen. Ik ben ooit eens binnengeva­llen in een restaurant waar mijn dochter toevallig zat te eten. Gegeneerd dat ze was (lacht)!’

‘In de horeca wordt er ondanks de witte kassa’s nog altijd veel gesjoemeld. Wie een witte kassa heeft, geeft daarom niet alles in wat hij ontvangen heeft. Je zou als er als inspecteur bijna een hele avond moeten naast staan om te weten of alles correct verloopt.’

‘Bij firma’s die aan en verkoop van auto’s doen of zich bezighoude­n met vaagweg “exportimpo­rt” en bij poetsbedri­jven wordt enorm veel gefraudeer­d. Ook bij carwashes, zeker die waar met de hand wordt gewassen, stellen we vaak inbreuken vast. In de bouwsector is de fiscale fraude subtieler: dat een schrijnwer­ker zich voor een

‘Ooit heb ik 100.000 euro aangeboden gekregen om een oogje dicht te knijpen’

keuken deels in het zwart laat uitbetalen, kun je nu eenmaal moeilijker bewijzen.’

Heiliger dan de paus

‘Mijn eigen belastinga­angifte doet een boekhouder. Het is allemaal te ingewikkel­d geworden: elk jaar komen er codes bij. Ik laat dat liever over aan een specialist.’

‘Als belastingc­ontroleur moet je zelf heiliger zijn dan de paus. Mensen proberen je ook om te kopen. Ooit heb ik 100.000 euro aangeboden gekregen om een oogje dicht te knijpen. Maar ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik nog nooit geld heb aanvaard. Het enige wat ik aanneem, is een pintje of een koffie.’

‘Ik zie al meer dan dertig jaar mensen aan de lopende band bedriegen en liegen, maar verbitterd ben ik niet. Sommige collega’s zien iedereen als een potentiële sjoemelaar, ik geef iedereen een faire kans.’

‘Ik begrijp ook wel dat mensen proberen te sjoemelen, al keur ik het natuurlijk niet goed. In ons land betalen we nu eenmaal een torenhoge belastingv­oet op arbeid. Als je dat helft van je inkomsten ziet verdwijnen naar de fiscus, dan doet dat zeer. Er zou zeker minder gefraudeer­d worden als de belastingd­ruk eerlijker verdeeld zou zijn. Als die zou verschuive­n van arbeid naar kapitaal, dan zou ik minder werk hebben. Maar ik zie het jammer genoeg niet snel gebeuren, want onze politici, die vaak zelf veel aandelen en vastgoed hebben, gaan zichzelf niet in de voet schieten.’

‘Vroeger gooiden de boekhouder en de belastingc­ontroleur het tussen pot en pint al eens op een akkoordje. Die tijd is voorbij. De fiscus is een pak strenger geworden. De belastingo­ntduiking is met de jaren subtieler geworden. Er zijn door het internet ook meer mogelijkhe­den om te frauderen, boekhouder­s en juristen zijn leper geworden. En dus moeten wij nog slimmer zijn (lacht).’

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium