We willen maar niet levenslang leren
Het blijft aartsmoeilijk om Belgische werknemers met de neus opnieuw in de boeken te krijgen. ‘Een verspilling van menselijk kapitaal’, heet het.
Zodra een Belg de schoolbanken inruilt voor het werkleven, spijkert hij zijn kennis amper nog bij. In 2016 volgde slechts 6,8 procent van de Belgische werknemers naast hun baan een permanente opleiding, meldt de Nationale Bank in haar onlangs verschenen jaarverslag. De andere van de EU15landen, de eerste vijftien van de Unie, doen het wat dat betreft stukken beter. Daar volgt gemiddeld 13,4 procent van de werkenden naast hun baan een opleiding. In landen zoals Zweden, Denemarken en Finland doet zelfs een op de vier werknemers dat.
Nadruk op competitie
‘Het is een probleem waarmee onze arbeidsmarkt al veel langer worstelt’, zegt onderwijskundige Ides Nicaise (KU Leuven). ‘Het heeft onder meer te maken met het watervalsysteem van ons secundair onderwijs, waarbij jongeren beginnen in het aso maar gaandeweg naar lagere niveaus zakken. Wie op die manier door zijn schoolse opleiding spartelt, zal tijdens zijn loopbaan nog weinig motivatie hebben om opnieuw een opleiding te volgen.’
‘In het secundair onderwijs ligt de nadruk bovendien veel te veel op het competitieve. Het plezier van het leren is er ondergeschikt geraakt aan slagen voor tests en examens. Daardoor starten veel schoolverlaters hun carrière met een afkeer van het idee om ooit nog te studeren’, vervolgt Nicaise.
Stijn Baert, professor arbeidseconomie Permanent leren is nochtans van ‘essentieel belang’, zegt de Nationale Bank.
aan de UGent, kijkt ook naar de werkgevers. ‘Veel bedrijven in ons land rekruteren nog steeds voornamelijk op basis van de diploma’s die werknemers al bezitten op de dag waarop ze solliciteren. Het is hier geen gewoonte om rekening te houden met de bereidheid van een sollicitant om op een later tijdstip extra vaardigheden te verwerven via een opleiding.’
Pensioenstelsels
Dat het erg belangrijk is om onze kennis ook tijdens de loopbaan bij te spijkeren, daar twijfelt nochtans niemand aan. De Nationale Bank noemt permanent leren zelfs ‘van essentieel belang’ voor de gezondheid van onze arbeidsmarkt. Voorts kunnen bedrijven moeilijk innoveren als hun personeel niet geneigd is ook zichzelf bij te scholen. Nicaise: ‘Het is niet alleen een verspilling van menselijk kapitaal als werknemers met brugpensioen gaan omdat ze de nieuwste ontwikkelingen op de werkvloer niet kunnen bijbenen. Al die mensen die vroeger stoppen met werken wegen op ons pensioenstelsel, waarvan we ons nu al afvragen hoe betaalbaar het nog is.’
Wat we dan kunnen doen om de bereidheid te stimuleren om bij te scholen? ‘Laat leerlingen pas op hun zestiende een keuze maken voor algemeen of technisch onderwijs, en maak komaf met dat demotiverende watervalsysteem’, zegt Nicaise. ‘Zo krijg je afgestudeerden die er zin in hebben om tijdens hun carrière te blijven bijleren.’
Baert: ‘Daarnaast moeten werknemers ervoor beloond worden als ze verdere opleidingen volgen. Het loon van veel Belgische werknemers is gekoppeld aan hun anciënniteit. In andere landen kijkt men vaker naar bijscholingen en productiviteit.’
Werkzoekenden ouder dan 55 jaar worden niet automatisch op de hoogte gebracht van geschikte vacatures. Alleen speciale VDABconsulenten verwijzen hen door naar geschikte jobs. Dat komt door een akkoord van de sociale partners, dat oudere werkzoekenden een kwaliteitsvol aanbod moest garanderen.
Nu blijkt dat die groep er ook zelf niet voor kiest om vacatures op maat te ontvangen. Online kunnen ze hun criteria aangeven, zoals hun opleiding of woonplaats. Zijn er vacatures die bij hun profiel passen, dan krijgen ze die in een email toegestuurd.
Maar van de 5.762 oudere werkzoekenden die zich tussen oktober 2016 en april 2017 bij de VDAB aanmeldden, had acht maanden na inschrijving slechts 6,7 procent zich ingeschreven voor mails op maat.
De werkzoekenden kregen wel uitleg over het systeem bij hun aanmelding, maar dat is blijkbaar niet voldoende om meer mensen over de streep te trekken. Vlaams Parlementslid Emmily Talpe (Open VLD), die de cijfers opvroeg bij minister van Werk Philippe Muyters (NVA), vermoedt dat de werkzoekenden de weg naar het digitale hulpmiddel niet vinden. ‘Het is een groep die graag wil werken, dus allicht weten ze gewoon niet dat het bestaat. We weten ook dat niet alle oudere werkzoekenden digitaal even sterk staan’, zegt ze.
Talpe vindt dat de VDAB en de vakbonden de mogelijkheid meer moeten benadrukken. En dat het akkoord tussen de sociale partners wordt aangepast, zodat ook ouderen automatisch op de hoogte gebracht worden van geschikte jobs.
‘Veel schoolverlaters hebben een afkeer van het idee om ooit nog te studeren’
IDES NICAISE Onderwijskundige KU Leuven