De Standaard

We willen alleen maar vlinders, geen rupsen

Veel mensen willen meer en wildere natuur, maar zijn niet bereid de ongemakken erbij te nemen, merkt GLENN DELIÈGE. Dat een wolf weleens achter de schapen aangaat, bijvoorbee­ld.

-

We moeten leren aanvaarden dat wilde natuur soms met onze plannen botst

Enkele weken geleden sloop de wolvin Naya het land binnen. In het Vlaams Parlement werd ze toen op hartverwar­mende wijze welkom geheten door zowat elke fractie. Het was een hele opluchting: niemand betwistte dat de wolf een rechtmatig­e plaats heeft in het Vlaamse landschap. Maar afgelopen weekend werd pijnlijk duidelijk waar die plaats zich nu precies situeert. In Opoeteren sneuvelde een tweede wolf onder de wielen van een auto (DS 12 maart).

Als we willen vermijden dat ons land, zoals Lieven De Schamphela­ere in Knack stelt, ‘het wolvenkerk­hof van Europa’ wordt, zullen we nog grote inspanning­en moeten leveren. Zoals groene zones meer en beter verbinden en robuuste natuurgebi­eden aanleggen. Anders klinken onze mooie welkomstwo­orden maar hol. Maar dat realiseren in het verstedeli­jkte Vlaanderen vraagt veel meer politieke moed dan een jubelende verklaring in het parlement.

Zonder modder

Het probleem is dat de nieuwe wilde natuur van wolven, maar ook die van bevers en everzwijne­n, niet alleen op het vlak van infrastruc­tuur een inspanning zal vragen. In Moeder natuur naakt laat Jan Desmet zien hoe bijna iedereen best te vinden is voor meer en zelfs wildere natuur, maar tegelijk zo goed als iedereen er de grootste moeite mee heeft als die natuur niet in de pas wil lopen. Om hem te parafraser­en: iedereen wil vlinders, maar niemand wil rupsen.

Steun voor de ongetemde natuur brokkelt snel af wanneer die ook onaangenam­e kanten blijkt te hebben. De natuur hoeft daarvoor niet eens zo wild te zijn. In een natuurgebi­ed hier om de hoek werd bij de opening van een nieuw knuppelpad gejubeld dat iedereen voortaan de dotterbloe­men zou kunnen bewonderen zonder modder aan de schoenen.

Natuurbesc­hermers zijn zich doorgaans bewust van dat risico. Daarom putten ze zich uit om aan te geven dat we niets te vrezen hebben van de wolf. Enkele schapenboe­ren kunnen minimale schade oplopen, maar ze kunnen zich gemakkelij­k beschermen met herdershon­den of schrikdraa­d. Mocht dat falen, dan worden ze nog altijd ruimschoot­s gecompense­erd.

Maar die opmerkinge­n gaan volgens mij voorbij aan de kern van het probleem. We zijn het niet meer gewoon dat er in onze natuur nog andere spelers rondlopen die het landschap op grote schaal veranderen. Bevers doen in een handomdraa­i ettelijke hectaren onderlopen, een everzwijn woelt in één nacht je hele tuin om en een wolf gaat weleens achter de schapen aan. Als je daar het slachtoffe­r van bent, slaat het initiële enthousias­me al snel om in afkeer. Dat geldt overigens niet alleen voor boeren of siertuinie­rs. Je zal maar de natuurbehe­erder zijn die decennia van maaiwerk in een schraal grasland ziet verdwijnen onder centimeter­s vruchtbaar beekdrab.

Beer op het dorpsplein

Toen ik enkele jaren geleden op bezoek was bij een vriend uit de Canadese Rockies, vertelde hij dat afgelopen herfst een zwarte beer was komen slapen op het dorpsplein. ‘Wat doe je in zo’n geval?’, vroeg ik. ‘Je vermijdt het dorpsplein even’, was het laconieke antwoord. Als we meer en wildere natuur willen, dan moeten we ook bereid zijn de ongemakken erbij te nemen. De natuur laat zich niet wrijvingsl­oos invoegen in ons landschap. We moeten opnieuw leren aanvaarden dat ze soms met onze plannen botst. Een pleidooi voor meer en wildere natuur is onvolledig zonder een pleidooi voor tolerantie voor die ongemakken.

Bovendien moeten we daarbij oog houden voor de spreiding van de lusten en de lasten. In Duitsland is er bijvoorbee­ld wikiwolves (www.wiki wolves.org), een platform dat vrijwillig­ers in contact brengt met (schapen)boeren die zich bedreigd voelen en hen helpen om wolfbesten­dige omheininge­n te installere­n.

Het platform vertrekt vanuit de erkenning dat de terugkeer van de wolf onevenredi­g verdeelde lasten en lusten meebrengt: de een geniet van de vlinder, de ander zit met de rupsen. Bovendien zien ze dat van elkaar niet. Door boeren en wolvenvrij­willigers direct met elkaar in contact te brengen hoopt wikiwolves daarom ook wederzijds begrip te laten ontstaan, iets waar bijvoorbee­ld een louter financiële compensati­emaatregel voor verloren dieren geen oog voor heeft.

Hoe klein ook, daarmee is misschien de kiem gelegd van een warme vorm van solidarite­it, eentje waar onze natuur, landbouw en landschapp­en dringend nood aan hebben.

 ?? © Tom Palmaers ?? De tweede wolf in Vlaanderen kwam aan zijn einde toen hij in Opoeteren een weg overstak.
© Tom Palmaers De tweede wolf in Vlaanderen kwam aan zijn einde toen hij in Opoeteren een weg overstak.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium