WILLEKEUR IS EEN NEERWAARTSE SPIRAAL
Goed nieuws: maar liefst 37 procent van de Belgen heeft voldoende financiële kennis en vertoont over het algemeen verstandig financieel gedrag. Daarmee zit België boven het Europese gemiddelde, dat is een applaus waard. Het slechte nieuws is dat ruim zeven miljoen Belgen óf weinig van geldzaken begrijpen, óf onvoldoende financieel bewustzijn aan de dag leggen, óf te weinig anticiperen op de toekomst. Bij 5 procent van de bevolking is het een combinatie van die factoren, dat zijn de ‘financieel analfabeten’ (DS 12 maart).
Bij tijd en wijle hoor ik ook bij die groep analfabeten. Want hoewel ik als hoogopgeleide redelijk serieus met mijn geld omga, ben ik vaak radeloos als ik probeer chocola te maken van mijn rekeningen, als ik de duistere regels van het zelfstandigenbestaan wil doorgronden of als ik nadenk over hoe ik mens, dieren milieuvriendelijk kan consumeren en toch een zekere spaarzaamheid kan betrachten. Ondanks mijn harde werk is mijn inkomen slechts een krets hoger dan de armoedegrens, maar ik kom wel rond, op het nippertje. Het zou goed zijn als ik mijn situatie zou kunnen verbeteren, of als ik me beter zou voorbereiden op slechtere tijden, maar het is twijfelachtig of me dat zal lukken.
Ik maak mezelf altijd wijs dat ik mijn armoede zelf heb gekozen. Ik kies er zelf voor een slecht betaald beroep uit te oefenen, ik bepaal zelf de prioriteiten in mijn uitgavenpatroon, ik heb zelf besloten als zelfstandige door het leven te gaan en ik neem zelf op gezette tijden vrijaf om te voorkomen dat ik mentaal of lichamelijk kopjeonder ga. Daarmee leg ik alle verantwoordelijkheid bij mij, want dat spelden we elkaar en onszelf op de mouw: wat er ook gebeurt, je hebt het allemaal aan jezelf te danken.
Gelukkig vond ik troost in een onlangs gepubliceerde paper over de willekeur van succes. De onderzoekers stellen dat de mensen die de grootste financiële successen boeken, niet de mensen zijn met de meeste talenten, maar de mensen met het meeste geluk – wat dan wel geen nieuwe bewering is, maar volgens de academici in kwestie wel voor het eerst bewezen kon worden.
Daarbij komt dat de duivel altijd op de grootste hoop schijt, want de maatschappij investeert meer in succesvolle mensen, waardoor financiële rijkdom behalen niet alleen een loterij is, maar ook nog eens een razend oneerlijke loterij. De winnaar krijgt boven op de winst een gratis lot mee voor de volgende trekking.
De onderzoekers zeggen te hopen dat ze met hun publicatie het ‘naïeve meritocratische denken’ kunnen beteugelen: het idee dat rijke mensen rijk zijn, omdat ze nu eenmaal erg goed zijn in wat ze doen. Ook die kritiek op de meritocratie is niet nieuw. In België tekenen armoede en rijkdom zich steevast af langs dezelfde krijtlijnen: vrouwen zijn armer dan mannen, zwarte mensen zijn armer dan witte, mensen met een beperking hebben minder financiële draagkracht dan mensen zonder, en ga zo maar door. De verklaring voor die verschillen ligt niet in de talenten van de fortuinlijke groepen, maar in het feit dat we meer kansen bieden aan de mensen die lang en breed op voorsprong staan.
Zo bekeken is willekeur een neerwaartse spiraal en geluk het juiste pigment, een goede gezondheid, de juiste genen, een welgestelde afkomst, een veilige kindertijd en een geaccepteerd geloof, om maar wat te noemen. Allemaal zaken die grotendeels beïnvloed kunnen worden door de mensen die de verdeling van kennis, geld en macht in handen hebben.
Want geluk mag dan willekeurig lijken, het is onderhevig aan machtsverhoudingen die je niet oplost door financiële opvoeding in de eerste graad van het middelbaar verplicht te maken, zoals minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) heeft besloten. En ook niet door ons, zeven miljoen Belgen, aan te sporen om beter ons best te doen om ambtelijke brieven en ondoorgrondelijke dienstverleners te begrijpen, maar wel door het om te draaien: als het probleem niet individueel maar structureel is, hoe kunnen we de structuur veranderen?
Want ik had een ruime voldoende voor economie toen ik van school kwam, en ik verdien al mijn hele zelfstandigenbestaan elk jaar meer. Maar mijn zelfredzaamheid is niet opgewassen tegen de geniepige verzwaringen van het rouletteballetje dat mijn financiële wel en wee bepaalt.
Ik maak mezelf altijd wijs dat ik mijn armoede zelf heb gekozen