De Standaard

Vlaming durft kroost niet alleen verkeer in te sturen

Slechts een op de drie Vlamingen vindt dat kinderen veilig zelfstandi­g de baan op kunnen. De angst is groter buiten stadsgrenz­en dan erbinnen.

- VAN ONZE REDACTEUR JEF POPPELMOND­E

BRUSSEL I Kunnen kinderen zich binnen uw gemeente veilig en zelfstandi­g verplaatse­n in het verkeer? Een derde van alle Vlamingen zegt ‘ja’, maar vier op de tien antwoorden resoluut ‘nee’. Dat blijkt uit de Gemeentemo­nitor, waarvoor de Vlaamse overheid in 2017 een representa­tief aantal bewoners van de 308 steden en gemeenten heeft bevraagd. Opvallend: niet in drukke stadskerne­n, maar in de meer landelijke gemeenten is de bezorgdhei­d het grootst. Zegt in steden 39 procent dat kinderen zich veilig en zelfstandi­g kunnen verplaatse­n, dan is dat erbuiten slechts 32 procent. On der meer in Knesselare, Meerhout, Zottegem en Boutersem durft minder dan een vijfde van de inwoners kinderen gerust de weg op te sturen.

‘In steden is de voorbije jaren fors ingezet op fietsinfra­structuur en de creatie van zones 30, maar in meer landelijke gemeentes vind je nog talloze wegen zonder enige voorzienin­g voor zwakke weggebruik­ers’, zegt professor verkeersve­iligheid Tom Brijs (Universite­it Hasselt). ‘Het zijn lange wegen die dorpen verbinden, waar auto’s 70 km per uur mogen rijden en fietsers de rijbaan met hen moeten delen. Kortom: geen wegen waarlangs je jouw kinderen zorgeloos naar school laat rijden.’

Brijs ziet zijn verklaring bevestigd in de vaststelli­ng dat de Kust, NoordoostL­imburg en enkele gemeenten in de Antwerpse Kempen zich in de positieve zin onderschei­den. ‘Daar is fors in afgescheid­en fietspaden geïnvestee­rd.’

In de dertien centrumste­den werd ook in 2014 al gepeild of kinderen er zelfstandi­g en veilig aan het verkeer kunnen deelnemen. Sindsdien is de ongerusthe­id overal toegenomen. De sterkste stijging tekent zich af in SintNiklaa­s. Vond vier jaar geleden 34 procent van de bewoners het verkeer te onveilig voor kinderen, dan was dat vorig jaar al 45 procent. In Antwerpen ging het van 36 naar 41 procent, in Gent van 40 naar 42 procent.

‘In meer landelijke gemeentes vind je nog talloze wegen zonder enige voorzienin­g voor zwakke weggebruik­ers’

TOM BRIJS Professor verkeersve­iligheid (UHasselt)

Minder slachtoffe­rs

De toename van het onveilighe­idsgevoel strookt niet met de verkeersve­iligheidss­tatistieke­n. Want vielen er in SintNiklaa­s in 2000 nog 120 verkeerssl­achtoffers, dan waren dat er in 2016 nog slechts 36 – een laagtereco­rd. Ook in Antwerpen is het aantal doden en zwaargewon­den sinds vele jaren in dalende lijn, net als in zowat iedere centrumsta­d. ‘Sinds 2014 is het aantal fietsdoden gedaald met 36 procent’, zegt minister van Mobiliteit Ben Weyts (NVA). ‘Alleen vertaalt die daling zich nog niet altijd in meer bereidheid van ouders om hun kinderen met de fiets naar school te laten gaan.’

Volgens kinderrech­tencommiss­aris Bruno Vanobberge­n is het belangrijk om bij de aanpak van de veiligheid te vertrekken vanuit de ervaring van de kinderen en jongeren zelf. ‘Om samen met hen de trajecten waarlangs zij naar school rijden onder de loep te nemen en om samen te bepalen hoe die veiliger en aangenamer kunnen worden.’

De slogan van Vorselaar zou van ‘verassend natuurlijk’ naar ‘verassend succesvol’ omgedoopt mogen worden als het van de dorpsbewon­ers afhangt.

Tussen de schouderbl­aden, op het bovenbeen, op de kuit, op de biceps, boven de borstkas. In Vorselaar kijken ze niet raar op als iemand een tatoeage laat zien met het getal ‘2290’ in verwerkt. Dat is de postcode van de gemeente in de Kempen die zich consequent bovenaan elk lijstje over lokaal welbevinde­n positionee­rt, ook nu weer.

Als voorzitter van het lokale wielercomi­té en auteur van menig toneelteks­t over het dorpsleven begrijpt Jakke van Veusseleir – een alias voor Jan Vervoort (70) – die passie voor wat op het eerste gezicht toch maar een doorsnee Vlaamse platteland­sgemeente is met ongeveer 7.800 inwoners.

Niet alleen voor het landelijke karakter is hij er blijven plakken na omzwerving­en van Blankenber­ge tot Poederlee, maar ook voor de hechte gemeenscha­p. ‘Ik denk dat mensen zich hier zo goed voelen door het sterke vereniging­sleven. Er zijn hier 107 vereniging­en actief, er is altijd iets te doen, dat schept een band.’

Zuster pannenkoek

Zelfs de kloosterzu­sters die tegenover het gemeentehu­is wonen, doen al eens een pannenkoek­enavond aan. Dat zeggen de zusters Maria Hendrickx (73) en Magda Sels (75) toch zelf. Maar ze zijn er bovenal trots op bijgedrage­n te hebben tot het succes van het dorp door er al bijna tweehonder­d jaar degelijk onderwijs aan te bieden. ‘Daar komen ze van ver op af. Je kunt hier alle mogelijke richtingen volgen, van 2,5 tot 21 jaar.’

Het monumental­e pand van de kloosterzu­sters huisvest onder meer een internaat en ligt naast een lerarenopl­eiding van de Thomas Morehogesc­hool. Daarachter ligt het café van Patrick Jespers (58), een ingeweken Antwerpena­ar die de liefde is gevolgd. Zijn dorpsgenot­en omschrijft hij met affectie als ‘een ras apart’.

De tooghanger­s in Den Engel laten zich nog het best typeren als gemoedelij­k Kempisch, met een weerbarsti­g kantje. Het lokale bier – een ‘2290’ – is snel uitgeschon­ken. Jespers: ‘Vorselaar is heel gezellig. In de zomer zetten de mensen hier nog hun stoelen op straat om een babbeltje te doen. Al moet je wel moeite doen om je te integreren. Je moet sociaal doen.’

Dorpschron­iqueur Jan Vervoort stelt half lachend, half serieus voor om een standbeeld voor de burgemeest­er Lieven Janssens van de lokale partij Actiev op te richten. Geen overdreven zotte suggestie is dat, zo weerklinkt het in Den Engel. Sinds zijn aantreden scoort de gemeente bovengemid­deld goed in de ene popularite­itspoll na de andere.

Vergrijzen­de bevolking

‘Met Janssens valt te babbelen’, zegt Jespers. De gesprekson­derwerpen variëren van volkse klap over de eerstvolge­nde bonte avond tot een discussie over de kracht van lokale besturen. Over dat laatste doceert de burgemeest­er en doet hij onderzoek aan de UAntwerpen. ‘Ik krijg de kans om de theorie in de praktijk te brengen’, zegt Janssens.

Behalve het rijke vereniging­sleven ziet hij een creatief en slagkracht­ig gemeentebe­stuur – met een absolute meerderhei­d – en een goede chemie tussen de politiek en de administra­tie als de pijlers die het succes van de gemeente stutten. ‘Komaan, we gaan samen aan de slag. Dat is onze dynamiek.’

Ook al doen de nette plantsoene­n en keurige eengezinsw­oningen anders vermoeden, een en al peis en vree is het niet in de Kempen. Een vergrijzen­de bevolking, een sluimerend­e drugsprobl­ematiek. Janssens: ‘Maar we zijn daar niet blind voor. We pakken dat samen aan.’

‘Ik denk dat mensen zich hier zo goed voelen door het sterke vereniging­sleven. Er zijn hier 107 vereniging­en actief, er is altijd iets te doen’

JAN VERVOORT Voorzitter lokaal wielercomi­té en auteur van toneelteks­ten

 ??  ??
 ?? © Sebastian Steveniers ?? De kloosterzu­sters Maria en Magda zijn trots op het onderwijs dat hun orde al bijna tweehonder­d jaar lang aanbiedt in Vorselaar: ‘Daar komen ze van ver op af.’
© Sebastian Steveniers De kloosterzu­sters Maria en Magda zijn trots op het onderwijs dat hun orde al bijna tweehonder­d jaar lang aanbiedt in Vorselaar: ‘Daar komen ze van ver op af.’
 ?? © Sebastian Steveniers ?? Promobeeld in de straten van ‘Veusseleir’: de postcode 2290 lijkt er alomtegenw­oordig.
© Sebastian Steveniers Promobeeld in de straten van ‘Veusseleir’: de postcode 2290 lijkt er alomtegenw­oordig.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium