De kinderen van IS die niemand wil
‘Vroeg of laat verdwijnen de ISkinderen en hun moeders onder de radar. En dat brengt onze veiligheid nog veel meer in gevaar.’
Tatiana Wielandt (25) en Bouchra Abouallal (25) werden gisteren in Antwerpen veroordeeld tot vijf jaar cel en 6.000 euro boete voor hun deelname aan de activiteiten van een terroristische groep vanuit Syrië. Dat gebeurde bij verstek, want de vrouwen zitten met hun jonge kinderen – één tot vijf jaar – in Syrië. Dat bleek zondag uit een reportage van VRTjournalist Rudi Vranckx.
De schoonzussen Wielandt en Abouallal zijn beiden weduwe van een ISstrijder. Hun echtgenoten waren lid van Sharia4Belgium en vrienden van de Antwerpenaar Hicham Chaïb. Die laatste was niet zo lang geleden een kopstuk van Islamitische Staat in Raqqa. Maar nu IS de militaire strijd verloren heeft, willen de twee vrouwen graag naar ons land terugkomen met hun kinderen, ondanks de celstraf die hen te wachten staat. Wielandt heeft drie kinderen, Abouallal twee.
DNAtest
Maar op politiek vlak bleef het gisteren oorverdovend stil. België heeft geen echt terughaalbeleid. ‘Wel heeft de overheid onlangs een regeling uitgewerkt voor kinderen jonger dan tien jaar. Kleine kinderen hebben, na een DNAtest die hun Belgische afkomst bewijst, het recht om naar hier te komen. Maar dat betekent weinig voor de vijf kinderen van Wielandt en Abouallal en voor hun moeders. Pas als de vrouwen en hun kroost zouden aankloppen bij de Belgische ambassade in Turkije, zou onze overheid in actie schieten. Want met Turkije heeft België afspraken gemaakt. Afspraken met de Koerden, die het gebied in Syrië controleren waar Wielandt en Abouallal zich bevinden, zijn er niet. Ook niet om een DNAtest af te nemen. Terwijl de Koerden vinden dat elk land zijn eigen burgers moet berechten.
‘De Koerden hebben het vuile werk opgeknapt en vragen nu om hulp, die ze niet krijgen. Buitenlands beleid kan heel cynisch zijn’, zegt professor emeritus Rik Coolsaet van het Egmont Instituut. ‘Niemand wil foreign fighters – waartoe de vrouwen worden gerekend – terug. Het vergt heel wat inspanningen, zowel financieel als institutioneel, om in de nodige begeleiding te voorzien voor terugkeerders. Ze moeten een deradicaliseringsprogramma volgen, waarvan we niet eens weten of het werkt. Ook kinderen moeten be geleid worden, of opgevangen in pleeggezinnen.’
‘Politici denken aan wat het beste scoort bij het publiek’, zegt Bibi Van Ginkel, Nederlandse terreurexpert aan het Instituut Clingendael in Den Haag. ‘Ethisch is dit een moeilijke kwestie. De houding van “we zijn ze liever kwijt” is al bedenkelijk wanneer het over volwassenen gaat, maar is al helemaal onbegrijpelijk wanneer je het over kinderen hebt. Maar je krijgt politici pas aan de slag wanneer de bevolking vraagt om dit op te lossen. En dat is nu net wat er niet gebeurt, de huidige houding valt in goede aarde.’
‘Nochtans is er een beleid nodig’, stelt Coolsaet. ‘De Koerden zullen niet eeuwig inspanningen leveren – eten geven en kampen organiseren. Uiteindelijk zullen vluchtelingenkampen en gevangenissen opengesteld worden en zal al wie daar leefde naar Turkije trekken of onder de radar verdwijnen. En dan zijn we ze écht kwijt. Dat zal onze veiligheidssituatie nog meer in het gedrang brengen. Het is beter om ze nu georganiseerd terug te halen.’
‘Het is beter om ze nu georganiseerd terug te halen’
RIK COOLSAET Professor emeritus