Geneesmiddelen belagen uw
Zowat een kwart van de pillen in uw huisapotheek is waarschijnlijk niet gezond voor uw darmflora. En, wie weet, voor u.
Dat antibiotica uw darmen overhoop kunnen halen, tot en met diarree, en dat u ze maar beter vergezeld laat gaan van levende yoghurt, zuurkool of andere dingen die uw darmbacteriën stimuleren of aanvullen, dat is algemeen bekend. Maar dat een kwart van de ‘gewone’ geneesmiddelen de samenstelling van uw darmbewoners verandert, en dus ingrijpt op hun groei, dat is al minder evident.
Antibiotica zijn speciaal ontworpen om schadelijke bacteriën uit te moorden of op zijn minst stil te leggen, dus dat ze ook andere bacteriën een veeg kunnen geven, is niet onverwacht. Maar dat geneesmiddelen, die specifiek ontwikkeld zijn om op menselijke cellen in te grijpen, dat ook bij bacteriën doen, is helemaal niet evident. Wij verschillen immers heel fundamenteel van bacteriën.
Het verschil zit echt wel diep: alle levende wezens zijn op te delen in drie groepen: de bacteriën, de eukarya (wij en alle dieren, planten en zwammen) en de archaea (een kleine, obscure groep eencelligen die leven in geisers en andere plaatsen waar zelfs bacteriën het lastig hebben). Je zou met enige overdrijving kunnen zeggen dat bacteriën van een andere planeet komen.
Aspirientjes
Artsen wisten al een tijdje dat middelen tegen diabetes, maagzuurremmers, ontstekingsremmers (nonsteroïdale antiinflammatoire middelen, zeg maar het aspirientje en zijn neefjes) en sommige antipsychotica invloed hadden op de samenstelling van de darmflora. Maar veel praktische gevolgen had dat zo te zien niet – een flinke portie vette friet met een kwak mayonaise heeft ook invloed op uw darmflora.
Maar Athanasios Typas (Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie) en collega’s besloten om het fenomeen toch maar eens te inventariseren. Ze kweekten veertig van de meest voorkomende soorten darmbacteriën in glaswerk, en brachten ze dan één na één in contact met twaalfhonderd (dier)geneesmiddelen.
Een kwart van alle middelen bleek de groei van ten minste één darmbacterie te remmen, rapporteren ze nu in Nature. Daar zaten leden van élke therapeutische klasse van geneesmiddelen bij. Van de veertig middelen die ten minste tien soorten darmbewoners troffen, waren er veertien waarvan men niet eens wist dát ze enig effect hadden op bacteriën.
Ook al zijn de effecten niet altijd zwaar, en heeft uw gezondheid er niet meteen merkbaar onder te lijden, het kan toch geen kwaad om te weten welk middel wat doet. Dan kunnen we alvast even kijken of er geen analoge middelen bestaan die minder huishouden in onze darmen. En kunnen we bij mensen met darmproblemen ook alvast even kijken welke middelen ze nemen en of er niet eentje bij zit dat we tijdelijk kunnen stopzetten of vervangen.
Vervangen is misschien sowieso niet gek. Als die middelen inwerken op bacteriën, zullen die proberen om er weerstand tegen te ontwikkelen. Weerstand die ze vervolgens kunnen doorgeven aan schadelijke bacteriën, die die weerstand dan op hun beurt kunnen inzetten tegen onze antibiotica.
Van de andere kant: nu we weten welke gekende geneesmiddelen allemaal effect hebben op bacteriën, zitten daar misschien middelen bij die we met niet al te veel moeite kunnen doorontwikkelen tot antibiotica. De vorsers noemen al een middel dat de eisprong stimuleert.
Er is nood aan nieuwe antibiotica, want bacteriën – ook de schadelijke – ontwikkelen steeds meer resistentie tegen de bestaande.
Zelfs als al die geneesmiddelen geen kaalslag organiseren in onze darmen, zoals sommige antibiotica dat doen, kan het zeker geen kwaad om ze beter te begrijpen. Het wordt immers steeds duidelijker dat de precieze samenstelling van onze darmflora van invloed is op onze gezondheid, en op allerlei processen in ons lichaam waarvan we niet vermoedden dat onze inwonende gasten er iets mee te maken hadden. Het is een terrein van onderzoek dat nog maar net opengelegd is, en waar nog veel te ontdekken valt.
Akelig
Zo kan het best zijn dat sommige verschuivingen in onze darmbewoners positief uitpakken voor onze gezondheid. We weten het gewoon niet. En misschien lopen sommige bekende neveneffecten van geneesmiddelen wel via onze darmbewoners, zonder dat we ons daar tot nu toe bewust van waren. Ook al zijn de effecten niet altijd zwaar, het kan geen kwaad te weten welk middel wat doet. Opnieuw: we weten het niet.
De onderzoekers zeggen alvast in een persmededeling van hun onderzoekscentrum dat ze verwonderd waren over het grote aantal niet aan elkaar verwante middelen dat ‘collaterale schade’ in onze darmen veroorzaakte.
Ronduit akelig noemen ze het dat nietantibiotica meespelen in het ontstaan van resistentie tegen de welantibiotica. ‘Zeker omdat we sommige van die middelen zeer lang nemen.’