Kritiek hoort erbij
ANNELIES WYLLEMAN legt uit waarom de Peruaanse econoom Hernando de Soto wél een eredoctoraat verdient aan de UGent.
Aan de UGent is de toekenning van een eredoctoraat het eindpunt van een democratisch proces dat begint met een voordracht vanuit de faculteit op het niveau van de faculteitsraad, met finale beslissing door het bestuurscollege van de universiteit. Telkens is er ruimte voor debat en inspraak vanuit de verschillende personeels en studentengeledingen.
Een eredoctoraat in de menswetenschappen is vatbaarder voor controverse dan één in de exacte wetenschappen. Wie als sociaal wetenschapper zijn studieplek verlaat en zijn inzichten ook op het veld wil realiseren, zal vaak op kritiek stuiten. Dat geldt ook voor Hernando de Soto (DS 17 maart). Maar zijn strategieën worden ook positief ontvangen, dat bewijzen de vele onderscheidingen die hij al in tal van landen ontving. Kritische standpunten omtrent het onderzoek en denkwerk van een kandidaat mogen geen argument zijn om geen eredoctoraat uit te reiken, of om een eredoctoraat in te trekken.
Panama Papers
Voor juristen en economen is het werk van De Soto een eyeopener. Vanuit zijn jarenlange studie van de ‘informele economie’ kwam De Soto tot de bevinding dat ook de armen in de sloppenwijken van de armste landen bezig zijn met allerlei economische activiteiten, maar dat hun inspanningen en bezittingen geen hefboom tot een beter leven vormen, onder meer doordat ze niet vervat zijn in een juridisch goed geordend en transparant eigendomssysteem.
Door gebouwen of gronden in zo’n systeem op te nemen, worden ze niet alleen plekken waar mensen veilig wonen of werken, maar worden ze ook verbonden met het economische systeem. Dit is niet alleen voordelig voor het individu, maar ook voor de gemeenschap. Om via belastingen op goederen maatschappelijke behoeften zoals onderwijs, gezondheidszorg en milieuzorg te financieren en om tot herverdeling te komen, is ook een formeel publiciteitssysteem, dat de band tussen de eigenaar en zijn goed vastlegt, cruciaal.
De grote lacunes die op dat vlak ook in ons recht voor roerende goederen bestaan, leiden mede tot een onrechtvaardige bijdrage en tot groeiende ongelijkheid. Onthullingen in onder meer de Panama Papers drukken juristen en economen met de neus op die realiteit. Een formalisering van eigendomsrechten haalt burgers ook uit de willekeur van corruptie. Economen bestuderen in samenlevingen waar recent formele eigendomssystemen uitgewerkt werden of het ‘De Sotoeffect’ effectief bestaat, en komen tot positieve bevindingen.
De theorie van De Soto is natuurlijk niet alleen zaligmakend en ook het denkwerk en de juridische implementatie ervan zijn nooit af en perfect. Ook in het Westen, waar formele eigendomssystemen al geruime tijd bestaan, kennen we grote uit dagingen. Zo staan we aan de vooravond van nieuwe omwentelingen in onze opvatting over de verwerking van eigendomsoverdrachten. De invoering van de gedematerialiseerde en gedigitaliseerde bewaring van vastgoedgegevens dient zich aan.
Dat kan een nieuw elan geven aan een optimalisering van overdrachtsen publiciteitssystemen, maar wanneer dergelijke systemen onvoldoende beveiligd zijn, houdt dit ook gevaren in. ‘Klik zei de muis en weg was het huis’, is in die context geen sympathiek rijmpje, maar een ware nachtmerrie voor de rechtmatige eigenaar. In tijden van nakende energieschaarste brengt die evolutie ook interessante technologische en maatschappelijke vragen mee.
Doelwit aanslagen
Hernando de Soto een ontwikkelingsgoeroe noemen, doet hem oneer aan. Hem assimileren met een militaire dictatuur evenzeer.
Gedurende de jaren tachtig en begin jaren negentig woedde in Peru een hevige burgeroorlog tussen regeringstroepen en de guerrillabeweging ‘Het Lichtend Pad’. De Soto lanceerde met zijn Instituut voor Vrijheid en Democratie een derde weg om op vreedzame wijze uit de impasse te raken. Anders dan de oligarchen, die repressie als enige toevlucht zagen en anders dan Het Lichtend Pad, dat een collectivistische dictatuur nastreefde, bepleitte hij de uitbouw van een sociaalliberale markteconomie via de legalisatie van de rechten op de gronden van de inheemse boeren en van de aangezwollen bevolking van Lima.
In de verkiezingen van 1990 stonden drie kandidaten tegenover elkaar: Alan García, de zittende president, schrijver Mario Vargas Llosa, een liberale kandidaat die op de elites steunde, en de outsider Fujimori, van de politieke beweging ‘Verandering 90’. Fujimori won. Onder zijn eerste regering werd een grootscheepse legalisatie van de rechten van landloze boeren en stadsbewoners gerealiseerd. Maar in 1992 pleegde Fujimori een staatsgreep en zette hij het parlement buitenspel. De Soto heeft onmiddellijk zijn ontslag als adviseur van de regering aangeboden – wij beschikken over die ontslagbrief – en heeft zich duidelijk gedistantieerd van deze politieke evolutie.
Met gevaar voor zijn leven – hij was het doelwit van meerdere aanslagen – en in complexe omstandigheden heeft hij zijn ideeën verder geïmplementeerd, met goede bedoelingen voor zijn volk en de armen in de wereld.
Kritische standpunten over een kandidaat mogen geen argument zijn om geen eredoctoraat uit te reiken