Crowdfunding op z’n Belgisch
Het ingezamelde bedrag van crowdfunding daalde in 2017 voor het eerst in ons land (DS 20
maart). Vooral in vergelijking met Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk is de achterstand op het totaal opgehaalde bedrag frappant.
Er zijn drie vormen van crowdfunding. De meest succesvolle vorm van crowdfunding is rewardbased. Daarbij krijgt de investeerder als beloning een deel van de eerste exemplaren van het product. Het gaat ook over kleinere investeringsbedragen. Iets minder populair, maar wel groeiend, is crowdlending, waarbij de financierder als compensatie een aandeel verwerft in de onderneming of zijn inleg terugkrijgt.
Het probleem zit bij de derde vorm: equity crowdfunding, dat je de mogelijkheid biedt aandeelhouder te worden van startups. Internationaal gezien is dit een snel groeiende vorm van financiering van ondernemingen. Maar niet in België, wegens de onaangepaste wetgeving.
Individuele crowdfunders mogen in ons land hooguit 5.000 euro ophalen, voor bedrijven ligt het maximale bedrag op 300.000 euro. Een peulenschil in vergelijking met de ons omringende landen, waar het bedrag veel hoger ligt.
Via een taxshelter voor investeringen in startups probeert de overheid crowdfunding te stimuleren, maar de beperkende regelgeving rond equity crowdfunding maakt die inspanningen ongedaan.
Particulieren kunnen wel ongereglementeerd hun geld vergokken door te speculeren op cryptomunten, één grote zeepbel. De internetwereld kent bovendien geen grenzen, waardoor je bijna onbeperkt kunt investeren via platformen in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
De gewone man in de straat beschermen tegen fraudeurs is goed. Hem goed informeren over de risico’s van investeren in startups en andere risicovolle beleggingen is ook goed. Maar door op Belgisch vlak regels op te leggen die je met twee klikken op het internet kunt omzeilen, ontneem je onze economie kansen. We kunnen ook de Europese wetgeving volgen.
Landen zoals België zouden per definitie vooruitstrevend moeten zijn. Dankzij onze kleinschaligheid kunnen we nieuwe technologieën en businessmodellen sneller omarmen. Dan worden we een testmarkt voor de next economy in plaats van een boemeltreintje dat overal achteraan tuft.