Gerecht niet meer onafhankelijk?
In Brussel staat een Engelstalige handelsrechtbank in de steigers. De minister van Justitie zal de belangrijkste rechters aanduiden. ‘Dit gaat in tegen de Grondwet’, klinkt het bij de Hoge Raad voor de Justitie.
BRUSSEL I Een prestigeproject, zo kan het Belgian International Business Court (BIBC) gerust worden genoemd. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft samen met premier Charles Michel (MR) het plan opgevat om in Brussel een gloednieuwe rechtbank uit de grond te stampen. Handelsgeschillen tussen internationale ondernemingen zouden daar worden beslecht. Met het BIBC wil de regering inspelen op de naken de Brexit. Het Britse afscheid van de Europese Unie zal vermoedelijk een pak twisten over handelsbevoegdheden uitlokken.
Zoals de naam doet vermoeden, wordt het Engels de voertaal. Hoe de procedures eruitzien, komen de partijen onderling overeen, maar de leiding van de rechtbank komt sowieso in handen van rechters. En onder meer daar wringt het schoentje. Na de raadsheren van het Brusselse hof van beroep (DS 5 december) trekt nu ook de Hoge Raad voor de Justitie aan de alarmbel.
PROBLEEM 1:
De Engelse naam en specifieke opdracht veranderen niets aan het feit dat het BIBC een rechtbank van koophandel is, vindt de Hoge Raad. Dus moet die ook voldoen aan de grondwettelijke regels over het gerecht. ‘De werkelijke en zichtbare onafhankelijkheid is essentieel voor de rechterlijke macht. Dit moet ook voor dit nieuwe rechtscollege gelden’, staat in een zeer kritisch advies van de Hoge Raad.
Om die onafhankelijkheid van het gerecht zo hoog mogelijk te houden, benoemt de Hoge Raad voor de Justitie magistraten. Die Hoge Raad werd opgericht in de nasleep van de affaireDutroux in de jaren negentig, toen het vertrouwen in Justitie, onder meer door politieke benoemingen, op een dieptepunt zat.
Maar de ‘president’ en ‘vicepresident’ van het BIBC – de korpschef en zijn adjunct – zullen niet worden geselecteerd door de Hoge Raad. Dat
Reactie Geens
‘Het advies van de Raad van State over
het BIBC was positief’, reageert het kabinetGeens. ‘Met pertinente opmerkingen van de Hoge Raad zal zeker rekening worden gehouden bij de verdere uitwerking. Een internationale handelsrechtbank heeft als voordeel dat bedrijven in een taal die beide partijen begrijpen, kunnen procederen. Vroeger week men daarvoor uit naar het Verenigd Koninkrijk, maar met de
Brexit in het vooruitzicht zal dat geen optie meer zijn. België kan door zijn ligging een ideale rol spelen.’
(vhn) wordt het voorrecht van de minister van Justitie. Ook bij benoemingen op andere posities wordt de Hoge Raad buitenspel gezet.
‘Dit voorontwerp gaat in tegen de Grondwet. We riskeren hierdoor via de achterdeur weer politieke benoemingen toe te laten’, vindt Christian Denoyelle van de Hoge Raad voor de Justitie.
PROBLEEM 2:
Niet alleen zijn er vragen bij de manier waarop de rechters van het BIBC worden benoemd. De Hoge Raad waarschuwt ook voor de gevolgen bij de rechtbanken waar die rechters worden weggeplukt: ‘Zonder compenserende maatregelen zal dit de toestand van de rechterlijke macht, die nu al kritiek is, alleen maar verergeren.’
Denoyelle: ‘Dat heeft ook gevolgen voor de burger, die misschien wat langer zal moeten wachten op de behandeling van zijn rechtszaak.’ Het Brusselse hof van beroep kampt nu al met een stevige achterstand.
PROBLEEM 3: wie gaat dat
En dan doemt er nog een derde kwestie op: hoe zal het BIBC aan zijn geld komen? ‘Het plan is dat de rechtbank zelfbedruipend zou zijn en zeer snel, flexibel en efficiënt zou kunnen werken’, zegt Denoyelle. ‘Dat komt neer op een soort privatisering van een deel van de rechtspraak. Het BIBC dreigt een soort viprechtbank met een fast lane te worden. Dat vinden we geen goed concept. Elke burger heeft recht op een toegankelijke, snelle en kwaliteitsvolle justitie.’