Voor goede fictie moet u reclame blijven kijken
Een aflevering van een Vlaamse fictiereeks kost al snel een half miljoen euro. Als we meer van dat willen, zullen we er de reclamespotjes moeten bijnemen.
Vorige zondag is 13 geboden van start gegaan op Channel 4 – de VTMserie, met Marie Vinck, is bij ons nog niet uitgezonden. The New York Times koos Spitsbroers als een van zijn tien tips voor het nieuwe tvseizoen. De reeks, die in de Verenigde Staten The score zal heten, is er te zien via het Britse onlineplatform Walter Presents. Netflix biedt Beau Séjour wereldwijd aan. Tabula rasa is bezig aan een zegetocht: te zien op Duitse en Franse zenders, bij Walter Presents en op Netflix.
Vlaamse fictiereeksen zijn mooie exportproducten geworden. Waarom trekt minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) dan aan de alarmbel? Dinsdag ging hij Netflix in Silicon Valley vragen om mee te investeren in onze fictie (dat wil Netflix wel, als het zelf de producties mag kiezen) en gisteren liet hij weten dat hij het doorspoelen van reclame wil verbieden, een uitspraak waarvoor hij snel werd teruggefloten door zijn voorzitter Gwendolyn Rutten.
We kijken immers steeds vaker uitgesteld, en dan slaan we de reclamespots over. ‘Fictie werd nog nooit zo veel bekeken als nu, maar de live kijkers kalven af’, zegt Kristof Hoefkens, de bedenker van de VTMserie Spitsbroers. ‘Wij haalden een 400.000 à 450.000 kijkers live, uitgesteld werden dat er ruim 700.000, met pieken tot boven 800.000. Een commerciële zender heeft daar niet veel aan: adverteerders betalen voor de kijkers die hun spotjes bekijken. Voor de providers maakt dat niet uit, de kijker betaalt altijd hetzelfde abonnement. Het is een dilemma voor commerciële zenders: fictie van eigen bodem is een enorm succes, maar komt onder druk te staan.’
Spotify als voorbeeld
‘Er zijn drie businessmodellen’, zegt Peter Bouckaert van Eyeworks (Eigen kweek, Cordon). ‘Ofwel betaalt de overheid, wij allemaal dus. Ofwel betaalt de kijker via zijn abonnement, zoals bij Netflix, maar de Vlaamse markt is te klein om dat rendabel te maken. Ofwel betaalt iemand anders, de adverteerder bijvoorbeeld. Jij kijkt gratis, maar de adverteerders willen in ruil wel dat je naar hun spotjes kijkt.’
Eigenlijk zou een abonnement zonder reclame dus duurder moeten zijn, zoals de abonnementen van Spotify. ‘Onze economie is steeds meer een digitale diensteneconomie. Piraterij en het ontwijken van reclamespots zijn de grootste bedreiging in onze branche, zegt Bouckaert.
Fictie maken vergt immers een enorme investering. Een gemiddelde reeks kost al snel 400.000 euro per aflevering, Tabula rasa en Cordon kostten 700.000 euro per aflevering. ‘The bridge heeft een budget van 1,3 miljoen euro per aflevering’, zegt Helen Perquy, de executive producer van Tabula rasa. Kostuumfilms zijn veel duurder: ‘De eerste reeks van Versailles kostte 25 miljoen voor tien afleveringen.’
Als u Veerle Baetens alleen in huis ziet in Tabula rasa, weet dan dat er op die set nog 30 à 35 mensen staan, en dat er 50 of meer aan de voorbereiding van die opnamedag hebben gewerkt. ‘Aan Cordon is zeven jaar gewerkt’, zegt Bouckaert. ‘Als je rekent dat er 10 à 12 draaidagen per aflevering nodig zijn voor een prestigieuze reeks, en dat er gemakkelijk 50 man op die set staat, dan weet je dat je voor lonen alleen al aan 30.000 à 40.000 euro per dag zit. Op zo’n dag draai je twee uur materiaal, waarvan je dan zeven minuten overhoudt.’ Volgt weer een reeks vaklui: monteurs, bruiteurs die gierende banden toevoegen of een stem die in de telefoon klinkt.
Stukken van mensen
De dansscène uit Tabula rasa waarin Baetens’ hoofd stukvalt, werd alom geprezen, maar visuele effecten zijn duur. ‘Vlaamse series worden niet zo vaak in een studio opgenomen, omdat het duurder is dan op locatie’, legt Perquy uit. ‘Voor die scène danste Veerle in een studio voor een green screen, waar achteraf alles op werd bijgetekend. Caviar heeft die extra investering verdedigd bij de investeerders, we wilden de serie zo mooi afwerken dat we ze ook internationaal verkocht zouden krijgen. Dat is gelukt.’
Visuele effecten duiken niet alleen op in fantasy en sciencefiction. ‘In de film Marina arriveert de Italiaanse familie in een barakkendorp’, zegt Bouckaert. ‘Dat hebben we gebouwd op een voetbalterrein. We hebben op de achtergrond digitaal een mijntoren en terrils bijgetekend. Als je dat goed doet, ziet de kijker het niet, maar als je het niet doet, zou hij voelen dat het niet klopt: een mijnstreek zonder terrils?’
Filmen is arbeidsintensief en de meeste banen kunnen niet worden uitbesteed aan China of India. ‘Fictie is ook een toekomstgerichte branche,’ zegt Bouckaert, ‘er komen geen grondstoffen aan te pas, je hebt een exporteerbaar product. Vergeet niet dat de Deense audiovisuele sector al een paar jaar het belangrijkste of op een na belangrijkste exportproduct van Denemarken is.’
‘Ze wisten in het buitenland al dat wij goede regisseurs, cinematografen en acteurs hebben’, zegt ook Perquy. ‘Nu wordt niet langer ons individueel talent ingehuurd, maar ons afgewerkte product aangekocht en verspreid. Het zou jammer zijn als we dat terrein nu door krimpende budgetten weer verliezen. Onze reeksen, dat is óók Vlaamse cultuur: het zou een enorme cultuurverarming zijn als we onze ambities voor fictie naar beneden zouden moeten bijstellen uit geldgebrek.’
Blz. 12
berichtgeving. visuele effecten zijn duur. 300.000 uitgestelde kijkers.
‘De audiovisuele sector is al een paar jaar het belangrijkste of op een na belangrijkste exportproduct van Denemarken’ PETER BOUCKAERT
Eyeworks
50 man op de set.