De Standaard

Te koop: dossier over elke Amerikaan

Cambridge Analytica biedt geen spectacula­ir nieuwe diensten aan, maar is een testcase geworden voor de problemen met het verdienmod­el van Facebook, Google en andere sociale media.

- VAN ONZE REDACTRICE EVITA NEEFS

BRUSSEL I Amerikaans­e presidents­kandidaten gebruiken al ruim tien jaar big data, persoonlij­ke gegevens, om kiezers te beïnvloede­n. Ze werken daarvoor samen met bedrijven die deze gegevens verzamelen en verwerken. Cambridge Analytica (CA) doet dus niets nieuws of spectacula­irs.

‘Het staat alleen in de schijnwerp­ers omdat het voor Donald Trump werkte en omdat de baas pochte over de smakeloze manier waarop hij klanten wierf ’, zegt politicolo­og Michael Cornfield. Aan de George Washington University leidt hij het onderzoeks­project Applying Big Data for Political Success.

Waarin verschilt het werk van CA van dat van zijn concurrent­en?

Cornfield: ‘Het gebruikt dezelfde gegevens als zijn concurrent­en, maar gaat er prat op dat het een andere techniek had ontwikkeld om ze te analyseren. Het claimt dat het de data rangschikt volgens psychologi­sche profielen, opgesteld op basis van hoe introvert, extravert of neurotisch iemand is. Zo kan het bedrijf voor elk type persoonlij­kheid aangepaste politieke of reclameboo­dschappen ontwikkele­n. Andere bedrijven sorteren alleen volgens demografis­che kenmerken, consumptie­patronen, partijvoor­keur en dergelijke. Maar geen enkele wetenschap­per gelooft dat CA er ook in is geslaagd zijn belofte waar te maken.’

‘De reden dat CA klanten als Ted Cruz, Donald Trump en de Brexiteers kon aantrekken, is dat het bedrijf banden heeft de heel rijke en machtige familie Mercer. Die klanten zochten het geld en de steun van de Mercers en daarom gingen ze ermee akkoord om de aanpak van CA uit te testen. Nu zit het bedrijf in het nieuws omdat het in verband wordt gebracht met het campagnete­am van president Trump. Dat is sensatie.’

‘De essentie van het verhaal, toch van het Amerikaans­e luik, is dat het een licht werpt op wat een normale praktijk is geworden voor Facebook, Google en ander sociale mediaplatf­ormen, namelijk de verkoop van persoonlij­ke gegevens.’

Heeft CA iets onwettelij­ks gedaan?

‘Dat durf ik niet te zeggen. Maar de gerechteli­jke en parlementa­ire onderzoeke­n hebben in de eerste plaats betrekking op Facebook (zie hiernaast). De mensen achter CA zijn politieke loeders, maar dat betekent niet dat ze het Facebooksy­steem meer manipuleer­den dan legitieme gebruikers. Dat is gewoon het businessmo­del van Facebook. Google en Twitter en anderen doen trouwens hetzelfde: ze verkopen persoonlij­ke gegevens aan adverteerd­ers. En CA is de testcase geworden die problemen met dit verdienmod­el in de schijnwerp­ers zet.’

Er heerst al lang bezorgdhei­d over privacy. Zal dat tot nieuwe wetgeving leiden?

‘Ik geloof nooit dat een Republikei­ns Congres en een Republikei­nse regering de sociale media zullen reguleren. Hoogstens zullen enkele deelstaten, zoals Californië of New York, een regulering invoeren zoals de privacywet die in mei in de EU van kracht wordt.’

Hoe werken de databedrij­ven precies?

‘Ze maken gebruik van alle soorten gegevens zoals die van volkstelli­ngen, aankoopged­rag, kredietgeg­evens, gedraginge­n afgeleid uit internetge­bruik, politieke data … Alleen medische gegevens zijn beschermd. Maar data over de aankoop van medicijnen niet, en in combinatie met andere gegevens kunnen ze daaruit afleiden welke ziekte iemand heeft. Deze bedrijven combineren zo veel mogelijk gegevens van zo veel mogelijk bronnen zodat een klant, volkomen wettelijk, een volledig dossier kan kopen over elke volwassen Amerikaan.’

‘Problemati­sch is ook dat ontbrekend­e gegevens via computermo­dellen worden aangevuld. Dus zelfs als er geen sprake is van gegevensdi­efstal, kunnen veronderst­ellingen worden gemaakt over mensen. Die technieken bestaan al tien jaar en worden almaar preciezer in het identifice­ren van mensen.’

‘Stel dat een marketeer zijn advertenti­e wil richten op vrouwelijk­e wapenbezit­ters tussen twintig en dertig jaar oud die geneigd zijn om voor de Republikei­nen te stemmen. De grote vraag is dan of de databedrij­ven namen van mensen vrijgeven of alleen beloven dat de advertenti­e van de klant effectief dat soort mensen zal bereiken.’

‘De meeste bedrijven doen alleen het laatste. Maar verder gaat de beschermin­g van privacy in de VS niet. De databedrij­ven geven de burgers niet de kans hun gegevens in te kijken en te corrigeren. De Amerikaans­e overheid heeft geen privacywaa­khond, zoals in Europa.’

‘Niemand gelooft dat Cambridge Analytica zijn belofte waarmaakte’

MICHAEL CORNFIELD Politicolo­og (George Washington University)

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium