De waarheid of een lap grond
In Colombia wil Ríos Vivos, een actiegroep van lokale boeren, vermijden dat een stuwmeer de geschiedenis van de burgeroorlog wegspoelt.
BRUSSEL I ‘Gedwongen verdwijning’ is de term die Isabel Cristina Zuleta gebruikt. ‘Noem het geen ontvoering, want dan wordt er losgeld gevraagd’, zegt ze. Bij een gedwongen verdwijning is het niet de bedoeling dat je terugkomt.
Zuleta zelf is er ternauwernood aan ontsnapt. Ze ging in december 2015 naar een meeting om te protesteren tegen de komst van een grote waterkrachtcentrale in het gebied waar ze woont, en ze zag de gemaskerde mannen in de verte al staan. ‘Waar is Isabel?’, vroegen die mannen aan haar vrienden. Zij had intussen al de benen genomen, van rots tot rots springend kon ze via de rivier ontsnappen. Haar vrienden – sterke boeren en koene vissers – hielden de mannen tegen. Het heeft geen haar gescheeld of Zuleta was een van de meer dan 700 vermisten in de regio.
Isabel Cristina Zuleta woont in Ituango, aan de oevers van de Caucarivier in het noordwesten van Colombia. Als het van de overheid en van het bedrijf Empresas Públicas de Medellín (EPM) afhangt, verdwijnt het dorp binnenkort. In juni wordt 2.800 hectare grond blank gezet. Het gebied moet een stuwmeer worden voor Hydro Ituango, de grootste waterkrachtcentrale van Colombia. Ze zal 15 tot 20 procent van de huidige energieproductie leveren.
Constante terreur
‘De elektriciteit gaat naar het buitenland. Het stuwmeer en de installaties zullen samen 26.000 hectare innemen’, zegt Zuleta. Ze is, op uitnodiging van Broederlijk Delen, in Brussel om in het Europees en het Belgisch parlement aandacht te vragen voor de strijd tegen de elektriciteitscentrale. Zuleta vertelt er over de intimidatiecampagnes van het bedrijf en de Colombiaanse overheid, over de constante terreur waaronder zij en haar medestanders moeten leven. Telefoontjes van paramilitairen die zeggen dat ze haar wel weten te vinden, bouwvakkers die voorspellen dat er een boom op haar huis kan vallen, gemaskerde mannen die haar willen kidnappen. Dat de bedreigingen geen loze waarschuwingen zijn, leert het lot van twee activisten die in 2013 zijn neergeschoten. De daders zijn nog niet gevonden, want alle klachten bij de politie blijven dode letter.
Zuleta is het gezicht van Ríos Vivos, een actiegroep van boeren uit de regio. Het gebied waar zij wonen lag in de frontlinie tijdens de veertig jaar durende burgeroorlog. Sommige delen waren in handen van de rebellen van de Farc, andere stonden onder de controle van het Colombiaanse leger. Elke familie heeft wel een zoon, man of dochter die verdween of werd neergeschoten. Volgens Zuleta hebben de paramilitairen – fors bewapende privégroepen die de overheid een handje toestaken in de strijd tegen de linkse guerrillero’s – de meeste slachtoffers gemaakt. Tweede op de lijst staat de Farc zelf, dan volgt het reguliere leger.
Gebied schoonvegen
In de strijd tegen de Farc gebruikte de regering de plannen van de dam als argument om het gebied schoon te vegen. ‘Weg met de wapens, op naar de ontwikkeling’, zei Alvaro Uribe – toenmalig gouverneur van het gebied en later president – toen hij de milieuvergunningen zonder veel onderzoek toekende. Diezelfde slogan gebruikte de onderhandelaar van het vredesakkoord, Humberto de la Calle, om de mensen tot een ‘ja’ te overhalen in het referendum over het vredesakkoord met de Farc in 2016.
Door de bouw van de waterkrachtcentrale onderdeel te maken van de strijd tegen de Farc, was het voor de overheid niet moeilijk om het ecologische verzet van de boeren te interpreteren/verkopen als steun aan de Farcguerrillero’s. Het gaf de verdwijningen en de moorden in de regio extra legitimiteit. Ook vandaag nog worden de protesterende inwoners van Ituango weggezet als fans van de guerrilla of cocaboeren die hun spul aan de Farc leverden.
‘Wij willen de dam niet tegenhouden’, zegt Zuleta. ‘Wij willen zelfs
Het heeft geen haar gescheeld of Isabel Cristina Zuleta was een van de meer dan 700 vermisten in de regio
naar de hoger gelegen gebieden verhuizen, maar wij eisen duidelijkheid over het lot van onze vermisten en doden.’ Zo wil Ríos Vivos dat eerst alle plekken worden onderzocht waar mogelijk slachtoffers zijn gedumpt. Volgens officiële statistieken zijn er 721 vermisten in het gebied, 159 lijken zijn opgegraven.
Maar die opgravingen en de vraag om openheid over de burgeroorlog zijn heikele punten in de discussies met het bedrijf achter de centrale. EPM wil de boeren hun grond wel geven, op voorwaarde dat ze stoppen met zeuren over de burgeroorlog. ‘De overheid wil haar rol in het doden van onschuldige burgers de burgeroorlog minimaliseren, zoals steeds’, zegt Zuleta ‘Wij vinden dat we recht hebben op de waarheid. Het leed van de laatste veertig jaar is te groot om te blijven zwijgen.’
Om die reden houdt Ríos Vivos het been stijf. De actiegroep wil beletten dat het water, dat in juni het gebied zal verdrinken, de geschiedenis wegspoelt. ‘We willen de vraag wie en waarom onze geliefden zijn vermoord, niet opbergen in ruil voor een lap grond’, zegt Zuleta.