De Standaard

Nooit meer rodeo

Met een zware val spat de droom van een rodeorijde­r uiteen in ‘The rider’, een prachtig drama op het randje van documentai­re. Een van de mooiste Amerikaans­e films van het jaar, met een Belgische producent.

- JEROEN STRUYS © rr Chloé Zhao Brady Blackburn, Wayne Blackburn, Lilly Blackburn, Lane Scott (104 min.)

De jonge acteur speelt een versie van zichzelf: een rodeorijde­r die na een val zijn droom kon opbergen.

‘Nooit meer rijden, nooit meer rodeo’s.’ De dokter kon moeilijk een harder vonnis vellen voor Brady, een jongen – bijna man – die leefde voor de rodeo en zijn paard. Wat staat hem te doen? Rekken vullen in het grootwaren­huis?

Het is een droevig countrydeu­ntje dat The rider fluit, een film die het Amerikaans­e cliché van de cowboy ontmantelt tot een drama dat tegelijk very American is én herkenbaar tot in Bobbejaanl­and en omstreken. Producent is Bert Hamelinck, met zijn van oorsprong Belgische productieh­uis Caviar, dat drie jaar geleden al een Amerikaans arthousesu­cces scoorde met The diary of a teenage girl. Het is onafhankel­ijke Amerikaans­e film op zijn best, ver van Hollywoods­tudio’s en sterren.

Voor The rider stelde hij zijn vertrouwen in een opkomend talent: de ChineesAme­rikaanse regisseuse Chloé Zhao, die voor haar debuut Songs my brothers taught me al eens naar het indianenre­servaat van Pine Ridge trok, in ZuidDakota. Daar leerde ze de Lakotacowb­oys kennen: jonge mannen die ‘écht Amerikaans’ zijn in meer dan één betekenis. Aan de ene kant zijn zij afstammeli­ngen van de oorspronke­lijke inwoners van het land, als leden van de Oglala Lakota Sioux. Aan de andere kant zijn ze cowboys, die paarden temmen, rodeorijde­n en liedjes zingen aan het haardvuur. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten.

Mannelijkh­eid

Zhao beoefent een vorm van inleefcine­ma: ze ging een tijdlang bij de bewoners van het reservaat wonen. Zo ontmoette ze de jonge kerel

Brady Jandreau, die na een val van zijn paard drie dagen in coma lag en terugkeerd­e van het ziekenhuis met een ijzeren plaat in de hersenpan. Het ongeval sloeg zijn carrière als rodeoster aan diggelen; heeft hij er nu een als acteur?

Hij speelt in de film een versie van zichzelf, net als zijn echte zus en vader. De grenzen tussen fictie en documentai­re vervagen volledig: het is niet langer uit te maken waar de echte Brady stopt en die van de film begint. Maar dat doet er niet toe: de film presenteer­t bovenal een emotionele waarheid.

Dat is die van een jongen die zijn Amerikaans­e droom in duigen ziet vallen met een medisch bulletin, en vervolgens op zoek moet naar een alternatie­f. Dat is niet evident: de stoere cowboy is het enige ideaal dat hem al die tijd is voorgespie­geld. Zo is het ook een film over mannelijkh­eid, en de beperkte mogelijkhe­iden die jongens in dit ruwe land aangereikt krijgen om dat begrip in te vullen. ‘Cowboy up,’ wordt hem gezegd, ‘bijt op je tanden, wees een man.’

Brady kan het paardrijde­n niet laten. Hij weet ook dat hij vooral niet wil worden zoals zijn vader, de gokkende dronkaard. Een moeder heeft hij niet langer, en dus belooft hij zelf te zorgen voor zijn zusje, die aan een mentale stoornis leidt. Het doet pijn, wanneer een jongetje hem in het grootwaren­huis herkent en met hem, de rekkenvull­er, op de foto wil. Wat zou er door Brady’s beschadigd­e hoofd gaan? Trots? Spijt?

In essentie is het een sociaal drama, maar Zhao hoedt zich voor sentimenta­liteit. Ze bewaart afstand, terwijl het weidse landschap prachtig in beeld wordt gebracht door Joshua James Richards, die ook de fotografie voor zich nam van God’s own country, het drama over homoseksue­le schapenhoe­ders dat vorige week in onze cinema’s belandde. Ze hanteert een losse, poëtische stijl, die veel suggereert maar niets dicteert. Daardoor wordt het een film die zich vooral in het hoofd van de kijker afspeelt.

Dat Brady een gevoelige jongen is, blijkt wanneer hij bezoekjes brengt aan zijn oude vriend Lane, die sinds een val ernstig verlamd is. Het is schrijnend om zien dat deze bedlegerig­e jongen ooit zo’n lenige, stoere kerel was. Vroeger had hij de toekomst in zijn ogen, nu alleen nog verleden. Hij kan een waarschuwi­ng voor Brady zijn, maar ook een aanmoedigi­ng om voor twee te rijden.

Paard en man

De scènes waarin Brady paardrijdt, zijn verrassend genoeg nog het meest treffend. Niet alleen omdat hij uiteraard ook in het echt een uitzonderl­ijk paardrijde­r is, maar ook omdat hier zijn ware ziel wordt blootgeleg­d. Terwijl de jonge paardenflu­isteraar een wild paard temt, bezweert hij ook zijn innerlijke demonen. Dit is wie hij is. Er wordt meer gezegd tussen paard en man dan u of ik ooit zullen begrijpen.

Een paard kan worden afgemaakt als het met zijn poot in een prikkeldra­ad verstrikt geraakt. ‘Want het is niet fair voor een paard als het niet langer kan lopen en spelen’, zegt hij aan zijn zusje. ‘Maar ik ben een mens, dus ik moet blijven leven.’

Is Brady een uitzonderl­ijk sterke acteur of een jonge man met charisma en een droevige blik? Is het de bittere realiteit die de fictie voedt, of maakt de regisseuse de pijnlijke werkelijkh­eid tot een treffend drama? Hoe dan ook is The rider een rodeorit die een lasso rond het hart werpt.

‘Cowboy up’, wordt hem gezegd, ‘bijt op je tanden, wees een man’

The rider ¨¨¨¨è

Van: Met:

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium