Een konijn met enig venijn
De grapjes zijn best leuk en het ziet er goed uit, maar was ‘Pieter Konijn’ niet bedoeld voor de kleintjes in de zaal?
Al meteen na het succes van haar verhalenbun dels over Peter Rabbit in 1902 zette schrijfster Beatrix Potter zelf de merchandising in gang met knuffels en prints. Walt Disney rook een kassucces, maar ze weigerde hem de rechten te ver lenen. Intussen ligt Potter al lang onder de zoden en wat Disney niet mocht, mag Sony nu wel. De studio koos wijse lijk niet voor de lelijke computeranimatie van de recente tvserie over Pieter Konijn. Dé sterkte van deze film is het visuele werk waarmee de computerkonijnen lopen tussen de acteurs, die de mensen spelen.
Pieter en zijn zusjes stelen – net als in Potters boeken – groenten van de buurman. Wanneer die sterft, komt zijn gladde zoon er wonen. Die heeft de knaagdierenfobie van zijn vader geërfd, maar zou ook graag worteltaart bakken met zijn knappe, konijnminnende buurvrouw Bea, een herkenbaar alter ego van de schrijfster.
De film mikt vooral in de – vaak geslaagde – humor zowel op de kleintjes als hun ouders in de zaal. Dat deden de twee recente films over beertje Paddington ook, maar met behoud van naïeve charme. Die gaat in deze update verloren. Een scène van expliciet geweld op een teddybeer kan voor kleuters in de zaal traumatisch overkomen. Ondertussen worden ze gebombardeerd met lettergrepen, gaande van ‘favoritisme’ over ‘intimiteitsproblemen’ tot ‘eufemisme’. Het is niet het enige waarin deze film zich vergist van publiek. Er mag dan al een teddybeer worden gemolesteerd, in een directe confrontatie laat beertje Paddington Pieter Konijn met de staart tussen de benen afdruipen.