De natie gaat boven het kind
Barack Obama tweette dat hij de mars tegen wapengeweld geweldig vond. Maar misschien had hij als president eerder de roep om kinderrechten moeten steunen, oppert HANS VAN CROMBRUGGE, dan die om een twijfelachtige soort vrijheid.
De kinderen en jongeren in de Verenigde Staten komen op straat. Ze zijn verontwaardigd omdat de overheid nog steeds geen maatregelen heeft genomen die een veilig leven kunnen waarborgen (DS 26 maart). Terecht richten ze hun pijlen op de veel te tolerante wapenwetgeving en de machtige wapenlobby, die zich verzet tegen beperkingen op de vrije wapendracht.
Dat de wapenindustrie haar belangen wil verdedigen, is niet verwonderlijk. Opmerkelijker is dat deze lobby zichzelf opwerpt als verdediger van fundamentele American values zoals die vastgelegd zijn in de grondwet en Bill of Rights. Dat is niet zomaar een retorische truc. Zelfs zogenaamd progressieve presidenten als Bill Clinton en Barack Obama wilden hun handen niet verbranden aan de wapenwetgeving.
Recht op vrijheid
Raken aan het Tweede Amendement staat gelijk aan raken aan de stichtende waarden en identiteit van de VS. Voor velen is de vrijheid om wapens te bezitten en te gebruiken niet alleen een fundamenteel recht van de burger, maar als zodanig ook een mensenrecht. Geen recht op vrijheid zonder dat je dat recht ook mag verdedigen. Vooral tegen een centrale overheid die aangesteld is door zich verenigende (burgers van) staten om hen in hun vrijheid te ondersteunen.
Het belang van het kind wordt ondergeschikt gemaakt aan dat van de natie. De legitieme vraag van de kinderen en jongeren zal in naam van de vrijheid van mens en burger wellicht niet zomaar ingewilligd worden.
Het is op grond van diezelfde fun HANS
VAN CROMBRUGGE
Wie? Wat? damentele vrijheid dat de VS het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) als enige land ter wereld niet geratificeerd hebben en dat ook niet snel zullen doen. Clinton heeft tijdens zijn ambtsperiode het IVRK wel ondertekend, maar nooit ingediend bij de Senaat voor goedkeuring. Zonder bekrachtiging van de Senaat is die handtekening van weinig of geen waarde. En ook Obama – die de VS als champion van de mensenrechten zag – waagde zich niet aan zo’n ratificatieprocedure, omdat hij wist dat de vereiste tweederdemeerderheid verre van evident was.
Tegen het gezin
Want ook hier gaat het niet om de belangen van kinderen, maar wel om de fundamentele waarden van het gezin, die deze van de natie en dus van de mens zelf zijn. De family valueslobby beweert dat, onder het mom van kinderrechten, de Verenigde Staten beroofd zullen worden van hun soevereiniteit, en dat de ouders (zowel als individu, als in gemeenschap) niet langer de vrijheid zullen hebben hun kinderen op te voeden volgens hun fundamentele overtuigingen.
De (burgers van de) staten die zich verenigden, hebben dit gedaan onder de voorwaarde dat niet de centrale overheid, maar zijzelf hun kinderen kunnen opvoeden en het onderwijs geven dat zij geschikt achten. Diezelfde overheid moet dat waarborgen. Zonder die ouderlijke vrijheid stelt de vrijheid van de mens en de burger niets voor. Of zoals Alexis de Tocqueville al vaststelde voor de Amerikaanse democratie: zonder de familie zou de burger al leen staan in zijn strijd tegen de onderdrukker.
De Amerikaanse burger, die voortdurend voor zijn vrijheid vecht tegen een opdringerige centrale overheid, zal die vrijheid toch niet laten beperken door de kinderrechtenexperts van de VN? Experts die – zo stelt die burger zich voor – de family values niet koesteren: ze zijn voor het recht op abortus, tegen religieuze opvoeding, voor een monopolie van het openbaar onderwijs en voor een maximale vrijheid van kinderen. Kortom, ze zijn tegen het gezin.
Ondertussen zitten duizenden minderjarigen in gevangenissen (meer dan 50.000 op een gemiddelde dag, van wie velen bij volwassen ge vangenen), maakt een tiental staten nog steeds geen onderscheid tussen minder en meerderjarigen wanneer ze misdaden bestraffen en moeten minderjarige delinquenten dwangarbeid verrichten in jeugdgevangenissen die gerund worden als bedrijven die winst moeten maken (en dat ook doen). Plaatselijke overheden maken geen middelen vrij voor degelijk openbaar onderwijs voor alle kinderen en de normen voor minimale gezondheidszorg voor kinderen zijn in de VS lager dan die in menig minder rijk land. Dat alles moet kunnen in naam van die fundamentele vrijheid van ‘de mens’ en de onvervreemdbare family values die stichtend zijn voor de VS.
Het belang van kinderen wordt nog steeds ondergeschikt gemaakt aan ‘hogere’ belangen – die van de democratie, de natie en de mensheid. De mars tegen de wapenwetgeving en voor een veilige schoolomgeving is een eerste stap naar een nog veel langere mars: voor de erkenning van kinderrechten als fundamentele mensenrechten in de VS.
Voor veel Amerikanen is de vrijheid om wapens te bezitten en te gebruiken een mensenrecht