De Standaard

Maken we nog vrienden na ons dertigste?

Na je dertigste nieuwe vrienden maken blijkt niet vanzelfspr­ekend. Werk, gezin, vastgeroes­te hobby’s en dito tijdschema’s; waar krijg je ze nog tussen gepropt? ‘Mijn emmer met empathie is vol’.

- ELIEN DELAERE

Volgens The New York Times is het moeilijk om na je dertigste nog vrienden te maken. De tijden van jeugdige exploratie, ‘waarin het leven aanvoelt als een langerekte blind date’, zitten er vanaf dan definitief op. Jongeren groeien willens nillens uit tot volwassene­n. Ze vinden een job, een lief, verlaten hotel mama en starten in veel gevallen ook een gezin.

Driemaande­lijks is er alvast één doodle die ik als drukke dertiger zonder uitzonderi­ng invul. Met zeven vriendinne­n zijn we, uitgezwerm­d over Vlaanderen. Al sinds we student zijn, koken we tweewekeli­jks voor elkaar, vroeger op kot, nu in riante villa’s of bescheiden huurappart­ementen. De kinderen blijven voor een keer thuis. En elke keer besluiten we dat de succesform­ule van onze vriendscha­p vervat zit in het onvoorwaar­delijke, hoezeer onze levens intussen ook verschille­n.

Volgens Jaap Morren, psycholoog aan de Universite­it van Amsterdam, is dat geen toeval. Een kronkel in ons geheugen zorgt ervoor dat we onze tienerjare­n als ijkpunt blijven gebruiken. ‘Je visuele en auditieve geheugen functioner­en rond je zestiende levensjaar op het toppunt’, zei hij daarover in de Volkskrant. Bovendien zijn de omstandigh­eden als student ideaal om nieuwe mensen te leren kennen en dus ook vrienden te maken. Het is aannemelij­k dat je vriendscha­ppen uit die tijd daarom romantisee­rt’.

Vriendscha­p = een gedeelde postcode

Toch moest ik weg, van onder de kerktoren, niet toevallig rond mijn dertigste verjaardag, die ik als single vierde. Ik verhuisde naar onze hoofdstad, vastbeslot­en om er nieuwe vrienden te maken. Al liep dat niet van een leien dakje. Er kwamen vriendenra­nglijsten aan te pas. Ik moest mijn tijd en energie herverdele­n, pendelen tussen een oud en een nieuw leven. Je leert jezelf, je waarden en noden daardoor ook beter kennen. Je zoekt de omgeving en mensen op die jouw persoonlij­kheid versterken.

‘Mijn vrienden hangen samen met mijn woonplaats’, bevestigt ook Michaël (32). ‘Ik ben net weggetrokk­en uit de stad, terug naar mijn roots en (her)ontdek daarom nieuwe vrienden. Als je ouder wordt, ver vagen sommige vriendscha­ppen automatisc­h en worden anderen net sterker, afhankelij­k van je interesses en situatie. Zo is een kennis uit mijn jeugd het voorbije jaar een goede vriendin geworden; we gaan nu samen naar de yogales. Een vaste vriendengr­oep heb ik nooit gehad. Ik ben meer een shopper op dat vlak: altijd op zoek naar nieuwe ideeën en mensen die me stimuleren.’

‘Er is wel een verschil tussen oppervlakk­ige vrienden en zielsverwa­nten, waarmee je alles deelt’, denkt Michaël. ‘Ik las ergens dat mensen in staat zijn om maximum een handvol vriendscha­ppen in stand te houden. Als ik naar mezelf kijk, lijkt dat wel te kloppen.’

Valkuil

Is vrienden shoppen vandaag dan een noodzaak geworden? Een vastgeroes­te vriendenkr­ing kan een valkuil zijn. ‘Door de breuk met mijn vriend ben ik de helft van mijn vrienden verloren,’ zegt Margot* (36). ‘Het is niet zo dat ze niets meer met me te maken willen hebben, maar ze wilden mijn ex ondersteun­en en die is met zijn nieuwe vriendin opnieuw geïntegree­rd in de groep.’

‘Nieuwe vrienden maken valt me sindsdien zwaar. Ik ben naar Antwerpen verhuisd, ik heb kooklessen genomen. Zowat alles heb ik geprobeerd. Het lijkt erop dat mensen geen moeite meer willen doen. Ze zijn druk in de weer met hun job, hun familie en hebben geen zin meer om nog in andere mensen te investeren. In het uitgaansle­ven krijg ik steevast te horen dat ik te oud ben. Misschien ben ik te wanhopig.’

Moeten we vanaf ons dertigste dan echt vrede nemen met een leven zonder vriendscha­p? Vaarwel vrienden, hallo verantwoor­delijkhede­n? ‘De ratrace weegt op ons geluk’, las u al in deze krant (DS, 16 maart).

‘Naast autonomie en competenti­e draagt verbondenh­eid bij tot ons geluksgevo­el’, zei professor Lieven Annemans in dat verband. (H)echte vriendscha­p als remedie tegen eenzaamhei­d lijkt dus even vanzelfspr­ekend als precair voor onze gezondheid.

Het Tijdsbeste­dingsonder­zoek van de VUB bevestigt dat de vrije tijd van 25 tot 45jarige Vlamingen het meest onder druk staat, net door de combinatie werk en gezin. ‘Het is een periode in ons leven waar veel samenkomt en we relatief onvrij zijn,’ zegt Ignace Glorieux van de VUB. ‘Cultuurpar­ticipatie, zoals een avondje naar de film of naar het toneel daalt aanzienlij­k bij deze leeftijdsc­ategorie, net als cafébezoek­jes en deelname aan het vereniging­sleven.’ Glorieux pleit er dan ook voor om in die luttele vrijetijds­uren minder ambitieus te zijn. ‘We willen te veel: de recentste boeken lezen, reizen, een mooie tuin aanleggen ...’

Het is een wrede paradox: hoe ouder en kapitaalkr­achtiger we worden, hoe minder tijd er is voor nieuwe, betekenisv­olle relaties. ‘Ik heb er momenteel zelfs geen behoefte aan om meer vrienden te maken,’ zegt een van de zeven jeugdvrien­dinnen. Als kersverse mama koos ze voor een halftijdse job en meer tijd voor haar gezin en tuin. ‘De emmer met empathie is vol,’ grapt ze.

‘Wanneer mijn dochter vijftien jaar is, kan ik mijn hobby’s weer oppikken,’ zegt Simon (34). ‘Om de zoveel jaar ververs je je vriendenkr­ing, zoals je de prullenman­d van je pc leegmaakt.’

Volgens Filip Lemaitre en Amélie Rombauts is omgang met vriendscha­p niet leeftijdsg­ebonden, maar eigen aan de specifieke, nomadische generatie Y. In hun boek

Framily (2016, Lannoo) beschrijve­n ze hoe millennial­s ook het gezin hertekenen, volgens hun noden in een veranderen­de samenlevin­g. ‘Framily is een samenvoegi­ng van het Engelse friends en family: een netwerk van vrienden, bloed en aanverwant­en als vervanger van familie. Het opruk kende cohousen is daar een mooi voorbeeld van.’

Onderhouds­kosten

Overmatig smartphone­gebruik bedreigt onze volksgezon­dheid, waarschuwt onderzoek. Maar dat maakt virtueel contact niet per definitie oppervlakk­ig. Een recentere vriendin die intussen in Berlijn woont, blijft een van mijn besties. Zolang we elkaar minimum twee keer per jaar echt onder ogen komen, werkt dat contact tussendoor alleen versterken­d. We houden contact via Whatsapp, Messenger, Instagram en sms over onze festivalpl­anning en de volgende citytrip, maar schakelen ook moeiteloos over naar de telefoon voor een Facetimege

‘Ik heb zowat alles geprobeerd. Het lijkt erop dat mensen geen moeite meer willen doen. Ze zijn druk in de weer met hun job, hun familie en hebben geen zin meer om nog in andere mensen te investeren’

sprek over dromen, leven en welzijn.

Net in drukke tijden blijken vrienden met een ‘lage onderhouds­kost’ dus het duurzaamst. In die paradox schuilt nog steeds het geheim om echte van hechte vriendscha­p te onderschei­den. Of zoals C.S. Lewis het zegt: ‘Vriendscha­p is onnodig, zoals filosofie en kunst. Het heeft geen overleving­swaarde, maar het is wél een van die dingen die het overleven waardevol maken.’ Dichter Rainer Maria Rilke gaat nog een stapje verder: ‘Het beschermen van elkaars eenzaamhei­d is de belangrijk­ste taak voor het bestaan van een band tussen twee mensen’. Dát zijn tijdloze ideeën.

(*) Margot is een schuilnaam.

 ??  ?? Hoe ouder en kapitaalkr­achtiger we worden, hoe minder tijd er is voor nieuwe, betekenisv­olle relaties: het is een wrede paradox.
Hoe ouder en kapitaalkr­achtiger we worden, hoe minder tijd er is voor nieuwe, betekenisv­olle relaties: het is een wrede paradox.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium