Spotify moet beetje Netflix worden
Spotify start vandaag zijn beursgang in New York. Het wordt een onvoorspelbare rit, net zoals de toekomst van het bedrijf.
BRUSSEL I Ondanks het eerder kwakkelende beursklimaat van de afgelopen maanden zet Spotify zijn beursgang door. Spotify (de samentrekking van Spot & Identify) werd opgericht in 2006 door de Zweden Daniel Ek en Martin Lorentzon. Het is vanuit Stockholm uitgegroeid tot ’s werelds grootste muziekstreamingdienst. In tegenstelling tot iTunes in de oude dagen, waarbij je betaalde per te downloaden liedje, streamt het muziek op basis van een abonnement.
Spotify zegt dat streaming opnieuw groei heeft gebracht voor de muziekindustrie na een decennium van krimp, onder meer door piraterij. Het heeft zo’n 71 miljoen betalende gebruikers en is twee keer zo groot als de nummer twee in muziekstreaming, Apple Music met zijn 36 miljoen betalende gebruikers.
Het bedrijf groeit snel, want in het eerste kwartaal van 2015 had het bijvoorbeeld nog maar 14 miljoen betalende gebruikers. Spotify voorspelt dat het dit jaar afklopt op 92 miljoen tot 96 miljoen betalende gebruikers.
Een meerderheid (54 procent) betaalt vandaag nog altijd niet voor de muziekdienst, maar kiest voor het gratis model. Dan moet je er wel de reclame bijnemen. Spotify denkt dit jaar af te kloppen op 198 miljoen tot 208 miljoen actieve gebruikers of ruim een kwart meer.
Spotify heeft de afgelopen twaalf jaar nog nooit geld verdiend. Afgelopen jaar stond tegenover elke 100 euro inkomsten een bedrijfsverlies van bijna 10 euro. Spotify verwacht dat het bedrijfsverlies dit jaar lager zal liggen.
Volgens Spotify staat streaming nog in de kinderschoenen. De Zweden doen dat door het aan tal gebruikers te vergelijken met de 2 miljard gebruikers van Facebook of de 1,5 miljard van YouTube.
Duurzaam model?
Spotify heeft een leuke niche gevonden met muziekstreaming, maar kan het daarop overleven? Het is een vraag die analisten verdeelt. Spotify is bijzonder afhankelijk van de muziekindustrie. Het stort meer dan drie kwart door aan de grote platenmaatschappijen. Per 100 euro dat het ontvangt, hield Spotify maar 21 euro aan brutomarge over. De platenindustrie kreeg 79 euro. Spotify hoopt zijn aandeel de komende jaren stelselmatig op te trekken tot ruim een derde.
Spotify krijgt het advies Netflix te kopiëren: zelf een platenlabel oprichten en artiesten aan zich binden. Op die manier wordt het minder afhankelijk van de platenindustrie voor zijn aanbod. Amazon, Apple en Google, elk met hun eigen muziekstreaming, zijn op termijn grote uitdagers. Omdat ze muziekstreaming koppelen aan hun intelligente speakers. Ontwikkel ook zelf een huisspeaker, zeggen waarnemers aan Spotify.
Vraag en aanbod
Er worden geen nieuwe aandelen aangeboden, alleen bestaande
Spotify heeft de afgelopen twaalf jaar nog nooit geld verdiend
Spotify gaat op een vrij rudimentaire manier naar de beurs.
Geen bankiers die een op voorhand afgesproken aantal aandelen naar de markt mogen brengen (en die vaak stiekem voorbehouden voor hun goede klanten), maar de oeroude wet van vraag en aanbod die alles zal bepalen. Spotify brengt zijn aandelen rechtstreeks naar de markt zonder bankiers. Hoeveel aandelen? Dat is niet bepaald. Het is afwachten hoeveel bestaande aandeelhouders aandelen willen verkopen. En dat hangt mee af van de vraag.
De verwachting is dat het tot ’s middags kan duren voor er een evenwichtsprijs tussen vraag en aanbod tot stand komt. Er worden ook geen nieuwe aandelen aangeboden, alleen bestaande. Spotify zelf zegt geen extra geld nodig te hebben. Het had per eindejaar 1,5 miljard euro in kas. De beursnotering creëert gewoon liquiditeit voor de aandeelhouders. Wie wil verkopen, kan eruit.
De stichters Daniel Ek en Martin Lorentzon zijn de grootste aandeelhouders. Andere zijn Sony, het Chinese Tencent en een paar financiële fondsen. Op basis van recente transacties in het aandeel zou het bedrijf om en nabij de 20 miljard dollar waard zijn. De meest optimistische analisten voorspellen het dubbele. Netflix met zijn 123 miljoen abonnees is 120 miljard dollar waard.