De hoge hoed van Marc Coucke
Op 4 april moet KV Oostende een woordje uitleg geven over hoe de verkoop van de kustploeg door Marc Coucke aan verzekeringsmakelaar Peter Callant geregeld is. De bedoeling is na te gaan of KVO aan de licentievoorwaarden voldoet om volgend seizoen in de Pro League te blijven voetballen.
De problematiek is bekend. Omdat hij onverwacht de kans kreeg RSC Anderlecht te kopen en het verboden is twee clubs van dezelfde competitie te controleren, moest Marc Coucke halsoverkop KVO verkopen. Het dossier was niet echt verkooprijp. Er stond een flinke rekening courant open (allerlei investeringen die Coucke zelf had betaald voor KVO) en kandidaatbieders vroegen zich af wat de waarde van KVO zonder performer Coucke was.
Niemand bleek bereid de dure vraagprijs te betalen. En omdat Coucke geen zin had verliezen te slikken, werd sportliefhebber Callant in stelling gebracht als tussenoplossing. Die had niet het geld om KVO te kopen, maar dat moest ook niet. Creatieve oplossingen genoeg in de hoge hoed van Coucke.
Eén mogelijke oplossing is dat Coucke met een forse earnout werkt. De techniek van een earnout wordt vaak gebruikt om de verkoper uitzicht te geven op een hoge prijs, terwijl de koper garanties wil dat hij die prijs alleen betaalt als het bedrijf later effectief stevige winsten boekt. Normaal is het stuk earnout beperkt tot, pakweg, een kwart van de verkoopprijs. Het laatste kwart wordt maar betaald als de doelstellingen gehaald worden. In het geval van Callant zou Coucke zelfs met een earnout van 90 procent kunnen werken. Callant betaalt nu het absolute minimum en als KVO later doorverkocht wordt, strijkt Coucke het gros van de verkoopsom op.
Een andere mogelijkheid is dat Coucke een onderhandse lening toespeelt aan Callant, die daarmee de aandelen van KVO koopt en de lening aan Coucke terugbetaalt met het geld uit de doorverkoop. En natuurlijk kan ook afgesproken worden dat Callant pas de volle som moet betalen als hij KVO binnen vijf jaar verkoopt.
Mogelijkheden genoeg om de licentiecommissie te slim af te zijn. De alternatieve pistes zijn niet neutraal. In de drie voorbeelden is het de vraag wie het risico draagt van een slechte verkoopprijs bij de finale doorverkoop. Als dat Coucke is, heeft die er economisch belang bij om erover te waken dat KVO het goed blijft doen. Maar zo’n inmenging botst met de regels van de Voetbalbond.
Niemand verwacht dat de licentiecommissie van de Voetbalbond haar tanden laat zien. Ze heeft geen trackrecord inzake het doen naleven van het reglement. Dat is eerder al gebleken met de eigendomskwesties bij Moeskroen, Antwerp en SintTruiden. Nochtans is het eenvoudig. Het is aan de voetbalploegen om aan te tonen dat ze het reglement volgen. Wie dat niet doet, wordt gesanctioneerd. Idem voor dossiers die achteraf niet kloppen. Als de wil er niet is om het reglement te doen naleven, kan men er beter ook geen opstellen.