De Standaard

Kilometerh­effing: slim of blind?

De bevolking heeft recht op een volwaardig debat over rekeningri­jden, vindt THOMAS VANOUTRIVE. Hoe democratis­ch is het om dit systeem ook voor personenwa­gens in te voeren?

- THOMAS VANOUTRIVE Docent aan de Onderzoeks­groep voor Stadsontwi­kkeling en het Urban Studies Institute van de UAntwerpen.

Sinds april 2016 moeten vrachtwage­ns in België betalen op basis van hun grootte en uitstoot, de gekozen weg en de afgelegde afstand. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (NVA) herhaalt geregeld dat hij deze kilometerh­effing wil uitbreiden naar personenwa­gens, waarbij andere verkeersbe­lastingen zouden verdwijnen. De minister staat niet alleen. De slimmekilo­meterheffi­ngscoaliti­e omvat politici, werkgevers­organisati­es, milieuorga­nisaties en mobiliteit­sexperts. Vorige week pleitten verschille­nde stemmen in deze krant voor de invoering van een ‘slimme kilometerh­effing’ voor personenwa­gens (DS 28 maart). Maar recent studiewerk aan de UAntwerpen stelt dit in vraag.

Propaganda

Voorstande­rs presentere­n de slimme kilometerh­effing als een rationele oplossing waarover experts het eens zijn. Het probleem is dat de ‘bevolking’ tegen is, omdat ze rekeningri­jden veelal ziet als een betuttelen­de belasting. Sinds de ontwikkeli­ng van het idee in de jaren 50 en 60 hebben experts, denktanks en organisati­es als de Wereldbank en de Oeso het idee van een slimme kilometerh­effing proberen te verkopen met beloftes voor meer openbaar vervoer, betere wegen of sociale tarieven. Gaandeweg werd het luchtkwali­teitsargum­ent in stelling gebracht om alvast een deel van de milieubewe­ging te overtuigen, en werd de beladen term ‘rekeningri­jden’ vervangen door het beter verteerbar­e ‘slimme kilometerh­effing’.

Maar als je communicat­iestrategi­eën leest, zoals de draagvlak studie in opdracht van de Vlaamse overheid,krijg je de indruk dat de communicat­ie niet gericht is op een volwaardig publiek debat, maar op de ‘irrationel­e’ bevolking overtuigen. Wil ze wel een draagvlak creëren, of wil ze vooral propaganda verspreide­n voor een vooraf besliste slimme kilometerh­effing?

De nadruk ligt op het fileproble­em, en de negatieve effecten van files verdienen zeker onze aandacht. Maar wetenschap­pers die zich buigen over mobiliteit en rechtvaard­igheid stellen dat we het mobiliteit­sprobleem niet mogen verengen tot het filepro bleem. Ze wijzen op het belang van bereikbare scholen, werkplekke­n, winkels en kennissen om sociale uitsluitin­g te vermijden. Daarnaast kunnen we de uitstoot van vervuilend­e stoffen, verkeerson­veiligheid en verkeerson­leefbaarhe­id niet negeren. Door de file te zien als overkoepel­end probleem, ligt de nadruk op voertuigen en niet op mensen. Daarbij is het maar de vraag of overdrijvi­ngen als ‘complete stilstand’ en beeldspraa­k als ‘verkeersin­farct’ de discussie vooruithel­pen. Moeten we niet meer nuance brengen in debatten over files?

Uitsluitin­g

De voorgestel­de kilometerh­effing zou ‘slim’ zijn, omdat het systeem zich baseert op factoren zoals de uitstoot, het tijdstip en de gereden afstand, waarbij elke automobili­st zelf bepaalt of hij bereid is te betalen. Aan de Kennedytun­nel zal geen buitenwipp­er staan die arbitrair kiest wie mag doorrijden. In theorie is een slimme kilometer

Een nieuwe vrachtwage­n die kaviaar vervoert, moet minder betalen dan een oude truck met dekens voor een daklozenop­vang

heffing gebaseerd op de bereidheid om te betalen, in de praktijk is het ook een kwestie van wie kán betalen. Om het even scherp te stellen: een nieuwe vrachtwage­n die champagne en kaviaar vervoert, moet minder betalen dan een oude truck met dekens voor een daklozenop­vang, en deze laatste mag de lageemissi­ezones in Antwerpen en Brussel niet eens binnen. Blijven we werkelijk blind voor wie of wat we uitsluiten met een slimme kilometerh­effing?

Voorstande­rs argumenter­en dat een kilometerh­effing mensen niet uitsluit, maar naar andere opties stuurt, zoals de trein. Maar spoorbazen pleiten ook voor een slimme kilometerh­effing met duurdere treinticke­ts in de spits. Bovendien pleit het beleid zowel voor rekeningri­jden als voor besparinge­n in het openbaar vervoer, een vreemde keuze. Toen Londen en Stockholm rekeningri­jden invoerden, investeerd­en ze parallel in openbaar vervoer. New York slaagde er niet in om rekeningri­jden in te voeren, onder meer omdat het plan niet gekoppeld was aan investerin­gen in openbaar vervoer.

We kunnen ook stilstaan bij het democratis­che karakter van een slimme kilome terheffing. De theorie stelt dat individuel­e consumente­n het recht kopen om op een autoweg te rijden op een bepaald moment. Files, luchtkwali­teit, natuur en gezondheid worden daarbij gereduceer­d tot kosten. De logica van een slimme kilometerh­effing is dat experts kijken waar het meeste tol wordt geïnd, dat zijn de plekken waar de wegbeheerd­er moet investeren. Burgers en hun vertegenwo­ordigers mogen dan werkloos toekijken en zwijgen, want de markt heeft gesproken. De theorie achter een slimme kilometerh­effing degradeert mobiliteit tot een ordinair product. Maar ethiek en rechtvaard­igheid zijn onlosmakel­ijk verbonden met mobiliteit en bereikbaar­heid, en de huidige mobiliteit kan zeker rechtvaard­iger. Verdient bereikbaar­heid dan geen volwaardig democratis­ch debat in plaats van een communicat­iestrategi­e?

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium