NATHALIE FRANCKEN: ‘IK GELOOF IN POSITIEVE ECONOMISCHE MIGRATIE’
Ons land breekt met zijn traditie om grijzende mannen naar de Wereldbank te sturen. Nathalie Francken trekt op 1 november naar Washington.
Haar broer Theo probeert in ons land de migratie onder controle te houden, maar verhindert allerminst dat zij haar vleugels uitslaat. Na verblijven in El Salvador, Tunesië, Tanzania en Madagaskar trekt Nathalie Francken (41) op 1 november voor ons land naar Washington. Ze wordt plaatsvervangend directeur bij de Wereldbank. Daar zal ze beleidsondersteuning bieden voor de uitvoerende directeur en indien nodig zijn plaats innemen in de 25koppige raad van bestuur van ’s werelds grootste instelling voor ontwikkelingssamenwerking.
Francken werkt vandaag voor de afdeling ontwikkelingssamenwerking van de Fod Buitenlandse Zaken. Ze is ook projectmanager aan de KU Leuven en doceert er ontwikkelingseconomie.
Hoe belangrijk is de Wereldbank nog? Tegenover het geheel van de leningen aan ontwikkelingslanden is het aandeel van de Wereldbank erg klein.
‘De Wereldbank is een van de weinige instellingen die interestvrije leningen geven, technische ondersteuning bieden en sterk inzetten op kennisoverdracht. Ik ben ervan overtuigd dat de Wereldbank een rol zal blijven spelen.’
In het verleden kreeg de Wereldbank scherpe kritiek wegens de Washington Consensus: ze legde privatiseringen en liberalisering op in ruil voor leningen.
‘De Washington Consensus is niét dood. Alleen heeft men te hard een one size fits allbeleid ge
voerd. Soms is het beter om de grenzen tijdelijk te sluiten voor handel. De Wereldbank is voorzichtiger geworden.’
Afrikaanse landen gaan steeds vaker in zee met China. Dat bouwt infrastructuur of geeft leningen zonder voorwaarden te stellen.
‘Het is niet zwartwit, maar eerder grijs. Veel Afrikaanse landen zien de Chinezen als een gelijkwaardige economische partner. Meer dan de Europese landen, om evidente historische redenen.’
Maar China is wel een partner die aast op hun grondstoffen.
‘Er is zeker interesse in die grondstoffen. En er zijn nietduurzame investeringen gebeurd, zoals wegen die na enkele jaren gaten vertonen omdat er maar één laag asfalt is gelegd. Maar ik heb ook positieve dingen gezien, bijvoorbeeld in Tanzania waar de Chinezen zeer goede ondersteuning gaven voor het landbouwbeleid. Europa moet inzetten op het verhogen van de transparantie van de Chinese samenwerkingsprogramma’s.’
Paradoxaal genoeg doen landen met veel grondstoffen het slechter, blijkt uit uw eigen onderzoek.
‘Dat is niet altijd zo, denk maar aan Noorwegen. Maar de vloek van de natuurlijke rijkdom bestaat. Uit ons onderzoek blijkt dat landen met veel grondstoffen net minder investeren in gezondheidszorg en onderwijs. Omdat het geld gemakkelijk binnenkomt, moet er minder verantwoording afgelegd worden.’
Dezelfde kritiek geldt voor ontwikkelingssamenwerking. Nobelprijswinnaar Angus Deaton stelt dat het meer kwaad dan goed doet omdat het overheden verzwakt.
‘Daar ben ik het niet mee eens. We moeten kiezen voor ontwikkelingssamenwerking die een katalysator is. Waar de overheid ondersteunt en ook de private sector zijn steentje bijdraagt. Zonder ontwikkelingssamenwerking waren we er nooit in geslaagd om aids of tbc zo sterk terug te dringen.’
Moet het budget voor ontwikkelingssamenwerking naar 0,7 procent van het bbp?
‘Dat is de Europese ambitie tegen 2030. Gegeven de budgettaire situatie weet ik niet of dat vandaag realistisch is. Maar het ontwikkelingsdenken mag zich ook niet blindstaren op de uitgaven. Niet alleen het volume telt, ook de resultaten.’
De regering, en ook uw broer, wil ontwikkelingssamenwerking inzetten om migratie te voorkomen. Is dat een goed idee?
‘De regio’s waar veel migranten vandaan komen, zijn ook de armste regio’s, zoals Guinea. Dus daar zullen we sowieso op inzetten. Maar is minder migratie het unieke doel van ontwikkelingssamenwerking? Natuurlijk niet.’
De beste manier om ongelijkheid te bestrijden is meer migratie toelaten, stelt econoom Dani Rodrik.
‘Ik geloof in positieve economische migratie. De VS is een land waar heel veel mensen naar geëmigreerd zijn en het heeft daar duidelijk de vruchten van geplukt. Maar migratie moet op een evenwichtige manier gebeuren. Het ontvangende land moet het ook aankunnen.’
Volgens Rodrik zitten we lang niet aan dat evenwicht. We kunnen best meer migratie aan, stelt hij.
‘Het is moeilijk om daar een gefundeerd antwoord op te geven. Dan zou je een economische analyse moeten doen: uit welke landen komen die migranten, in welke sectoren zijn ze tewerkgesteld, zijn ze goed geïntegreerd?’
Moeten we meer migratie toelaten, maar doelgerichter?
‘We moeten vooral op actieve migratie inzetten: mensen die hier willen komen werken of studeren. Maar eigenlijk moet u daarover met mijn broer praten. Dat is zijn beleid.’
‘Meer migratie? Daarover moet u met mijn broer praten. Dat is zijn beleid’
NATHALIE FRANCKEN
Toekomstig plaatsvervangend directeur van de Wereldbank