Het failliet van de pornografische blik
Porno is zo expliciet geworden, dat ze haar doel voorbij dreigt te schieten, schrijft Ignaas Devisch in een essay. Wij gingen met hem naar ‘Porno op papier’, een expo over vier eeuwen porno in Nederland, en een eerbetoon aan de naturelle vrouwelijke vorm,
Wie zijn tong waar zo diep mogelijk in stak, wie het met wie deed, wie zichzelf aanraakte en wie een ander betastte, en in welke constellaties dat gebeurde: de ambtenaren van het ‘Rijksbureau betreffende de bestrijding van den handel in vrouwen en kinderen en van den handel in ontuchtige uitgaven’ tikten alle zedenbedervende passages keurig (met vermelding van het paginanummer) over in hun leesrapporten. Het Bureau moest toezien op de naleving van de zedenwet van 1911. Het oordeelde of passages ‘kwetsend voor het normale geslachtelijke schaamtegevoel’ waren – een beschrijving die zo breed is, dat je je kunt voorstellen dat er geregeld collegiaal overleg nodig was. Voor bepaalde praktijken zaten ze met de handen in het haar – zo worstelden de ambtenaren met publicaties die het over “flagellatie, of andersoortige abnormaliteiten” hadden, waar strikt genomen geen geslachtsdelen verstrengeld raakten.
Er waren wel meer zaken waarvan iedereen aanvoelde dat er iets niet helemaal spoorde tussen de gebruikte taal en de praktijk. De boekjes met al te expliciete beschrijvingen noemden zich ‘realistische’ romans, en in contactadvertenties zochten masseuses opvallend vaak naar klandizie, terwijl ‘nimmer bleek dat bedoelde vrouwen eenig geldig diploma voor massage bezaten’, maar er wel ‘allerlei martelwerktuigen, zoals karwatsen, Spaansche rieten en kurken met naalden’ gevonden werden.
De strenge wet van 1911, die pas in de jaren zeventig weer versoepeld werd, was een laatste alomvattende poging van de Nederlandse staat om haar onderdanen te beschermen tegen het zedenverval. Dat de zeden bedreigd werden, was niet nieuw – de expo Porno op papier toont bijvoorbeeld ook zeventiendeeeuwse gravures waarop een geile bisschop met een duidelijk zichtbare erectie aan de slag gaat – maar begin twintigste eeuw dreigde een en ander uit de hand te lopen. Er waren verderfelijke buitenlandse invloeden, zoals de Franse ‘realistische’ traditie, en de genotszuchtige inslag van het Amerikaanse nachtleven in de jaren twintig, met een esthetiek die wij nu met een zekere klasse associëren, maar die toen vooral wulpsheid signaleerde (ah, die tailles! Die jurken! Die heupen!).
Van alle tijden
‘De schrik dat het volk zou degenereren zat er al in vanaf de industriële revolutie’, zegt Ignaas Devisch, die met De naakte waarheid zopas een filosofische visie op de porno van nu publiceerde. ‘Mensen verhuisden massaal naar de stad, waar ze het nachtleven leerden kennen, met elkaar dansten, dronken en rookten. Daar zouden ze allerhande ziektes van krijgen, en ze zouden niet meer goed presteren in de fabrieken.’ Ook dat idee – hoe ondeugdelijkheid rechtstreeks naar armoede leidde, omdat mensen de focus op hun werk verloren en/ of te veel kinderen kregen – is gedocumenteerd in Porno op papier. Taboe en tolerantie door de eeuwen heen.
‘Het is goed om een historisch overzicht te krijgen van erotiek, en van de slingerbeweging tussen preutse en tolerantere tijden’, zegt Devisch, terwijl we langs scabreuze gedichten, omstandige beschrijvingen van het hoerenleven, koloniaal geïnspireerde exotische fantasieën (alleen al de titels doen pijn aan de ogen: Ik, Françoise en de nikker en Die grijpende zwarte handen) en badpakkenfoto’s lopen. ‘Het ongemak over lichamelijkheid en seksualiteit is van alle tijden. En het zijn bijlange niet alleen geestelijken die er zich zorgen over gemaakt hebben, ook de industriëlen en de machthebbers wisten er zich niet goed raad mee. Het heeft te maken met de spanning tussen de individuele beleving en de maatschap pelijke impact, denk ik. We beleven seksualiteit als iets heel privé, maar het is wel iets wat we allemaal doen, waardoor het toch ook meeklinkt in de samenleving. Porno en erotiek zijn heel lang subversieve krachten geweest. Dat zie je bij die oude prenten van geile bisschoppen: de macht wordt letterlijk ontkleed. Denk aan Ensor. Maar denk evengoed aan Larry Flynt, die met zijn blootboekjes rebelleerde tegen de gevestigde waarden. Dat zijn we kwijt. De porno van nu draait om geld verdienen. Hoe hard porno ook wordt, subversief is ze al lang niet meer.’
De aantrekkingskracht van porno zit nog altijd in het grensoverschrijdende karakter ervan, denkt Devisch. Vandaar ook de schaamte die nog altijd rond porno hangt – de schaamte om het erover te hebben ook, als individu en als samenleving. ‘Je komt toch al snel bij dingen uit waarvan je je afvraagt: zou ik dit wel met mijn vriendin willen doen? Waarom is dit opwindend? Er zijn geen maatschappelijke grenzen meer te overschrijden, maar porno moet zichzelf nog altijd verder drijven. Daar zit het failliet van de pornografische blik: hij grijpt altijd naast het genot, juist omdat hij nog altijd krampachtig wil bewijzen dat je echte seks ziet. Het is niet door al het schaamhaar te bannen dat je echte seks toont. Het is niet door een vacuümpomp op een vagina te zetten dat je toont waar het genot zich schuilhoudt. Wat is het volgende, een camera die vanuit de baarmoeder de penetratie regis treert? Als je luid moet roepen dat je geniet, dan geniet je niet, maar ben je je genot in scène aan het zetten. Hoe dichter porno bij de oerbeleving van seks probeert te komen, hoe meer het opvalt hoe het geënsceneerd is. Daar komt ook die tegenbeweging van de amateurporno vandaan, denk ik. Van mensen die echtheid willen zien.’
Schaamteloos
De pornografische blik beperkt zich niet tot de porno. Het is een streven dat Devisch ook elders in onze samenleving ziet. ‘Een bepaald soort wetenschap maakt diezelfde denkfout. Er is een uitspraak van Georges Bataille die mij al twintig jaar bezighoudt. Hij zei: “Ik denk zoals een meisje haar jurk optilt.” Wetenschap en filosofie hebben iets schaamteloos. Je eist een stuk wereld op, wil het dwingen om zich bloot te geven. Dat zie je goed in hoe wij nu wetenschap bedrijven: je deelt de wereld op in kleine stukken, geeft elk stuk aan een specialist, en die zet er een microscoop op. Maar het is niet omdat we weten hoe onze hersenen in elkaar zitten, dat we begrijpen hoe de liefde
werkt. We zouden daar beter wat terughoudender in zijn, en beseffen hoe complex alles is, en hoe we als onderzoekende partij ook altijd betrokken zijn. Ook daarin verschilt porno van erotiek: door zo te focussen op de samenstellende delen van de seks, schiet de sensualiteit, dat wat seks tot een echte ervaring maakt, erbij in. Je ziet het ook steeds meer in de realityreeksen en in onze praatcultuur: iedereen moet zich altijd maar outen en zijn emoties benoemen. Als je dat niet wil doen, als je iets wil privé houden, dan ben je “niet echt”, en dus niet te vertrouwen. We zijn geobsedeerd ge
‘Hoe moet dat als je als dertienjarige al honderden beelden van naakte vrouwen gezien hebt? Is dat goed voor je verbeelding of slaat het ze dood?’
IGNAAS DEVISCH
raakt door transparantie. Dat klinkt als een goede zaak. Maar net daarom wil ik het in vraag stellen: als niemand een probleem ziet, is het de taak van de filosoof om wel een probleem te zien.’
Protest tegen badpak
‘Het probleem met porno is niet dat het de geesten corrumpeert’, zegt Devisch terwijl we in het museum Meermanno naar de nog min of meer verhulde rondingen van vrouwen uit eerdere decennia kijken. ‘In de jaren vijftig is er in Gent protest geweest omdat er een filmaffiche van Marilyn Monroe in badpak hing. De suggestie van een vrouwelijke vorm was genoeg om de verbeelding aan het werk te zetten. Terwijl porno doet alsof het niets meer verhult, is de verbeelding essentieel voor de erotiek. Hoe moet dat als je als dertienjarige al honderden beelden van naakte vrouwen gezien hebt? Is dat goed voor je verbeelding of slaat het ze dood? Het zou zonde zijn onze erotische traditie te laten verdringen door porno.’
‘De naakte waarheid’ van Ignaas Devisch verscheen bij de Bezige Bij ter gelegenheid van de maand van de filosofie en is te koop in de onafhankelijke boekhandels, die zich verenigd hebben in het netwerk Confituur.
‘Porno op papier’ loopt nog tot 24/6 in museum Meermanno in Den Haag. Het bijbehorende boek ‘Onder de toonbank. Pornografie en erotica in de Nederlanden’ verscheen bij uitgeverij Van Oorschot.