EU heeft kopzorgen over Italië
Een aanslepende regeringsvorming in Rome dreigt broodnodige economische hervormingen weer naar het achterplan te verdringen.
BRUSSEL I ‘Eerst een trainingsrondje’, zei de kersverse Kamervoorzitter Roberto Fico van de Vijfsterrenbeweging gisteren aan reporters in Rome, waar hij de Italiaanse president Sergio Mattarella had ontmoet. Het echte werk begint inderdaad pas vandaag, wanneer het staatshoofd met het oog op de vorming van een nieuwe regering de voorzitters van de belangrijkste partijen spreekt (zie inzet). Mattarella staat voor een politieke rebus van formaat. Bij de parlementsverkiezing, vorige maand, kwamen de Vijfsterrenbeweging en de radicaal rechtse Lega als winnaars uit de bus, maar niemand behaalde een parlementaire meerderheid.
De coalitie die numeriek het meeste steek houdt, ligt zeer moeilijk. Zo wil de Lega bedrijven en gezinnen paaien met een ‘flat tax’ (één belastingtarief) van 15 procent, waardoor de overheid flink wat inkomsten zou verliezen, terwijl de Vijfsterrenbeweging een universeel basisinkomen wil invoeren, wat juist veel belastinggeld kost.
Nu al wordt rekening gehouden met een regeringsvorming van zeker twee maanden. Hoe langer het duurt, hoe slechter. Aanslepende politieke onzekerheid maakt Italië kwetsbaar voor de grillige reacties van de internationale financiële markten.
Reddingsplan onbetaalbaar
Een lange regeringsvorming in Italië is ook slecht nieuws voor Europa. Met 16 procent van het BBP van de eurozone is Italië ‘too big to bail out’. Een reddingsplan voor de op twee na grootste economie van de eurozone is onbetaalbaar. Italië is ook een belangrijke exportmarkt voor een reeks eurolanden, waarmee Rome bovendien sterke financiële banden heeft. Europa vreest natuurlijk ook dat een aanslepende regeringsvorming in Rome verdere financieeleconomische en politieke hervormingen naar het achterplan verdringt. Hoeveel progressie heeft Rome met die hervormingen tot hiertoe gemaakt?
In een recent rapport stelt de Europese Commissie vast dat de Italiaanse economie zich met een lichte groei heeft herpakt, maar structurele zwaktes blijven overeind en de grote verschillen tussen noord en zuid zijn allesbehalve uitgevlakt. Over de hervorming van de Italiaanse bankensector is de Commissie gematigd positief. Italië pakte enkele van de zwakste banken aan, waardoor het meest acute gevaar is geweken. Ook het aantal probleemkredieten (leningen aan gezinnen of bedrijven die niet of te laat worden terugbetaald) daalde, maar het totale aantal blijft hoog.
Italië boekte substantiële vooruitgang in de strijd tegen corruptie en belastingontduiking. Daar staat dan weer een omvangrijke staatsschuld (zo’n 130 procent) en een lage tewerkstellingsgraad tegenover. Het aantal langdurige en jonge werklozen daalt, maar blijft bij de hoogste in de Europese Unie. Ook het verschil tussen het aantal werkende mannen (73 procent) en vrouwen (52,6 procent) is bij de grootste in heel Europa, omdat Italië nauwelijks betaalbare kinderopvang heeft. Nochtans geldt de ‘Jobs Act’ – de ambitieuze flexibilisering van de Italiaanse arbeidsmarkt – als de belangrijkste verwezenlijking van de ontslagnemende centrumlinkse regering. Bedrijven werden met belastingvoordelen aangemoedigd om sneller aan te werven en konden ook makkelijker werknemers ontslaan. De keerzijde: ondersteunende maatregelen om mensen aan werk te helpen bleven uit.
In Europese middens bestaat veel schrik voor een eventueel economisch beleid van de Lega en Vijf Sterren. De kans is groot dat een verlaging van de pensioenleeftijd, zoals Vijf Sterren voorstelt, in het snel vergrijzende Italië onbetaalbaar blijkt. Toch zijn zeker niet alle aanbevelingen van de Commissie onverenigbaar met beide partijprogramma’s. Gerichte maatregelen om de ( jeugd)werkloosheid aan te pakken, zijn voor de Vijf Sterren een fundamenteel programmapunt. En de Lega kan zeker leven met de oproep tot administratieve vereenvoudiging en minder bureaucratie om het (NoordItaliaanse) ondernemersklimaat aan te porren.
Niemand spreekt van Italexit
Beide partijen worden geregeld weggezet als ‘economische populisten’ die zeer kritisch zouden zijn voor Europa én voor de euro. ‘Maar geen enkele partij in Italië pleitte tijdens de campagne voor een uitstap uit de euro’, nuanceert politiek analist Franco Pavoncello van de John Cabot University in Rome. Eens ze in een regering stappen, zullen pragmatisme en het respect voor de Europese afspraken weer overheersen, voorspelt hij. Maar dan moet Italië natuurlijk wel eerst een regering vormen.
In Europese middens bestaat veel schrik voor een economisch beleid van de Lega en Vijf Sterren