Weer mag Francken terrorist niet uitwijzen naar Marokko
Opnieuw vergat Vreemdelingenzaken grondig te onderzoeken of een man bij zijn terugkeer naar Marokko geen risico loopt te worden gefolterd. Is de administratie slordiger geworden?
BRUSSEL I De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) wilde een Marokkaanse man naar Marokko terugsturen, omdat hij een gevaar is voor de openbare orde en de nationale veiligheid. In 2014 werd hij veroordeeld tot drie jaar cel voor zijn deelname aan een terroristische groepering.
De terreurcel stond onder leiding van Rachid Benomari, die in 2012 naar Somalië trok om er met alShabaab de heilige oorlog te voeren. De Marokkaanse man in kwestie werd onder meer veroordeeld voor het verstrekken van materiële en financiële hulp. Nadat hij zijn straf had uitgezeten, kon hij worden teruggestuurd naar Marokko. Daarvoor had de administratie al zijn verblijfsrecht afgenomen en hem van de gevangenis naar een gesloten centrum overgebracht.
Maar nu heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) zijn repatriëring in een schorsingsarrest tegengehouden. Volgens de beroepsrechtbank in asiel en migratiedossiers heeft de DVZ onvoldoende onderzocht of de man bij zijn terugkeer een risico loopt om onmenselijk te worden behandeld, wat een schending betekent van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Intussen heeft de administratie een nieuwe beslissing genomen, waartegen de man weer in beroep is gegaan. Binnenkort velt de rechtbank een nieuw arrest.
Het is al de tweede keer in enkele weken tijd dat de RvV de repatriëring van een veroordeelde Marokkaanse terrorist tegenhoudt, omdat hij het risico loopt te worden gefolterd in eigen land. Vorige maand mocht de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Theo Francken (NVA), om die reden Bilal S. niet terugsturen (DS 16 maart). Hij maakte deel uit van de terreurcel van Khalid Zerkani, die door het federaal parket de grootste ronselaar van jihadisten in België werd genoemd. Bilal S. werd in 2015 tot vijf jaar cel veroordeeld. Ook hij had zijn straf uitgezeten. Volgens de RvV had Vreemdelingenzaken geen enkele stap ondernomen om van Marokko de garantie te krijgen dat hij er niet onmenselijk behandeld zou worden.
Manifest onwettig
Twee keer dus motiveerde Vreemdelingenzaken zijn beslissing onvoldoende, maar ditmaal sprong de administratie wel heel creatief met haar motiveringsplicht om door toe te geven dat een grondig onderzoek naar een mogelijke schending van artikel 3 pas later zou gebeuren, in het ge sloten centrum, en dat na dat onderzoek een nieuwe beslissing zou worden genomen. Dat maakt de eerste beslissing van de DVZ manifest onwettig.
Volgens de huidige wetgeving kan een vreemdeling zonder papieren niet langer dan 24 uur worden opgesloten als de administratie niet weet of en naar welk land zij die persoon kan terugsturen.
Volgens de beroepsrechtbank gebruikt de DVZ deze bizarre formulering de jongste weken wel vaker in verwijderingsbeslissingen. Dat heeft volgens de persmagistraat van de RvV al geregeld geleid tot een schorsingsarrest, zowel in ‘klassieke’ verwijderingsbeslissingen als in specifieke dossiers van transmigranten. Het probleem met die groep is dat de DVZ hen opgesloten wil houden, terwijl hij vaak nog zekerheid moet krijgen over hun identiteit en nog niet kan weten naar welk land ze kunnen worden teruggestuurd.
De verschillende arresten van de voorbije weken en maanden die Vreemdelingenzaken overrulen wegens een schending van artikel 3, wekken de indruk dat de administratie van staatssecretaris voor
Asiel en Migratie
Theo Francken (NVA) eerder bekommerd is om de terugkeercijfers dan om de kwaliteit van terugkeerbeslissingen.
Dat lijkt alleen maar zo. Uit de cijfers van de beroepsrechtbank blijkt dat het aandeel beroepen waarin vreemdelingen gelijk krijgen in de schorsingsprocedure, al vele jaren stabiel blijft, en rond de 15 procent schommelt.
Volgens de beroepsrechtbank in asielen migratiedossiers formuleert Vreemdelingenzaken de jongste weken wel vaker op bizarre manier zijn verwijderingsbeslissingen