De verrassende dood van Sandro Veronesi
‘Weet je waarom ik niet bang ben om dood te gaan? Omdat het verrassend zal zijn. In mijn leven heb ik al verschillende intense, ontwrichtende ervaringen gehad en telkens onthulden die iets van mij – goed of slecht – waarvan ik niet wist dat ik het in mij had. Zo zal het ook zijn in mijn ultieme uur en wellicht in verhevigde vorm, want sterven zal het meest intense zijn dat ik zal hebben gedaan, naast geboren worden. Het zijn de twee momenten waarop de natuur zich manifesteert en een mens zijn diepste aard ontdekt.’
‘In het uur van je dood blijkt misschien dat je iemand bent die zich het liefst afzondert, of net iemand die niet zonder anderen kan. Hoe het in mijn geval zal zijn, daar heb ik het raden naar. Ik ken mijn eigen persoonlijkheid ondertussen wel een beetje, maar sterven zal zo ingrijpend zijn dat ik niet kan voorspellen hoe mijn ware gelaat eruit zal zien in het aanschijns des doods.‘
‘Het prikkelt mijn nieuwsgierigheid. Daarom hoop ik dat ik mijn sterven bewust mag meemaken. Dat eerste, grote natuurlijke moment – de geboorte – beleef je te onbewust om het je te herinneren. Dat is jammer, want na mijn vijf zonen uit het lichaam van hun moeders te hebben zien komen kan ik getuigen dat het een moment is dat met niets te vergelijken valt. Ik vermoed dat het andere uiterste – de dood – nog krachtiger is en daarom wil ik het niet missen.’
‘Zelfs als het mij gegund is om tot het einde bij zinnen te zijn, dan nog zal ik mijn laatste dagen waarschijnlijk niet al schrijvend doorbrengen. Literatuur is mijn grootste en meest persoonlijke interesse, maar ik ben ook een vader en echtgenoot en dat zal waarschijnlijk de bovenhand nemen als het erop aankomt. Ik zie mezelf wel nog lezen of, als ik tegen dan bijvoorbeeld blind ben, luisteren naar hoe iemand mij voorleest. Romans waartoe ik niet gekomen ben of die ik zo goed vond dat ik ze wil herbeleven. Onder de vulkaan van Malcolm Lowry, bijvoorbeeld, heeft iets dat me hevig ontroert. Of het Evangelie volgens Marcus. Ik heb de laatste tijd zoveel op die tekst gewerkt dat ik er enorm ben van gaan houden. Het is een prachtige, heilige western. Die ik bestudeer om literaire, en niet om religieuze redenen.’
‘Ik sta zeer sceptisch tegenover alles wat met geloof te maken heeft, al sluit ik niet uit dat ik op het fatale moment, zoals veel grote mannen en vrouwen voor mij, zal terugvallen op die traditie die ik zolang heb genegeerd. Het is precies in haar geloof dat mijn moeder rust vond. Ze is heel vredig vertrokken, in mijn armen. Het is van het wonderlijkste dat ik ooit heb meegemaakt. Natuurlijk was ik diepbedroefd, maar ik vond het tegelijk een enorm krachtig moment. Mijn moeder was een nederige, eenvoudige vrouw, maar toen ze haar laatste adem uitblies, was ze de glorie in persoon. In die zin geloof ik dat elk stervend lichaam zich even transformeert in heilig, glorieus vlees.’
‘Mijn moeder is gegaan zoals ik heb geleerd met een wilde zee om te gaan: zonder je te verzetten, afwachtend op welk strand je zult worden neergeworpen. Met mijn vader maakte ik het tegenovergestelde mee. Hij was een oude, trieste man die enorm geworsteld heeft met zijn dood. Toch bewaar ik ook daar wonderlijke herinneringen aan, dus ik zou niet weten welk van beide scenario’s ik zou verkiezen. Ik maak me er geen zorgen over. Ik ben het type dat zich opwindt in kleine haperingen – het verkeer, de politiek, het soort zaken die niet lopen in mijn land – maar niet in grote problemen – daar heb je toch geen controle over.’
‘Om eerlijk te zijn heb ik zelden over mijn eigen einde nagedacht. Tot ik drie jaar geleden te horen kreeg dat ik kanker had. Gelukkig sloegen de behandelingen aan en ben ik genezen verklaard – ik geloof dat ook, ik leg mijn vertrouwen in de artsen. Het enige wat ik eraan overhield, is dat ik me sindsdien wél af en toe mijn dood voorstel of, beter gezegd, de wereld zonder mij. Die is natuurlijk voor 99,99 procent hetzelfde, op het verdriet na van die paar mensen die mijn afwezigheid zullen merken.’
‘Ik voel medelijden met hen als ik eraan denk en daarom leef ik nu zo gezond mogelijk. Elke zes maanden laat ik een volledige checkup doen. Vroeger beschouwde ik het vooral als mijn plicht om een goede vader en een goed mens te zijn – eerlijk, niet te egocentrisch – maar nu streef ik dus ook naar een goede gezondheid.’
‘Een testament heb ik niet. Toen mijn ouders overleden waren, dachten mijn broer en ik er absoluut niet aan om te ruziën over de erfenis. Dat zouden we allebei zeer respectloos gevonden hebben. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat mijn zonen en echtgenote het evenmin zullen doen. Ze zullen met elkaar en met mijn spullen omgaan met dezelfde grote liefde als die waarin we nu samenleven.’
‘Mijn moeder was een nederige vrouw, maar toen ze haar laatste adem uitblies, was ze de glorie in persoon’
Opgetekend door Katrien Steyaert