Hersengolven: alfa, beta, gamma, delta
Een EEG meet de stroompjes langs de zenuwcellen van onze hersenen. Dergelijke stroompjes – ‘hersengolven’ – zijn op te delen in frequenties: hoe hoger de frequentie, hoe sneller de golven op en neer gaan. De bekendste hersengolven heten delta, alfa, beta en gamma, waarbij deltagolven het langzaamst zijn en gammagolven het snelst. Welke golven de overhand krijgen, hangt af van de hersenactiviteit: diep nadenken geeft meer betagolven, terwijl alfagolven op ontspanning duiden. De deltagolven uit de studie worden geassocieerd met dromen en meditatieve processen.