OORLOGSKASSEIEN
De aarde trilde nog na, toen in het voorjaar van 1919 de twintigste editie van ParijsRoubaix op gang werd geschoten. Pas vijf maanden ervoor was de vrede getekend. NoordFrankrijk lag in puin. Het was tussen dat puin dat wielrenners voor het eerst naar Roubaix trokken in plaats van naar de loopgraven.
ParijsRoubaix staat dit jaar in het teken van de wapenstilstand die 100 jaar geleden in Compiègne werd ondertekend. De startplaats van l’Enfer du Nord. Een eeuw later meandert een nieuwe frontlinie doorheen het NoordFranse landschap, van Compiègne naar Roubaix. Inslaande obussen en mitrailleursnesten hoeven de renners niet meer te vrezen, leeglopers en een spervuur aan demarrages zijn nu de vijand.
Elke kasseistrook ontaardt in een slagveld. Goed voor 54,5 angstaanjagende kilometers. Als door shellshock bezeten daveren renners over de 29 secteurs pavés. Het lijken wel littekens. Dichtgegooide loopgraven bedekt met kasseien. Veel kasseien. Naar schatting zo’n vijf miljoen. Evenveel als het aantal geallieerde militairen dat sneuvelde. Elke kassei die zondag tijdens de 116de editie van de Helleklassieker, haast onzichtbaar, door het beeld schuift, is een gevallen soldaat.