Duitsers maken het verschil
Twee kernenergiedossiers uit de voorbije jaren hebben het imago van het Fanc als onafhankelijke en geloofwaardige toezichthouder op de nucleaire veiligheid geen goed gedaan. Het gaat om de verlengingen van de oudste twee kernreactoren, Doel 1 en 2, en het onderzoek naar de veiligheid van de scheurtjesreactoren Doel 3 en Tihange 2.
Zo wreef de voormalige voorzitter van de Hoge Gezondheidsraad en voormalig lid van de Wetenschappelijke Raad van het Fanc, Gilbert Eggermont, de top van de nucleaire toezichthouder aan handenspandiensten te hebben verleend aan de minister van Energie, Marie Christine Marghem (MR), om de levensduurverlenging erdoor te krijgen. Er lopen overigens nog altijd verscheidene rechtszaken tegen de levensduurverlenging.
Ook in eigen rangen was daarover grote onenigheid. De kritiek luidde dat de behandeling van het verlengingsdossier binnen het Fanc een hoog achterkamertjesgehalte had. Waarbij directieleden uitdrukkelijk te horen kregen dat ze zich niet moesten moeien. Een van de toenmalige directeurs, die daarna de laan werd uitgestuurd, hing tijdens de raad van bestuur van 8 juli 2016 een hallucinant beeld op van de aanpak van het verlengingsdossier door de top van het Fanc. In een uitgelekte communicatieaudit uit 2016 werd gemeld dat binnen het Fanc het gevoel leefde van een geleidelijke afbrokkeling van de onafhankelijkheid tegenover de politieke en economische wereld.
Ook de episode van de scheurtjesreactoren Doel 3 en Tihange 2 tastte het imago van onafhankelijk toezichthouder aan. Het Fanc speelde als toezichthouder op de nucleaire veiligheid een grote rol in het onderzoek naar het hoe en waarom van de scheurtjesreactoren. Maar het werd geconfronteerd met de aanhoudende kritiek, argwaan en bezorgdheid in Duitsland over de aanpak van dit dossier in ons land. Zowel bij politici en het grote publiek als bij nucleaire experts. Het is overigens nog altijd uitkijken naar de finale uitkomst van een doorlichting van de aanpak van het Fanc door het Gesellschaft für Anlagen und Reaktorsicherheit, het Duitse agentschap voor de nucleaire veiligheid. Het is alvast iets om naar uit te kijken voor de nieuwe topman van het Fanc, Frank Hardeman.
Ten slotte is het voor de geloofwaardigheid van het Fanc geen goede zaak geweest dat de eindverantwoordelijkheid met Willy De Roovere en daarna Jan Bens jarenlang in handen was van voormalige managers van Electrabel. Dat geven heel wat ingewijden toe. Critici stellen zich ook vragen over de onafhankelijkheid van de Wetenschappelijke Raad van het Fanc tegenover Electrabel.
In de wandelgangen is te horen dat de keuze voor Frank Hardeman als nieuwe topman van het Fanc veel minder vanzelfsprekend was geweest indien zijn cv melding had gemaakt van een link met Electrabel.
Er lopen nog altijd verscheidene rechtszaken tegen de levensduurverlenging van de oudste centrales