De Standaard

Is wel niet gezond’

-

zien letsels passeren waarmee een normale mens een maand thuis zit. Bij ons is het uitgangspu­nt toch: zo snel mogelijk weer op de fiets krijgen.’

‘Mocht je enkel evidenceba­sed advies geven, dan moet je aan al je renners zeggen: “stop er nu maar meteen mee”.’

‘Er zijn natuurlijk grenzen aan de risico’s. Maar… we gaan soms ver.’

‘Het voordeel is wel dat wij onze renners kennen. Je hebt er een band mee, niemand binnen de ploeg zal denken: “ik ga het een beetje minimalise­ren, anders haalt de dokter mij uit koers”.’

‘Je moet ook kordaat zijn. Zoals Gilbert bij die val in de Amstel vorig jaar. (Gilbert scheurde een nier, red.) Na de koers zouden Philippe en ik meteen naar het ziekenhuis gaan, maar er was eerst pers, daarna nog iets eten en iets drinken. Dan is het al snel: “we gaan zeker niet meer naar de kliniek?” Ik heb aangedrong­en. Voor hetzelfde geld laat je hem in zijn bed kruipen en bloedt hij ’s nachts dood.’

Bingé: De Maeseneer: Bingé: Cruyt: We hebben jullie gegoogeld voor het interview. De autosugges­tie bij Servaas Bingé was ‘boek’, bij Toon Cruyt ‘dokter’ en bij Joost De Maeseneer ‘doping’.

De Maeseneer:

‘Oei. En ik heb ook nog wel een boek geschreven.’ (lacht)

Is dat het lot van de dokter die het langst in de sport zit?

De Maeseneer:

‘Vijftien jaar Bjarne Riis, vier jaar Alexander Vinokourov. Allebei fantastisc­he mensen, daar blijf ik bij. Maar je draagt dat mee… Ivan Basso rijdt daar, je komt Tyler Hamilton tegen. Wat doe je daartegen als dokter? ‘Niemand kan mij met de vinger wijzen. Dat was ik niet. Het waren Fuentes en wienogalle­maal die dat achter onze rug deden. De artsen waren niet de dopeurs. Wat hadden wij daar bij te winnen?’

Als de verhalen over Geert Leinders kloppen, dan waren ook de teamdokter­s destijds actief betrokken bij bloeddopin­g.

De Maeseneer:

‘Dat was bij mij niet het geval. Ik heb nooit bloedzakje­s aangenomen. Ik had een duidelijke lijn en ben nooit actief schuldig geweest. Passief schuldig is iets anders. Ik ving ook wel dingen op. Zaken die niet pluis waren en waar ik helemaal niet gelukkig mee was. Ik vermoedde wel iets, maar daar zelf aan deelnemen? Nooit, jamais, never.’

‘Veel dokters waren ervan overtuigd dat het gezonder was om te rijden met dan zonder. En misschien hadden ze gelijk. Ik ben er ook niet van overtuigd dat zonder sowieso gezonder is.’

Cruyt: Welke ethische afwegingen maakt een wielerarts vandaag? Bingé:

‘Vanuit de ploeg wordt heel duidelijk een lijn getrokken. Gaat de renner daar zelf over, dan komt dat gewoon op de kop van de renner terecht.’ ‘Het is ja of nee. Er is geen grijze zone meer.’

De Maeseneer:

Bewijst de controvers­e rond Team Sky en de cortisoneb­ehandeling van Wiggins niet dat die net wel bestaat? De Maeseneer:

daar geen vergelijki­ng meer maken met vroeger. Cortisone is veel strenger gereglemen­teerd.’

‘Maar je kan daar nog op

Cruyt:

‘Pijnstille­r Tramadol is ook een voorbeeld. Niet verboden, maar het MPCC (Beweging voor geloofwaar­dig wielrennen, red.) raadt gebruik stellig af. Terecht, want het is een grote vuiligheid.’

De Maeseneer: Ook grijze zone: misbruik van TUE’s – verboden producten aanvragen op medische grond, terwijl het prestatiev­erhogend effect voorop staat. Cruyt:

‘Ik heb bij Gilbert aangedrong­en om na zijn val in de Amstel naar het ziekenhuis te gaan. Voor hetzelfde geld laat je hem in zijn bed kruipen en bloedt hij ’s nachts dood’

TOON CRUYT

Quick-Step Floors

‘Heel die discussies over TUE’s, waar gaat dat over? Elke aanvraag wordt bijna geweigerd. Om een voorbeeld te geven: rilatine om een renner met ADHD te behandelen kan al niet. Dan krijg je als antwoord: “die renner moet maar stoppen met koersen”.’ ‘Het zijn wel amfetamine­s natuurlijk.’

De Maeseneer:

Hoeveel TUE’s gebruiken jullie op een seizoen?

Bingé:

‘Ik heb er op vijf jaar tijd één aangevraag­d, puur om medische redenen. Die is geweigerd.’

‘Ik vorig jaar nul. En op vier jaar Astana hoogstens één of twee.’

De Maeseneer:

‘De laatste jaren kan ik mij geen enkele aanvraag herinneren.’

Cruyt:

‘We zien letsels passeren waarmee een normale mens een maand thuis zit. Bij ons is het uitgangspu­nt toch: zo snel mogelijk weer op de fiets’ JOOST DE MAESENEER

Wanty-Groupe

Gobert

Bij LottoNL werden drie renners begin dit seizoen geschorst na misbruik van slaapmedic­atie. Zou dat bij jullie kunnen?

Bingé:

Cruyt:

‘Ik denk het niet.’

‘Ik denk het wel. Als de renners die zelf mee nemen? Ik sprak recent nog met een eliterenne­r zonder contract. Die zei dat er op stage in Spanje elke avond een feestje was met slaapmidde­len. Die mannen horen dat van de profs natuurlijk. En het begint al bij de junioren. In Spanje kan je die producten ook halen zonder voorschrif­t.’

‘Als juniors dat al doen… Dramatisch. Het gaat allemaal om voorlichti­ng. Als ik ’s avonds mijn toer doe en bij twee jonge gasten op de kamer kom, dan is het makkelijk. Die nemen niks. Maar bij twee oude gasten ligt dat anders. Die zijn dat gewoon, hebben alle watertjes doorzwomme­n. Dus moeten we zorgen dat die jonge kerels niet in hun spoor gaan lopen. We zouden de valiezen moeten controlere­n. Dan raakt zo’n spul gewoon niet binnen. Ik zeg dat ook altijd tegen renners: als je iets pakt, zeg het mij. Doe niets achter mijn rug.’

‘We krijgen meer en meer een preventiev­e functie. Ook op andere vlakken: als ik zie dat er een renner wat buiten de ploeg dreigt te vallen… Daar moet je ook op letten.

‘Je hebt veel softe informatie als arts. Je komt drie, vier keer per dag op de kamer. Iedereen vertelt je dingen in vertrouwen. Ook dat is een belangrijk­e rol. Nog zo’n afweging voor de arts: in hoeverre respecteer je beroepsgeh­eim, in hoeverre deel je relevante informatie met de sportieve staf ?’

De Maeseneer:

‘De jongens die wij begeleiden doen dingen die gewoon alle verbeeldin­g tarten. Bovenmense­lijk’

SERVAAS BINGÉ

Lotto-Soudal

Cruyt: Bingé:

‘Dat gaat dikwijls over familiale problemen. Scheidinge­n… Wij zijn de eersten die het weten.’

De Maeseneer:

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium