Akkervogels sterven uit
Het aantal gorzen, leeuweriken en patrijzen op Vlaamse akkers is in vrije val. ‘We zien een uitstervingsgolf in landbouwgebied.’
‘De schuld mogen we niet op de boeren schuiven’
BRUSSEL I Zijn roep doet denken aan het gerammel van sleutels, wat de grauwe gors de bijnaam ‘zingende sleutelbos’ heeft bezorgd. Met onder andere leeuweriken, patrijzen en kieviten staat het kleine, bruine vogeltje in voor de soundtrack op Vlaamse velden. Maar binnenkort zingt de gors niet meer.
‘Tijdens tellingen vijftien jaar geleden troffen we nog ruim 1.000 broedparen aan’, zegt Freek Verdonckt van Natuurpunt. ‘Vorig jaar waren dat er geen 50 meer. Dat is geen schatting: de grauwe gors is zo zeldzaam geworden dat we hem aan de monitor hebben gelegd en al zijn nesten weten liggen. Hij staat op de rand van de uitsterving.’
Veldleeuwerik
De grauwe gors is niet de enige akkervogel die ‘pijlsnel achteruitgaat’. ‘De volgende in de rij zijn de patrijs en de veldleeuwerik. Ook hun aantal neemt zienderogen af. Vroeger had een patrijs tot wel twintig jongen, nu zien we koppels met amper twee tot vier jongen.’
Franse natuuronderzoekers luidden vrijdag de alarmbel over de achteruitgang van de akkervogels in Europa. Ze omschrijven die als een ‘ecologische ramp’. Dat is het ook, zegt bioloog Luc Janssens de Bistoven van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. ‘De akkervogel is de kanarie in de koolmijn. Hij is een indicator voor de gezondheid van ons ecosysteem. Als de akkervogel uitsterft, mag je ervan uitgaan dat het ook met ons niet goed afloopt.’
Te weinig insecten
De vogels sterven uit omdat door doorgedreven landbouw onverharde wegen, grasstroken en houtkanten zijn verdwenen, waardoor ze hun broed en eetplaatsen zijn kwijtgeraakt. En ook omdat er niet genoeg insecten meer zijn waarmee ze zichzelf en hun jongen kunnen voeden.
Ongeveer 80 procent van alle planten en landbouwgewassen wordt bestoven door insecten. De universiteit van Gembloux berekende de economische bijdrage van die wilde bestuivers op 250 miljoen euro per jaar voor België. ‘Gorzen, leeuweriken en patrijzen zijn cruciale tussenschakels. Zij vernietigen schadelijke insecten. Minder vogels betekent nog meer nood aan pesticiden. Dat is een vicieuze cirkel. En niet alleen insecten, maar ook de vogels verspreiden zaadjes van vele planten’, zegt Janssens de Bisthoven.
‘Het besef groeit dat zich in Europese landbouwgebieden een uitstervingsgolf voltrekt’, zegt Freek Verdonckt van Natuurpunt. ‘Een belangrijk ecosysteem dreigt onderuit te schuiven. De schuld daarvoor mogen we niet op de boeren schuiven. Europa heeft jaren aan boeren gevraagd om te intensiveren: meer productie voor minder geld.’ (poj)
FREEK VERDONCKT Natuurpunt