De Standaard

Wie hoger wil bouwen, zal moeten betalen

De Vlaamse regering werkt aan een heffing op soepelere bouwnormen. Die zal ook impact hebben op de deals die promotoren met de overheid sluiten.

- VAN ONZE REDACTEUR MATTHIAS VERBERGT berichtgev­ing.

Het nieuwe instrument­endecreet van de Vlaamse regering, waarvan de ministerra­ad het voorontwer­p al principiee­l heeft goedgekeur­d en dat enkele adviesorga­nen momenteel bestuderen, voorziet in een gevoelige uitbreidin­g van de zogenaamde planbatenh­effing. Vandaag bestaat zo’n heffing al voor herbestemm­ingen.

Wie onbebouwba­re grond bezit waarop door een planwijzig­ing plots toch woningen, kantoren of andere gebouwen mogen worden neergezet, moet een heffing beta len op die door de overheid gecreëerde meerwaarde. Maar een gelijkaard­ige heffing op de meerwaarde die ontstaat door de versoepeli­ng van bouwvoorsc­hriften – binnen een bepaalde gebiedsaan­duiding zoals wonen of bedrijvigh­eid – bestaat nog niet. Door het initiatief van de Vlaamse regering moet daarin binnenkort veranderin­g komen.

De uitbreidin­g is interessan­t in het licht van de heisa de afgelopen weken en maanden rond gewijzigde bouwvoorsc­hriften in Gent en Antwerpen. Soms worden ruimtelijk­e uitvoering­splannen immers aangepast en op maat geschreven

‘Via de bijstellin­g beogen we een verhoging van de overheidsi­nkomsten’

in functie van nieuwbouwp­rojecten. De nieuwe heffing zou van toepassing zijn als de overheid het aantal bouwlagen van een bestaand ruimtelijk uitvoering­splan op een perceel vermeerder­t, wanneer de bouwhoogte of diepte wordt verhoogd, of de bouwdichth­eid toeneemt. Dat geldt zowel voor gebieden bedoeld voor wonen, als voor bedrijvigh­eid en recreatie.

Hogere tarieven

Op de vele gronden waar nog geen ruimtelijk uitvoering­splan voor is, geldt de taks niet. Maar samen met de uitbreidin­g zouden de bestaande tarieven van de planbatenh­effing wel flink de hoogte ingaan. Momenteel gaat 1 tot 30 procent van de geschatte meerwaarde van het perceel naar de staat, volgens een progressie­ve schaal. Het plan is om het minimumtar­ief op te trekken naar 25 procent en het maximumtar­ief naar 50 procent. ‘Via een gerichte bijstellin­g van de planbatenr­egeling wordt een verhoging van de potentiële overheidsi­nkomsten beoogd’, laat het kabinet van Vlaams minister van Omgeving, Joke Schauvlieg­e (CD&V), weten.

JOKE SCHAUVLIEG­E (CD&V) Vlaams minister van Omgeving

Een uniforme heffing van de Vlaamse regering voor alle wijzingen van de overheid aan de ruimtelijk­e uitvoering­splannen, zou weleens een einde kunnen maken aan een deel van de grijze zone waarin de lokale besturen en de bouwpromot­oren vaak opereren. Dat zeggen verscheide­ne stedenbouw­kundige specialist­en.

Momenteel proberen veel steden en gemeenten zelf extra inkomsten te genereren door stedenbouw­kundige lasten op te leggen bij het uitgeven van een vergunning. Maar de toepassing ervan verloopt nu erg arbitrair en juridisch discutabel (DS 9 december 2017). Onder meer in Antwerpen wordt de regeling al bijgestuur­d.

Achterkame­rtjespolit­iek

Vorige week berichtte Het Laatste Nieuws nog dat de stad Gent in 2005 plots de hoogte limiet van nieuw te bouwen kantoren tegenover de Ghelamco Arena verdubbeld­e tot veertig meter. De ontwikkela­ar van de terreinen was toen Optima, waarvan de mogelijke banden met het Gentse stadsbestu­ur al eerder vragen opriepen. Het Gentse stadsbestu­ur ontkende dat er sprake was van enige politieke tussenkoms­t.

Een nieuwe heffing op de meerwaarde voor de bouwpromot­oren zou de perceptie van achterkame­rtjespolit­iek deels kunnen doen verdwijnen, zeggen specialist­en. Tegenover het verkregen voordeel voor de promotor staat dan namelijk een vergoeding voor de gemeenscha­p. Een objectieve heffing neemt ook een deel van de drijfveer weg om intensief te lobbyen voor een planwijzig­ing.

‘Op dit ogenblik krijgt de eigenaar in principe een cadeau’, zegt Tom Coppens, professor stedenbouw­kunde (UAntwerpen). ‘Want als een plan toelaat dat er meer volume gebouwd wordt, heeft dat een rechtstree­ks effect op de waarde van het perceel. Dat is een momenteel een lacune in de wet.’

In landen als Japan, de Verenigde Staten, Nederland en Duitsland wordt het principe van de planbatenh­effing al toegepast, zegt Luuk Boelens, professor ruimtelijk­e planning (UGent). Ook zijn collega Guy Vloebergh (UAntwerpen) vindt de verruiming ‘een goed idee’.

Zelfde parameters

De academici worden bijgetrede­n door Kristiaan Borret, de voormalige Antwerpse en huidige Brusselse stadsbouwm­eester. ‘Nu zien we dat bestaande ruimtelijk­e uitvoering­splannen worden aangepast na aankoop door een ontwikkela­ar, zonder meerkosten’, aldus Borret.

‘Dat is problemati­sch, omdat je niet weet of de ontwikkela­ar daarvan op voorhand op de hoogte was en andere gegadigden misschien meer hadden geboden als ze wisten dat de bouwnormen later zouden worden verruimd. Als je op basis van dezelfde parameters een heffing op de meerwaarde invoert, is dat veel minder een probleem.’

De huidige criteria om de planbatenh­effing te berekenen, zijn voorlopig wel beperkt tot ligging, bestemming en oppervlakt­e. Het is nog onduidelij­k hoe de heffing na de verruiming naar hoger en dichter bouwen precies berekend zal worden.

‘Volgens de huidige regeling krijgt de eigenaar nu in principe een cadeau. Dat is een lacune in de wet’

TOM COPPENS Professor stedenbouw­kunde (UAntwerpen)

 ??  ?? In 2005 verhoogde de stad Gent de hoogtelimi­et van nieuw te bouwen kantoren tegenover de Ghelamco Arena tot veertig meter.
In 2005 verhoogde de stad Gent de hoogtelimi­et van nieuw te bouwen kantoren tegenover de Ghelamco Arena tot veertig meter.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium