Mogen gemeenten ‘olie van de 21ste eeuw’ verkopen?
Waarom zouden steden en gemeenten de data van hun inwoners niet te gelde maken? De Duitse Vereniging van Steden en Gemeenten wekt opzien met de suggestie.
Net als in andere landen zijn in deze Facebook en Googletijden privacy en bescherming van persoonlijke gegevens een hot topic in Duitsland. Daarom verbaasde het enigszins dat de Vereniging van Duitse Steden en Gemeenten haar leden gisteren aanraadde om gegevens over hun inwoners waarover ze beschikken, te verkopen. ‘Ze moeten zich er van bewust worden dat gegevens de olie van de 21ste eeuw zijn’, zei de directeur van de vereniging, Gerd Landsberg, aan de Rheinische Post. En dus een bron van inkomsten.
Volgens hem moeten privéondernemingen aan de slag kunnen gaan met data die de gemeenten hen aanleveren. De opbrengst moet wel de gemeente en haar inwoners ten goede komen. Nu worden die gegevens – uiteraard geanonimiseerd – te vaak gratis weggegeven, betoogde hij.
Het voorstel stuitte op kritiek, vooral uit groene en (radicaal)linkse hoek. Maar ook de federale verantwoordelijke voor de privacybescherming in Duitsland, Andrea Vosshoff, zag er gevaren in. Persoonsgebonden gegevens alleen maar beschouwen als ‘de olie van de 21ste eeuw, komt erop neer dat mensen gereduceerd worden tot producten’, zei ze aan het persbureau DPA. Zelfs als alleen anonieme gegevens verkocht worden, zullen mensen dat niet voor lief nemen, denkt ze. Want in deze tijden van big data kunnen zelfs volledig anonieme gegevens zo met elkaar verstrengeld zijn dat duidelijk wordt op wie ze slaan.
Onlangs kwam Deutsche Post nog in opspraak toen bleek dat het klantengegevens had verkocht aan politieke partijen tijdens de verkiezingscampagne van vorig jaar.
Privéondernemingen moeten aan de slag kunnen gaan met data die gemeenten hen aanleveren