Verplaats je eens in een ijsbeer
We buigen nieuws over bedreigde diersoorten vaak om naar onszelf, omdat we vooral bang zijn voor ons voorbestaan. Volgens KAREN DE LOOZE zal ons collectief narcisme ons de das omdoen.
‘Als akkervogels uitsterven, loopt het ook met ons niet goed af.’ Zo luidt een titel in deze krant (DS 7 april). Ik ben oprecht blij dat we het hebben over de biodiversiteitscrisis. Anderzijds betreur ik hoe antropocentrisch we omgaan met dieren die uitsterven, of met dierenleed. Er werd de laatste tijd op ecologisch vlak over veel betreurenswaardige zaken bericht. Het volume insecten in een natuurgebied in Duitsland daalt in een ijltempo. Ook zij zijn ‘levensnoodzakelijke schakels in ons ecosysteem’. Onlangs strandde een walvis in Noorwegen. Na onderzoek bleek dat de walvis meer dan dertig plastic zakken in zijn maag had.
Ik ben ervan overtuigd dat we ons zorgen maken. Ik ben er ook zeker van dat we er oprecht niet goed van zijn dat een walvis dertig van onze plastic zakken in zijn maag had. Maar kunnen we stoppen met al dat nieuws om te buigen naar onszelf en naar onze overleving? De focus op het eigen overleven – hoe begrijpelijk ook – werkt afstompend. We voelen angst en machteloosheid, en telkens opnieuw verzanden we in een soort van ‘kortsluitingstoestand’ (ook bekend als een freeze).
Te laat
Wat als we ons eens helemaal zouden openstellen voor de immense pijn die we andere dieren berokkenen? Want zij zijn op dit moment écht aan het uitsterven. Zij vinden amper eten om hun jongen te voeden (denk aan het nieuws dat ijsberen niet in staat zijn om voldoende prooien te vangen dit jaar). Kan je je voorstellen dat je geen eten vindt voor je kinderen?
Wat als we de omvang en diepte van die pijn zouden doorvoelen, zonder dat we de focus meteen weer naar onszelf brengen? Zouden we dan niet beseffen dat het al veel te laat is? Dat we niet moeten wachten tot het moment waarop wij mensen met uitsterven zijn bedreigd? Wat nu gebeurt, is een ethische ramp van zo’n grote omvang dat we het ons zelfs niet meer kunnen voorstellen. Er is geen tijd meer om verandering ‘in te plannen’, het is tijd om nu actie te ondernemen.
Hoe vreselijk is het niet dat we maar blijven kijken naar cijfers over hoeveel tijd wij nog hebben? Is dat nu niet precies wat er bij narcisme gebeurt? De ander wordt gereduceerd tot een instrument voor het eigen (over)leven. Wat nu gebeurt, met andere wezens op onze planeet, is de aanleiding om te zeggen: ‘Genoeg. Nu!’ Omdat ook zij intrinsiek waardig zijn. Of draait het echt alleen maar om onszelf?