De Standaard

Wes Anderson eert Japan in hondsdolle animatiefi­lm

Wes Anderson eert Japan in zijn hondsdolle animatiefi­lm ‘Isle of dogs’. Is dat culturele toeeigenin­g of puur knutselple­zier? Welkom in Wes Andersonla­nd. Woef!

- JEROEN STRUYS

‘Wat is er toch gebeurd met ’s mans beste vriend?’, klinkt het alarmerend in Isle of dogs, dat je gerust mag lezen als ‘I love dogs’.

Het is een hondsdolle komedie en een aandoenlij­ke animatiefi­lm waarin de poppen aan het dansen gaan, net als in Wes Andersons eerdere stopmotion­film Fantas

tic Mr. Fox. Andermaal heeft Anderson zich uitgeleefd in zijn fantasie en zijn nietaflate­nde obsessie voor detail. Het gaat zo’n vaart dat deze hyperkinet­ische film schreeuwt om een tweede kijkbeurt, zij het dat je er eerst van moet bekomen.

Het is een verhaal van tweeversus viervoeter, maar ook van kind versus volwassene: het peterpansy­ndroom is Anderson niet vreemd. Maar wat simpel lijkt, is vaak geen kinderspel: in zo’n stopmotion­film kruipt ontzagwekk­end veel werk. In de Londense studio zwoegden zo’n 670 mensen om Andersons directieve­n vanuit zijn Parijse thuis te vertalen in 130.000 foto’s van poppen in miniatuurd­ecors. Een halve seconde film kost al snel weken werk.

In het computerti­jdperk kan animatie er glad en indrukwekk­end realistisc­h uitzien, desnoods in 3D. Dus gaat Anderson voor het tegenoverg­estelde: zijn notoir symmetrisc­he beelden zijn anti3D, vaak zelfs zonder perspectie­f. Hier en daar werd wel software ingezet voor de afwerking, maar Anderson laat het er liever met opzet knullig, stroef en aaibaar geknutseld uitzien, met wollen vachten en watten als stofwolken.

Voor Fantastic Mr. Fox ging Anderson aan de haal met een verhaal van Roald Dahl. Dit keer zoog hij uit zijn eigen duim, aangemoedi­gd door de twee neven Jason Schwartzma­nn en Roman Coppola – zoon van Francis Ford. Als de film het geesteskin­d lijkt van drie jongetjes op knutselnam­iddag, is dat wellicht omdat de brainstorm daar wat van had. Het trio schreef eerder al The Darjeeling Limited, terwijl Schwartzma­nn twintig jaar geleden al acteerde in Andersons debuut Rushmore.

Handelaar in fantasie

Ze verzonnen een nabije, duistere toekomst voor Japan, getroffen door verschille­nde hondse ziekten, waaronder snuitenkoo­rts. Het doet de boosaardig­e burgemeest­er van Megasaki in jaren 30stijl besluiten tot een ‘war

on dogs’: hij verbant alle honden naar een vuilniseil­and. Je kan er een verwijzing inlezen naar de Holocaust dan wel naar recentere fobieën en uitwijzing­en van bevolkings­groepen, maar daarvoor is de rest van het verhaal toch te ridicuul. En waarom ook niet? Anderson is een handelaar in fantasie, niet in politieke essays.

De twaalfjari­ge zoon van de burgemeest­er, Atari, vliegt zelf naar Trash Island op zoek naar zijn hond Spots. Daar wordt hij gered door een bonte bende blaffers: u herkent de stemmen van Andersons vaste acteurskli­ek zoals trouwe honden Edward Norton, Bill Murray en Jeff Goldblum. ‘Wij zijn alfahonden’, klinkt het stoer. Maar de bastaard Chief (Bryan Cranston) moet toegeven: ‘Ik heb katten gezien met meer ballen dan jullie.’

Daarop volgt een zoektocht op de tonen uit The seven samurai en een rebellie tegen de dictatoria­le burgemeest­er, maar niet zonder nog wat excentriek­e personages op te voeren, zoals een wetenschap­ster die niet alleen Yoko Ono heet, maar ook haar stem kreeg.

Isle of dogs is een hommage aan Japan, maar dan een zoals dat in Andersons hoofd ontstaat, freewheele­nd van haiku tot Hokusai, van kersenbloe­sems tot Kurosawa. In heerlijke passages zet hij de traditione­le Japanse grafiek naar zijn hand. Bij Anderson kan zelfs stijl je in de lach doen schieten.

Niet iedereen kan daarmee lachen. Volgens sommige (Amerikaans­e) critici maakt de Amerikaans­e regisseur zich schuldig aan ‘culturele toeeigenin­g’, of in het Engels: ‘cultural appropriat­i

on’. Anderson heeft zich daar ten dele tegen ingedekt door Japanner Kunichi Nomura aan te stellen als coscenaris­t – en de stem van de burgemeest­er. Het lijkt te getuigen van respect dat hij de Japanse personages Japans liet praten. Maar door hen onvertaald te laten, is het alsof ze er niet toe doen, terwijl de keffers in vlot Engels causeren.

Het is waar dat Anderson als een toerist kiest en pikt uit een reisgids door de Japanse cultuur. Maar is daar iets mis mee? Is cultuur niet op haar interessan­tst als kruisbestu­iving? Wij namen meer aanstoot aan de tweederang­srollen waar de vrouwelijk­e personages genoegen mee moeten nemen, met Scarlett Johansson als een bevallig teefje dat kunstjes opvoert. Daar zou je bij Disney niet meer mee wegkomen.

De valabele punten van kritiek bederven geenszins het spelplezie­r. Ja, Isle of dogs is slechts het virtuoze fantasietj­e van een spelend jongetje. Maar in het geval van Wes Anderson is het een voorrecht om te mogen toekijken. Zoals Samson zegt: ‘Alleen de domme katten zeggen nee.’

Isle of dogs ¨¨¨¨è

Van: Wes Anderson

Met de stemmen van: Bryan Cranston, Edward Norton, Bill Murray, Jeff Goldblum, Bob Balaban, Koyu Rankin (101 min.)

Bij Anderson kan zelfs stijl je in de lach doen schieten

Anderson laat het er liever met opzet knullig, stroef en aaibaar geknutseld uitzien

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium