Weduwe Blokker
schenkt museum Singer Laren kunstcollectie én nieuwe vleugel
Een Larens landschap op een zonovergoten zomerdag, ruim een eeuw geleden. Langs een voetbalveld, over een smalle, met telegraafpalen omzoomde weg, fietsen twee mannen en een vrouw de moderne tijd tegemoet. Dit optimistische, in 1911 door Jan Sluijters geschilderde landschap werd in 2002 bij veilinghuis Sotheby’s aangeboden. Ook het Rijksmuseum had er een oogje op, maar Els en Jaap Blokker, de toenmalige bestuursvoorzitter van detailhandelsketen Blokker, brachten het hoogste bod uit.
In juli wordt Larens landschap met fietsers alsnog publiek bezit. Els BlokkerVerwer (1947), sinds 2011 weduwe, heeft het museum haar Nardinc Collectie cadeau gedaan, een verzameling van ruim honderd schilderijen van Nederlandse avantgardisten van rond 1900, vernoemd naar haar toenmalige woonhuis, Huize Nardinclant.
Kern van de verzameling zijn veertig schilderijen van Jan Sluijters, de lievelingsschilder van het echtpaar Blokker. Daarnaast vele tijdgenoten van Sluijters, onder anderen Leo Gestel en Jan Toorop, die met Van Gogh gerekend worden tot de eerste Nederlandse modernisten. Singer Laren ontvangt van Els Blokker bovendien de middelen om een nieuwe vleugel aan het museum te bouwen, waar de werken vanaf eind 2020 worden getoond.
‘Singer Laren zit in een flow’, zegt Jan Rudolph de Lorm. Hij werd negen jaar geleden directeur van het particuliere museum, dat in 1956 door het in Laren wonende Amerikaanse echtpaar William en Anna Singer werd nagelaten. Tweeënhalf jaar geleden deed verzamelaar Renée Smithuis het museum al een grote collectie Hollands expressionisme cadeau. In september opende Singer het nieuwe entreegebouw en het nieuwe theater. Tuinarchitect Piet Oudolf is de beeldentuin van het museum een ander aanzien aan het geven. En gelijk met het nieuws over de gift maakt Singer bekend dat het de bouw van de nieuwe vleugel aangrijpt om ook de huidige museumzalen te renoveren, wat 1,5 miljoen euro moet kosten.
Amerikaanse leest
Net als voor de vorig jaar gerealiseerde nieuwbouw (kost: 15 miljoen) verricht Singer de opknapbeurt grotendeels zonder subsidie. Het museum is op Amerikaanse leest geschoeid, zegt De Lorm. ‘Singer wordt al 60 jaar gedragen door de mensen om ons heen.’ Zo’n vijfduizend bewoners van het Gooi steunen het museum. ‘De supporters’, noemt De Lorm hen liefkozend. ‘Ze beschouwen Singer Laren als hun clubhuis.’
Ook voor Jaap en Els Blokker was Singer ‘een tweede huiskamer’. In een videoboodschap over haar gift spreekt Els Blokker over ‘een thuisgevoel’ en zegt ze: ‘Ik zou geen ander museum weten waaraan ik onze collectie zou willen schenken.’
Toen De Lorm negen jaar geleden als hoofd tentoonstellingen bij het Rijksmuseum Amsterdam overstapte naar Singer, schrok hij van de collectie. ‘Het modernisme is deels in Laren geworteld. Maar van belangrijke modernisten die hier gewerkt hebben, zoals Mondriaan, Sluijters en Gestel, bezat het museum relatief weinig.’ Dat kwam omdat het echtpaar Singer geen affiniteit had met het modernisme, legt De Lorm uit.
De modernistische hoogtepunten uit de collectie bleken dan nog bruiklenen, vooral uit de Nardinc Collectie. Toen De Lorm bij Els Blokker op bezoek ging, wist hij niet wat hij zag. ‘Larens landschap met fietsers’ van De Blokkers, die in de jaren 70 naar het Gooi verhuisden, bleken een omvangrijke collectie modernisten te hebben verzameld, die deels in Laren hadden gewoond en gewerkt. ‘Voorzichtig vroeg ik of ik de collectie misschien eens zou mogen exposeren.’
Twee jaar geleden gaf Els Blokker te kennen dat ze de verzameling wilde schenken. In een reeks gesprekken kregen de plannen steeds duidelijker vorm. Met de Nardinc Collectie kan het Singer hét museum van het Nederlands modernisme worden, zegt De Lorm.
Toen het museum een artist impression presenteerde van een ‘Jaap en Els Blokkervleugel’ zegde de schenkster toe ook die nieuwbouw te betalen. Op één voorwaarde: dat hij de Nardincvleugel zou heten.
De steigers van de vorige verbouwing zijn dus nog maar net afgebroken, of de volgende groep bouwvakkers kan aan de slag. Maar daarover maakt De Lorm zich geen zorgen. Het bestemmingsplan voorziet in een bescheiden uitbreiding van het museum in de beeldentuin.
Binnenkort nodigt het museum een aantal architecten uit voor een pitch. Het uitgangspunt is een lichte, gelijkvloerse uitbreiding van 185 vierkante meter, die met een aanpassing in het huidige museum bijna 400 vierkante meter tentoonstellingsruimte oplevert. Daar hoopt De Lorm over tweeënhalf jaar in wisselende opstellingen steeds zo’n zeventig schilderijen uit de Nardinc Collectie te tonen.
‘Voorzichtig vroeg ik of ik de collectie misschien eens zou mogen exposeren’
JAN RUDOLPH DE LORM Museumdirecteur