Zeven valkuilen op weg naar het paradijs
Een nieuwe regering heeft Italië nog niet, maar topeconoom Carlo Cottarelli wordt al een tijd getipt als minister van Economische Zaken. ‘Als Italië zijn zeven economische problemen zou aanpakken, zou het een paradijs op aarde worden.’
MILAAN I Buiten, voor de ingang van de Katholieke Universiteit van het Heilig Hart, staan groepjes mensen in hun mooiste pakken en jurken te proosten. Stralende jonge Italianen met groene lauwerkransen op hun hoofden vieren met familie en vrienden dat ze zojuist aan deze Milanese universiteit zijn afgestudeerd.
Binnen, op de eerste verdieping, is Carlo Cottarelli aan het werk. De econoom monitort er de Italiaanse staatsfinanciën. Hij maakt zich zorgen over de toekomst van zijn feestende, jonge landgenoten buiten. In zijn nieuwste boek I sette peccati capitali dell’economia italiana (De zeven hoofdzonden van de Italiaanse economie) beschrijft Cottarelli welke zeven problemen – in zijn ogen – de economie het hardst afremmen. Het gaat van corruptie, belastingontduiking en een traag gerechtelijk systeem tot de kloof tussen Noord en Zuid en het lage geboortecijfer.
Italië krijgt een nieuwe regering. Het lijkt erop dat dit er eentje wordt van de populistische Vijfsterrenbeweging samen met de rechtsnationalistische Lega. Cotterelli, die van 1988 tot 2013 hoge functies bij het IMF bekleedde en vervolgens de Italiaanse regering een jaar heeft geadviseerd over bezuinigingen, hoopt dat het nieuwe kabinet net deze zeven problemen het hoofd zal bieden.
In de afgelopen twintig jaar is de Italiaanse economie gemiddeld met minder dan een half procent per jaar gegroeid. Het blijft kwakkelen. Als u één probleem mocht kiezen dat de nieuwe regering vast en zeker oplost, welk van de zeven zou dat dan zijn?
‘Als ik een realistische keuze maak, kies ik voor het vereenvoudigen van de bureaucratie. Dat probleem binnen een paar jaar oplossen, is haalbaar. Het zou een hoop goeds opleveren. We hebben verschrikkelijk veel kleine wetjes en regels en belastingetjes die zinloos zijn, maar die wel tijd en geld opslokken. Kleine en middelgrote bedrijven zijn jaarlijks 30 miljard euro kwijt met zich aan alle regels te houden. De bureaucratische rompslomp is een extra belas ting voor hen. Als de nieuwe regering de bureaucratie eenvoudiger en lichter maakt, heeft dat een gunstig effect op het functioneren van justitie. Ook de corruptie wordt ermee bestreden: het is voor bedrijven niet langer nodig om het bureaucratische apparaat met smeergeld naar de hand te zetten.’
‘Maar als ik het probleem kies dat volgens mij het ernstigste is, dan kies ik voor ons demografische probleem. Als Italië wil groeien, moet ook de bevolking groeien. Maar die is al twee jaar aan het krimpen. Onze productiviteit lijdt onder de vergrijzing. Jongeren – van wie er in dit land steeds minder zijn – zijn inventiever en dynamischer dan ouderen. Ook voor de overheidsfinanciën is de vergrijzing in combinatie met het lage geboortecijfer problematisch omdat de vele gepensioneerden een ondraaglijke last voor de krimpende groep jongeren worden. Helaas kan niemand dit probleem binnen afzienbare tijd oplossen.’
Sommigen zien hiervoor een oplossing in de Afrikaanse immigranten, die bijna allemaal jong zijn en elk jaar met honderdduizenden tegelijk Italië via zee bereiken. U niet?
‘Nee. We moeten Italianen aanzetten om meer kinderen krijgen. Immigratie is ook nuttig, maar in kleinere aantallen dan waar nu sprake van is. En ik vind dat alles legaal moet gaan. Het kan niet dat alle migranten die in NoordAfrika op een bootje stappen, ons land mogen binnenkomen. Wat dat betreft ben ik extreem: ik hoop dat de nieuwe regering voor de Australische aanpak kiest. Dat wil zeggen: geen enkele bootmigrant binnenlaten. Die aanpak werkt. Dan droogt de stroom bootmigranten vanzelf op.’
In uw boek schrijft u dat een belangrijke oorzaak van een aantal van de zeven hoofdzonden een gebrek aan ‘sociaal kapitaal’ is. Wat bedoelt u daar mee?
‘Het besef dat je je aan de regels moet houden, het besef dat je netjes in de rij je beurt moet afwachten en niet moet voordringen. In dit land denken mensen: als ik het een en ander zwart doe, is dat financieel gunstig voor mij, en als ik iemand om koop en daarmee een mooie zakendeal rondkrijg, is dat goed voor mij. Ze denken niet: als iedereen zich zo gedraagt, is dat slecht voor ons allemaal. In Italië voelen mensen zich niet schuldig als ze iets fouts hebben gedaan. Dat werkt belastingontduiking en corruptie in de hand.’
‘Het gebrek aan “sociaal kapitaal” leidt er ook toe dat wij moeite hebben om ons aan de regels van de eurozone te houden. Onze mentaliteit
‘Onze productiviteit lijdt onder de vergrijzing. Jongeren zijn inventiever en dynamischer dan ouderen, maar er zijn er steeds minder van’
CARLO COTTARELLI
moet veranderen. Laten we daar onmiddellijk een begin mee maken. Een nieuwe regering zou er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om daar in het onderwijs meer lesuren aan te besteden.’
Met het aanpakken van alle zeven problemen zou onmiddellijk moeten worden begonnen. Vindt u dat de partijen die de regering kunnen vormen, zich voldoende bewust zijn van de urgentie?
‘Op sommige punten wel. De Vijfsterrenbeweging en de Lega willen de corruptie bestrijden, de bureaucratie aanpakken en justitie efficiënter maken. Dat gaat dus de goede kant op. Maar waar ik me zorgen over maak, is hoe ze over de overheidsfinanciën denken. Beide partijen willen meer geld uitgeven. Ze willen niet bezuinigen en onze staatsschuld verlagen, maar juist meer uitgeven en ook nog eens de inkomsten belasting verlagen om de economische groei aan te jagen.’
Er zijn Italiaanse economen die daarvoor pleiten.
‘Dat snap ik, want op korte termijn kan dat werken. Het is als drugs gebruiken: je voelt je direct beter. Maar meer geld uitgeven en minder geld binnenkrijgen, tegen de Europese regels in het begrotingstekort laten oplopen in plaats van te verkleinen, is op de langere termijn ramp zalig. Want dan blijven we fragiel. Italië is als een ruit: zolang het regent, gaat het goed. Maar als iemand een steen gooit, breekt ze.’
‘Die steen is een schok van buitenaf. Het kan een nieuwe recessie in de EU zijn, bijvoorbeeld, of een handelsoorlog. Vroeg of laat wordt die steen gegooid. En dan zijn we daar niet tegen bestand. Onze staatsschuld is dan nog steeds veel te hoog ten opzichte van ons bbp, de rente op onze staatsleningen kan dan weer snel stijgen. Dat gebeurde in 2011 ook. We kregen toen steun van de Europese Centrale Bank onder leiding van Mario Draghi. Maar binnenkort zit Draghi daar niet meer en wie weet hoe de volgende president bij een nieuwe grote financiële crisis tegen Italië aankijkt.’
U denkt dat het dan zover zou kunnen komen dat Italië de eurozone moet verlaten?
‘Precies. Dat sluit ik helemaal niet uit. De Lega zou daar wellicht blij mee zijn. Die partij ziet de euro als het absolute kwaad. Ook binnen de Vijfsterrenbeweging zijn er tegenstanders van de euro te vinden. Maar volgens mij is het verlaten van de eurozone een sprong in het duister. Ik vrees dat de Italianen hun nieuwe munt dan snel gaan omwisselen in euro’s, voor de zekerheid. Dat zou gierende inflatie veroorzaken, de prijzen van de producten in de nieuwe munt zouden stijgen. Chaos.’
Wat als de nieuwe regering niet een van de zeven hoofdzonden aanpakt? Komt zo’n Italexit dan dichterbij?
’Niet direct. Onze economie zal dan minder blijven groeien dan in de andere eurolanden. Dan modderen we voort, net zolang tot er een externe schok komt die rampzalig voor ons kan zijn.’
En als het de komende regering op wonderbaarlijke wijze zou lukken om de zeven problemen op te lossen?
‘Dan zou dit het mooiste land van de wereld zijn. Begrijp me niet verkeerd: dat is het nu al. De Italianen zijn erg creatief, we hebben dynamische ondernemers, we produceren hele goede producten. Maar als we de zeven hoofdzonden niet langer zouden begaan, zou dit land op een paradijs lijken.’
‘Italië is als een ruit: zolang het regent, gaat het goed. Maar als iemand een steen gooit – dat kan een handelsoorlog zijn, of een nieuwe recessie – breekt ze’