Blind getrouwd
Beste Tom,
Met veel aandacht las ik je column in ‘Desalniettemin’
(DS 10 april). Ik wil je in de eerste plaats van harte bedanken voor je bezorgdheid. Lieve en ik delen inderdaad veel plaagstoten uit en, in tegenstelling tot tijdens de reguliere opnameperiode, gingen we daar bij de opnames van de reünieaflevering die maandagavond werd uitgezonden nog iets vrijer mee om. Het is een huizenhoog cliché, maar na verloop van tijd begin je die camera’s wel degelijk te vergeten.
Ik zal je meteen ook geruststellen: we zijn nu ongeveer een maand na die laatste opnames en Lieve heeft nog steeds mijn ogen niet uitgekrabd. De onheilspellende profetie uit je column is dus niet uitgekomen. Integendeel, we zijn nu bijna een halfjaar getrouwd en het gaat nog steeds goed tussen ons. Niet zonder ups en downs, dat wil ik gerust toegeven. Maar onze gemeenschappelijke humor is niet de bron van onze imperfecties, noch de katalysator hiervan. Au contraire, het is bij uitstek de manier waarop we met moeilijke momenten omgaan en ze bespreekbaar maken.
Als het voor jou oké is, gaan Lieve en ik dus gewoon nog even door met elkaar ‘matrimoniaal af te zeiken’, zoals je dat zo snedig verwoordde. Want in ons geval gaat de eeuwige boutade en kinderwijsheid ‘plagen is liefde vragen’ wel degelijk op, zelfs al denkt niet elke commentator daar hetzelfde over.