KLANK
Hoe iemand klonk, zal ik nooit vergeten. Ik denk aan mensen die ik al jaren niet meer zag en ik hoor ze zo weer voor me. Gezichten vervagen, maar stemmen herinner ik me haarscherp. Zie ik op oude familiefilmpjes mijn grootmoeder, dan ontroert het me nog meer haar te horen dan haar te zien. In de stem herken ik de ander.
Ik ben al verliefd geworden op iemands klank. Ik ben er ook al op afgeknapt. Een klankkleur kan betoveren. Als ik graag naar Donald Sutherland kijk, dan ook om naar hem te luisteren. Of Vin Diesel, in zijn geval alleen om te luisteren. En lang geleden was er dat timbre van Obama dat geruststelde.
Zoals we juist leren zingen, zouden we ook juist moeten leren praten, zei een zangleraar me ooit. Aan een stem kon hij horen hoe iemand in zijn vel zat. Is de keel dichtgesnoerd? Wordt de stem vrijgelaten? Spreekt iemand te hoog? Te laag? ‘Altijd uitkijken met mannen die onder hun toonhoogte praten met bedrukte stembanden,’ zei hij, ‘én met vrouwen die een kinderstemmetje gebruiken.’ Ik ben dat nooit vergeten. Zo openhartig praten we dus.
Ik dacht eraan toen ik Zuckerberg live ondervraagd zag worden. Ik hoorde de onderdrukte stembanden, die niet alleen opgeknoopt werden door een hemelslelijke das. De zangleraar had het natuurlijk allang door. Mee uit
te kijken.