Een tsjeef aan de voordeur
CD&V wil nog voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober een miljoen huisbezoeken afleggen. In Vilvoorde zitten ze al aan vijfduizend. Daar kwamen er gisterochtend nog vijftien bij.
VILVOORDE I ‘Vilvoorde heeft nood aan vernieuwing. En iemand als Peter, die is er voor het volk. Elke pannenkoekenbak, elke spa ghettiavond, hij is erbij’, zegt Dirk Olaerts. CD&V Vilvoorde is net op de bel van zijn kantoor komen du wen, met in haar zog een zwerm cameraploegen. De Peter over wie hij spreekt, is Peter Van Kemseke, diplomaat, gemeenteraadslid en CD&Vlijsttrekker in Vilvoorde. En tsjeef is hij ook, als we het op schrift op zijn sweater mogen ge loven. Ook de rest van zijn cam pagneteam draagt trots de geu zennaam en bijbehorende swea ter.
Van Kemseke legde gisteren zijn vijfduizendste huisbezoek af. CD&Vvoorzitter Wouter Beke is voor de gelegenheid afgezakt. ‘Huisbezoeken blijven een erg belangrijk campagnemiddel. Sociale media spelen een grote rol, maar voor een partij als de onze zijn die directe contacten met de mensen heel belangrijk.’
Van Kemseke heeft er nog 12.500 te gaan, voor hij heel Vilvoorde heeft gehad. ‘We zijn in de luisterfase nu.’ En wat hoort hij dan? ‘Vaak dezelfde problemen: de leefkwaliteit in de buurt, mobiliteit, netheid, de lokale economie, problemen met de voetpaden...’
Is dat nu zo verrassend, dat je er een miljoen huisbezoeken voor moet doen? ‘Als je telkens dezelfde bezorgdheden hoort, dan komen er ook andere dingen boven’, zegt Van Kemseke. ‘Sommige mensen durven niet meer buiten te komen omdat de voetpaden er te slecht bij liggen. Dan dreigt isolement en zit je met een heel ander probleem.’
Knuffelbeest
CD&Vjongerenvoorzitter Sammi Mahdi is, als Vilvoordenaar, ook van de partij, samen met zijn chowchow Pamuk. Het bruine knuffelbeest is de ideale campagnetool. De ene na de andere stadsgenoot spreekt Sammi aan over het aaibare dier. Ondertussen bellen Van Kemseke en Beke tevergeefs aan bij een huis waar PVDAaffiches voor het raam hangen. Een paar lukrake deuren verderop gaat de deur wél open. Daniël Smets is er nog niet uit, op wie hij gaat stemmen. ‘Er is hier helemaal geen overleg in de wijk, iedereen doet maar wat’, zegt hij. ‘Hiernaast wonen Spanjaarden, die zijn eu… luidruchtig. Maar hier wonen ook Syriërs bijvoorbeeld. Die mensen kennen onze cultuur niet en begrijpen ze ook niet. Ze krijgen alle documenten in het Nederlands, maar spreken soms alleen maar een paar woorden Frans. Daarom speel ik hier een beetje sociaal secretariaat.’
Van Kemseke ruikt zijn kans: ‘Mensen zoals u kunnen we gebruiken.’ ‘Mja, er zijn nog problemen, hoor. Uit frustratie zouden mensen op extreemrechts of extreemlinks stemmen.’
Beke ruikt de kans ook: ‘Ha, daartussenin kom je uit in het midden.’
‘On ne parle pas de flamand, ici’
Spelen de grote nationale thema’s een rol in de lokale campagne? Identiteit? Asiel en migratie? ‘Ik ben gisteren een hele dag op pad geweest in Leopoldsburg, en daarover heeft niemand mij aangesproken’, zegt Beke. ‘Een prope re en aangename buurt, mobili teit, mensen die elkaar opnieuw willen leren kennen, daar gaat het om. Ik weet dat het de NVAstra tegie is om alles zo veel mogelijk naar het nationale te trekken, dat hebben ze in 2012 (bij de vorige ge meenteraadsverkiezingen, red.) ook gedaan. Wij waren toen zoge zegd de acolieten van Di Rupo en de lokale verkiezingen moesten toen een referendum voor of tegen de regering worden. Maar dit gaat echt over lokale thema’s, hoor.’
Het is intussen bijna halfelf. Weer een paar deuren verderop doet een wat oudere mevrouw in pyjama verschrikt de deur open. ‘Oei, on ne parle pas de flamand ici’, zegt ze. Van Kemseke antwoordt iets trager in het Nederlands. ‘We zijn van CD&V, mevrouw.’ ‘Oui.’ ‘Ik ga u deze folder geven, bekijk die maar eens rustig.’ ‘Ah oui, merci.’ Of ze de folder daadwerkelijk zal lezen, is twijfelachtig. Was kort even overschakelen naar het Frans geen betere optie geweest? ‘Tja, het blijft een Nederlandstalige stad, hé. We kunnen moeilijk folders in het Frans uitdelen.’
Een beetje verderop staat een ander deel van het team al bij de volgende deur. ‘Voilà monsieur, on va vous donner ça et n’hésitez pas à nous contacter.’ De eigenaar van de deur glimlacht tevreden. ‘Merci beaucoup, au revoir, hein.’ Toch Frans? Tsjeverij! Neen, zegt CD&V’ster Johanna Baptista Pelgrims. ‘Die man woont hier twee jaar en is nog niet sterk genoeg in het Nederlands, maar hij zou de folder straks aan zijn kinderen tonen. We zijn hier om uit te leggen waar we voor staan, hé.’
‘Een propere en aangename buurt, mobiliteit, mensen die elkaar opnieuw willen leren kennen… dit gaat echt om lokale thema’s’
WOUTER BEKE
Nationaal voorzitter CD&V
Romeinse rechten
Van Kemseke en Beke sluiten af op de wekelijkse markt van Vilvoorde. ‘De markten, dat is voor binnenkort, eerst die één miljoen huisbezoeken.’ Beke heeft er al een pak achter de rug en zal ook later op de dag opnieuw de hort op gaan in Leopoldsburg. Hij heeft er geen slecht gevoel bij. ‘We leveren een derde van alle Vlaamse burgemeesters en in de helft van de meerderheden zijn we aanwezig.
‘Sommige mensen durven niet meer buiten te komen omdat de voetpaden te slecht zijn. Dan dreigt isolement’ PETER VAN KEMSEKE Lijsttrekker CD&V Vilvoorde
CD&V is lokaal de grootste partij en dat willen we blijven. Je mag niet vergeten dat de burgemeester vaak de enige lokale politicus is die de mensen kennen. Daar zitten we dus goed.’
Of hij niet bang is dat de mensen, ondanks hun gevoeligheid voor voetpaden en dergelijke, toch overstag zullen gaan als N-VA-voorzitter Bart De Wever aan de vooravond van de verkiezingen op de televisie over identiteit spreekt? ‘Neen. Dit gaat over de gemeenten. Identiteit speelt, maar lokaal. Mensen willen fier zijn op hun stad, maar zijn dat niet altijd. Dat is iets anders dan een abstracte identiteitsdiscussie over de rechten van de Romeinen, tweeduizend jaar geleden.’