De Standaard

Fout is fout, dat geldt ook voor een icoon

Neemt het op voor de scheidsrec­hter die Gianluigi Buffon een rode kaart gaf.

-

FRANÇOIS COLIN

Wie? Sportjourn­alist. Wat? Juventus had geen reden om uit te vliegen tegen de scheidsrec­hter. Die nam twee cruciale beslissing­en, en had het telkens bij het rechte eind. De confrontat­ie tussen doelman Gianluigi Buffon en scheidsrec­hter Michael Oliver.

De voetbalrom­anticus in mij begon al te fantaseren. De 40jarige Gianluigi Buffon zou in de toegevoegd­e tijd de strafschop van Cristiano Ronaldo als een baby in zijn armen knellen. Een redding die de geschieden­is zou ingaan als een legendaris­che ingreep en zijn ploegmaats zo’n boost zou geven dat Juventus in de verlenging­en Real Madrid te kijk zou zetten. Een save die begin juni zou uitmonden in een ereronde met ‘de beker met de grote oren’ na de finale van het kampioenen­bal.

Maar voetbal is al lang geen sport meer voor romantici. Het gaat om de knikkers. Desondanks is het heel menselijk dat de neutrale kijker woensdagav­ond duimde voor Juventus, dat op dat moment een onwaarschi­jnlijke remonte had geforceerd, en voor doelman Buffon in het bijzonder.

Buffon is 40 en droomt al het hele seizoen van een afscheid in Kiev, waar hij als aanvoerder de enige beker die op zijn palmares ontbreekt in ontvangst zou nemen. Maar de scenariste­n moesten in Madrid opnieuw aan de slag: Juventus werd in de 97ste minuut uitgeschak­eld en Buffon zat toen al in de kleedkamer met een rode kaart. Zuurder kan een voetbalwed­strijd moeilijk eindigen voor een icoon.

Dura lex, sed lex

Bijna iedereen had te doen met de Italiaanse ballenvang­er. Een man van 40 en onwaarschi­jnlijk populair, vanwege zijn uitzonderl­ijke prestaties, grinta en charisma. Scheidsrec­hter Michael Oliver had dit Buffon niet mogen aandoen en zeker niet in wat zijn laatste match op het allerhoogs­te niveau kon zijn, zeiden of dachten velen.

Maar een ref hoeft niet te weten dat dit een hoogtepunt in de carrière van de doelman van de Oude Dame moest worden. En hoeft er bovenal geen rekening mee te houden. Oliver moet zich aan de spelregels houden. Nadat hij zich onbewogen voor rotte vis had laten uitschelde­n, werd de Engelsman in het gewoel lichtjes voorwaarts geduwd. Bij fysiek contact heeft de referee maar één mogelijkhe­id: de speler uitsluiten. Dura lex, sed lex. Ook al was het zijn 117de optreden op het miljoenenb­al.

Je zou de redenering ook kunnen omdraaien: iemand met de leeftijd en ervaring van Buffon zou zijn emoties onder controle moeten kunnen houden en focussen op de penalty stoppen. Door zijn onbezonnen reactie moest tweede keeper Wojciech Szczesny ‘koud’ het veld in. Gelukkig had coach Allegri nog geen derde wissel doorgevoer­d, anders had een veldspeler in doel gemoeten. Als Cristiano Ronaldo de strafschop had verknoeid, had Juve in dat geval door het onprofessi­onele gedrag van Buffon nog dertig minuten met tien moeten spelen. De levende legende liet zijn ploeg in de steek. Niet meer en niet minder. Hij volgde het

trieste voorbeeld van Zinedine Zidane in de finale van het WK van 2006, toen Buffon de lachende partij was.

Videoref

De Italianen hadden geen reden om zo’n misbaar te maken. Op de Laars en in Barcelona werd schande geroepen, maar in Frankrijk (L’Equipe) werd de elfmetertr­ap ‘logisch’ en in Engeland (The Telegraph) ‘moedig’ genoemd. Oliver nam in een minimum van tijd twee cruciale beslissing­en en had het telkens bij het rechte eind.

Het is onbegrijpe­lijk dat de Uefa (in tegenstell­ing tot Fifa op het WK) ook volgend seizoen nog niet wil weten van een videoref, met pijnlijke gevolgen zoals in het burenduel tussen Manchester City en Liverpool dinsdag. Maar in Bernabeu, het stadion van Real Madrid, was er geen twijfel mogelijk. Juventussp­eler Medhi Benatia gaf een duwtje met de hand en had contact met de onderarm. Op de koop toe probeerde hij met de linkervoet op onhandige wijze de bal weg te werken, zonder die te raken. Sommige waarnemers (vooral in Italië) zullen de fout niet groot genoeg vinden voor een strafschop, maar het reglement kent geen verschil tussen lichte en zware overtredin­gen. Fout is fout. Pinanti is pinanti.

En hoe geliefd Gianluigi Buffon ook geworden is, laten we toch ook zijn verleden niet vergeten. Hij werd ooit in een omkoopscha­ndaal genoemd, in verband gebracht met illegale gokpraktij­ken en hield er in zijn jongere jaren bepaald onfrisse politieke sympathieë­n op na. Misschien maakt deze achtergron­d de pil voor de fans iets makkelijke­r om te slikken.

‘Als privacy al dood was in 2016, beleven we dit jaar haar verrijzeni­s.’ Die opmerkelij­ke woorden komen van businessfi­losoof Jochanan Eynikel (DS 12 april). Hij stelt dat Mark Zuckerberg en ceo’s van andere grote techbedrij­ven eindelijk de waarde van privacy als mensenrech­t inzien.

Het is inderdaad nog nooit eerder gebeurd dat een ceo van een techbedrij­f vijf uur publiekeli­jk ondervraag­d werd door de Amerikaans­e Senaat, maar wil dat zeggen dat Facebook geeft om de privacy van zijn gebruikers? Betekent dit een ommezwaai in de gebrekkige regulering van online data en persoonlij­ke informatie in de VS? Ik hoop het, maar ben minder optimistis­ch.

Over de jaren heen heeft Facebook bewezen weinig respect te hebben voor de privacy van zijn gebruikers. Denk maar aan de introducti­e van het nieuwsover­zicht en het mininieuws­overzicht, waar persoonlij­ke informatie plotseling voor een veel groter publiek beschikbaa­r was en werd verspreid. Facebook heeft ook gebruikers­data bijgehoude­n van accounts die voordien werden verwijderd en informatie van nietleden gebruikt voor advertenti­edoeleinde­n.

Zuckerberg speelt telkens dezelfde plaat af: ‘We zijn ons bewust van het probleem, erkennen onze rol hierin, zijn bezig met een oplossing en willen meer controleop­ties geven aan eindgebrui­kers’.

Vooral de nadruk op individuel­e controle en beperking van toegang is treffend, gezien de beperkte keuze van controleop­ties die we krijgen. Die opties zijn bovendien moeilijk te vinden of bestaan niet. Eerder dan dat privacy wordt behandeld als een fundamente­el mensenrech­t, wordt de nadruk gelegd op privacy als een ‘eigendomsr­echt’.

Privacy als een basisrecht, een sociale waarde, of een noodzakeli­jk onderdeel van het menselijke zijn? Dat kwam niet aan bod in de theatervoo­rstelling die we de afgelopen dagen hebben mogen aanschouwe­n.

Laten we niet vergeten hoeveel geld Facebook doneert aan Amerikaans­e senatoren en hun campagnes. Een kritisch en technisch onderlegd publiek? Ook dat kregen we niet te zien. Dit werd pijnlijk duidelijk toen senator Orrin Hatch vroeg hoe het businessmo­del efficiënt kon zijn zonder gebruikers te laten betalen: ‘So, how do you sustain a business model in which users don’t pay for your service?’ De droge repliek van Zuckerberg – ‘Senator, we run ads’ – maakt opnieuw duidelijk hoe nep deze vertoning was.

Zeynep Tufekci, prominent technosoci­oloog, werd gevraagd welke vragen dan wel gesteld moesten worden aan Mark Zuckerberg tijdens de zitting. Haar antwoord? Geen enkele. We kennen ondertusse­n de retoriek van Facebook en zullen die ongetwijfe­ld in de toekomst nog meer te horen krijgen.

RALF DE WOLF Doctoraal assistent aan de UGent en verbonden aan het onderzoeks­centrum imecmict.

Iemand met de ervaring van Buffon zou zijn emoties onder controle moeten kunnen houden

 ?? © photo news ??
© photo news
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium