De Standaard

CARL SAGAN, OF DROMEN VAN VER-REIZENIS

- MICHAEL VAN PEEL

Een kleine jongen fietst onder de sterren over een donkere veldweg (in de nineties mocht dat nog). Met een veel te grote sterrenkij­ker achterop zijn fiets. Bij het flauwe licht van een rode zaklamp, om het nachtzicht niet te hinderen, stelt hij zijn kijker op. Zijn handschoen­en is hij alweer vergeten. Niet ademen op de lenzen, anders dampen ze aan. En dan kijken. Staren, eigenlijk. Wegdromen.

In die uitgestrek­te, lege duisternis, het soort dat je nog maar zelden vindt in België, zit een heilzame scheut oneindighe­id die elke rotsvaste overtuigin­g doet wankelen in de richting van ‘misschien’. Misschien tóch? Misschien zit er aan de overkant een kleine alien terug te kijken. Al kan die de vorm hebben van een slak natuurlijk. Of een korstmos. Buitenaard­s leven kan enorm teleurstel­len.

Zeker is dat ergens daarboven een klein tuigje dapper onderweg is naar de Grote Leegte: Voyager 1. Op de zijkant ervan hebben aardbewone­rs uit 1977 een gouden schijfje geschroefd, een plaat met beelden en geluiden van hun planeet. Een van die aardbewone­rs was Sagan. Niet de kasseistam­per, maar de sterrensta­arder. Carl Sagan was astronoom en dromer — het is aartsmoeil­ijk voor een mens om die twee dingen gescheiden te houden. De kans dat die plaat ooit gevonden en afgespeeld wordt, is vrijwel nihil. Maar dat doet er niet toe. Het gaat niet om gevonden worden, maar om iets achter te laten.

Een jaar of twaalf was ik. Ik had die sterrenkij­ker gekregen voor mijn plechtige communie (in plaats van een koersfiets). Sagans legendaris­che tvreeks over de kosmos, getiteld Cosmos – wetenschap­pers houden van eenvoud – fascineerd­e me mateloos. (Misschien ook omdat hij klonk als Kermit de Kikker.)

Ik geloofde hem evenzeer als mijn catechesel­eraar. Het universum ontstond met een grote knal en een man met een baard schiep de wereld in zes dagen. Voor een twaalfjari­ge is dat niet per se een probleem. Wikipedia bestond nog niet. Armand Pien wel. Onzekerhei­d mocht nog. Voor antwoorden vinden was nog tijd genoeg.

In februari 1990, vóór Voyager 1 ons zonnestels­el verliet, had Sagan de Nasa overgehaal­d om nog één keer het tuigje om te keren en een foto te laten maken van zijn thuisplane­et. Een selfie van de hele wereldbevo­lking. Op die foto, die wereldbero­emd werd als The Pale Blue Dot, is de aarde slechts een kleine, blauwe stip, amper een pixel groot. ‘Op die stip,’ stelde Sagan later, ‘leefde elke mens die ooit geleefd heeft, beroemd of berooid, zijn hele leven. Bloed werd vergoten om een fractie van een moment te kunnen heersen over een fractie van een fractie van een stip.’

The Pale Blue Dot is Sagan op zijn best. De aarde betekent niets in de oneindige uitgestrek­theid van de kosmos, net daarom is ze zo speciaal. Het is een oproep tot nederighei­d en introspect­ie, een schaars goed in onze roeptoeter­tijd waarin bullies verkozen worden tot president, waarin zelfkritie­k door conservati­eve kwatongen wordt verdraaid tot zelfhaat of apologetis­ch cultuurrel­ativisme, en intellectu­ele nederighei­d tot soumission. Omdat twijfel en nuance een bedreiging vormen voor het dogma van de nieuwe wereldreli­gie die nationalis­me heet.

Sagan staat voor een tijd toen we nieuwsgier­ig naar boven keken, in plaats van bang achterom. Toen we nog grenzen verlegden in plaats van ze te bewaken. Nochtans gaat ook Voyager 1 over identiteit, over wie we zijn als ras. We trekken de ruimte in, net om de aarde en haar plaats in het heelal beter te begrijpen. Om ons deel te voelen van een groter iets; niet van iets pietluttig­s als een natie of een planeet, maar van een veel groter unieversum.

Verrezen is Carl Sagan allang. Hij werd begraven in 1996. De koolstofat­omen, het sterrensto­f waaruit hij bestond, zijn intussen opgenomen door nieuwe levensvorm­en. Atomen vergaan niet. Reïncarnat­ie op atomair niveau is een triviaal, wetenschap­pelijk feit. Onsterfeli­jk is hij ook. Over een paar miljard jaar zal een stervende zon de aarde hebben omgesmolte­n tot een steriele, gloeiende bal magma. Het enige wat dan nog van de mensheid rest, miljarden kilometers daarvandaa­n, is een kleine, gouden schijf op een oeroud ruimtetuig­je. Het enige bewijs dat wij ooit deze kosmos bevolkt hebben. Alles zal eindigen zoals het ooit begon. Met een droom tussen de sterren.

Sagan staat voor een tijd toen we nieuwsgier­ig naar boven keken, in plaats van bang achterom

Michael Van Peel is standupcom­edian. In de rubriek De verrijzeni­s zochten we elke dag van de paasvakant­ie een goede reden om iemand uit de dood te laten opstaan.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium