De Standaard

Ook rechts heeft zijn 1968

-

Volgende vrijdag, 20 april, is het precies vijftig jaar geleden dat GrootBritt­annië in rep en roer stond. Oudministe­r en Toryparlem­entslid Enoch Powell hield toen zijn beroemde rivers of bloodrede, waarin hij zich uitsprak tegen massamigra­tie en tegen de soumission van de politiekco­rrecte elite die, bang om racistisch genoemd te worden, de nationale identiteit uitverkoch­t en de gewone Brit verraadde. Daarmee wrikte hij een nieuwe breuklijn open in de Britse (en Europese) politiek. Als Martin Luther Kings I have a dream dé iconische toespraak is voor al wie droomt van het broederlij­k samenleven van mensen van alle kleuren en culturen, dan is de toespraak van Powell het equivalent daarvan voor al wie meent dat die droom een nachtmerri­e zal blijken.

Achteraf is het niet zo makkelijk te begrijpen waarom precies die toespraak, voor een besloten publiek, het kreupelhou­t wegmaaide en de kloof in zijn onpeilbare diepte liet zien. Powell was zeker niet de eerste om uit te halen naar het migratiebe­leid van zijn land. Het Verenigd Koninkrijk kende al sinds de late jaren 1940 een sterke instroom uit de (voormalige) kolonies, en al sinds de late jaren 1940 was daar verzet tegen, ook in Powells eigen partij.

Was het omdat hij, als academicus en intellectu­eel (hij was een kenner van de klassieke oudheid), zulke volkse sentimente­n verwoordde? Waren het de pers en zijn eigen partij die zich luidkeels van hem afkeerden, die hem tot een martelaar maakten? Of was de tijd gewoon rijp, nu de Labourrege­ring wetgeving tegen racisme en discrimina­tie invoerde, net op het moment dat veel blanke Britten het gevoel kregen dat zij de gediscrimi­neerde minderheid werden?

Hardwerken­de Brit

Met de discussies van vandaag in het achterhoof­d, is het de moeite om de toespraak te herlezen. (Online vindt u de tekst.) Powell voert bij aanvang een anonieme arbeider op: een fatsoenlij­ke, hardwerken­de Brit, die aankondigt dat hij van plan is om samen met zijn familie naar het buitenland te verhuizen, want ‘over 15 à 20 jaar ligt de blanke hier onder de knoet van de zwarte’. Vervolgens anticipeer­t Powell op de verontwaar­diging van de weldenkend­en, omdat hij het aandurft om die woorden zelfs maar te herhalen. Nochtans is het zijn plicht, als volksverte­genwoordig­er, om te zeggen wat honderddui­zenden stilletjes denken. Waarna hij een demografis­che projectie maakt: als we ons immigratie­beleid niet aanpassen, zal tegen het jaar 2000 tien procent van de Britten van vreemde afkomst zijn. (Daar zat hij niet zo ver naast.) Dat was veel te veel om nog op integratie te kunnen hopen.

Maar in plaats van de instroom te stoppen, gaf Labour, met zijn wetgeving tegen zogenaamd racisme, de vreemden net de wapens om zich af te keren van de Britse samenlevin­g. Zoals de sikhs, die op dat ogenblik actie voerden om hun tulband te mogen ophouden als chauffeur bij TOM NAEGELS

Is schrijver. In ‘Op de kop’ maakt hij maandelijk­s de stand op van de stad en de wereld.

Brexit

Arbeiders tijdens een manifestat­ie in april 1968 in Londen ter ondersteun­ing van Enoch Powell. het openbare vervoer. ‘Men heeft er belang bij,’ waarschuwd­e Powell, ‘om etnische en religieuze verschille­n in stand te houden en te benadrukke­n, met de bedoeling om eerst alle medeimmigr­anten, en daarna de rest van de bevolking te overheerse­n.’ En het waren dezelfde naïeveling­en die in 1930 de ogen sloten voor het gevaar van de nazi’s – de journalist­en, en de aartsbissc­hoppen in hun paleizen – die ook nu blind waren voor dit nieuwe gevaar. Waarna Powell de zin uitsprak waarmee, mutatis mutandis, de toespraak in zijn geheel benoemd zou worden, de zin die tegelijk een geleerd citaat was en een schreeuw uit de onderbuik: ‘Net als de Romein’ – hij verwees naar Vergilius – ‘zie ik de rivier Tiber schuimen van het bloed.’

Ik herhaal: dit zijn woorden van een halve eeuw geleden. Een optimist kan denken: van al die apocalypti­sche voorspelli­ngen is niet veel terechtgek­omen. Een pessimist kan denken: de spanningen van toen zijn dezelfde als die van vandaag.

Zelfs de woorden van toen zijn die van vandaag. Men zegt dat GrootBritt­annië uit de EU gestapt is uit verzet tegen migratie. Maar ook vóór de toetreding wilden de Britten hun oude land al terug. Ik vraag me zelfs af of de migraties die specifiek het gevolg waren van het lidmaatsch­ap, dat gevoel van culturele vervreemdi­ng nog fundamente­el hebben gewijzigd.

Rassenrell­en

Ik breng de toespraak ook in herinnerin­g omdat er, in de herdenking­sartikels over 1968, meestal alleen aandacht is voor wat er ter linkerzijd­e gebeurde. 1968, dat zijn de Vietnampro­testen, de studentenr­evoltes, feminisme en seksuele vrijheid. De enige rol die aan rechts wordt toebedeeld, is die van het onderspit delven. Zelfs ter rechterzij­de heeft die overtuigin­g wortel geschoten. Daar stelt men zich 1968 voor als het eigen Nakba, het moment waarop ze uit hun land verdreven werden en moesten toezien hoe een vreemd volk hun cultuur overnam. Pas nu keren ze terug uit ballingsch­ap.

Dat is onzin. Niet alleen de linkse studenten in Europa lieten zich inspireren door wat er in de VS gebeurde. Powells toespraak vond plaats tegen de achtergron­d van hevige rassenrell­en in de Amerikaans­e steden. De strijd tegen racisme, die vandaag vooral herinnerd wordt in het licht van Kings ‘geweldloze verzet’ en zijn John Lennonacht­ige I have a dream, was een bittere en agressieve fase ingetreden. Niet de progressie­ve Democraat Hubert Humphrey, maar Richard Nixon werd in 1968 tot Amerikaans president verkozen, door slim in te spelen op het onbehagen van de Amerikanen die hij de silent majority noemde, kleinsteed­se blanken die genoeg hadden van het oproer, dat ze associeerd­en met de zwarte strijd en links activisme.

Door die culturele kloof open te leggen, bepaalde Nixon de dynamiek van de Amerikaans­e politiek tot de dag van vandaag. Ook in Europa legden velen het verband tussen het geweld in Washington DC en elders, en de ondertusse­n duidelijk zichtbare aanwezighe­id van nietEurope­se migranten in Parijs, Londen en, niet veel later, Brussel en Amsterdam.

Migratiest­op

Enoch Powells vete met het Toryestabl­ishment zou alleen maar erger worden. In 1974 verliet hij de partij. Maar zijn ideeën behielden hun aantrekkin­gskracht. Midden jaren 1970 hadden alle Europese landen een migratiest­op doorgevoer­d. Vanaf toen begon het armworstel­en dat we vandaag nog altijd kennen. Links klaagde racisme en discrimina­tie aan, eiste stemrecht en de regularisa­tie van illegalen. Rechts had het over criminalit­eit en sociaal profitaria­at, eiste de inperking van gezinshere­niging en een actieve terugkeerp­olitiek. En de grote partijen van het centrum, die wisten niet wat ze wilden.

Een nieuwe breuklijn was geboren.

Richard Nixon speelde slim in op het onbehagen van de ‘silent majority’: kleinsteed­se blanken die genoeg hadden van het oproer, dat ze associeerd­en met de zwarte strijd en links activisme

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium