KLASSIEKE SCIFI MET ZUCKERBERG
Ik ben gestopt met sciencefiction te lezen toen ik 17 werd, omdat ik dacht dat geschiedenis lezen me meer inzicht in de toekomst zou geven. Het probleem met sciencefiction is dat ze altijd tien van de drie volgende technologische innovaties voorspelt. De toekomst is nooit zo bizar als de fictie. Maar mijn strategie had een zwak punt: wanneer sciencefictionfans de toekomst maken, heb je een fatale blinde vlek als je het genre negeert.
Enkele weken geleden zat ik in San Francisco aan tafel met een clubje briljante jonge cryptofans. Crypto staat voor cryptomunt, de bekendste toepassing van de blockchaintechnologie. De beroemdste cryptomunt is de bitcoin. Crypto is cool. De coole mensen die op Facebook zaten toen Facebook nog cool was, zitten nu in crypto.
Om niet eindeloos over blockchain te moeten praten, vroeg ik of cryptomensen nog altijd boeken lezen. Ja, maar vooral sciencefiction. Bijvoorbeeld? Snow Crash, natuurlijk, zei mijn gastheer. Ik had nog nooit van Snow Crash gehoord, want het dateert van 1992, lang nadat ik afgekickt was van mijn scifiverslaving.
Het boek van de Amerikaan Neal Stephenson was blijkbaar ooit verplichte lectuur voor nieuwe Facebookrekruten. Ik heb het nu gelezen en u zou dat ook moeten doen, net als al die senatoren en afgevaardigden die vorige week twee dagen zoekmaakten door Mark Zuckerberg vragen te stellen die hij ofwel te gemakkelijk kon beantwoorden, ofwel te gemakkelijk kon ontwijken.
Snow Crash speelt in een ongedefinieerde, maar nabije toekomst. Zoals altijd met sciencefiction zijn veel van de toekomstvoorspellingen niet uitgekomen (waar blijven die vliegende auto’s?). Maar een opmerkelijk groot deel is wel degelijk bewaarheid.
Er zijn twee werelden: de realiteit en Metaverse. De realiteit is een gebalkaniseerd Amerika in verval, een land waar de federale overheid veel van haar macht heeft afgestaan aan grote ondernemingen, buitenlandse bedrijven en de georganiseerde misdaad. De rijken wonen in versterkte enclaves in de voorsteden, de armen wonen in containers. Op de geprivatiseerde snelwegen zit het verkeer zo erg vast dat cyberpunks op skateboards voor de leveringen zorgen. Iedereen is tot de tanden gewapend.
En dan is er Metaverse, de volgende versie van het internet: een multiplayer metagame in een virtuele realiteit, bevolkt door avatars en alleen toegankelijk met een speciale bril.
Een essentieel kenmerk van beide werelden is dat ieders privéinformatie voor het grijpen ligt, niet alleen voor de CIC (Central Intelligence Corporation) een privébedrijf dat uit de fusie van de CIA met de Library of Congress is ontstaan, maar ook voor iedereen die bereid is gegevens van de CIC te kopen.
Met een verbluffende vooruitziendheid voorspelt Stephenson niet alleen de virtuele realiteit – VRbrillen bestaan nu echt en zijn te koop bij Oculus, een dochter van Facebook – maar ook Google Earth. Kunstmatige intelligentie bestaat ook al.
De plot van Snow Crash draait rond het complete falen van de overheid om gelijke tred te houden met de technologie en met het vermogen van boosdoeners om de hersenen van mensen (niet alleen hun avatars) met malware te besmetten.
Een van de personages, L Bob Rife, verpersoonlijkt de ontspoorde big tech. ‘Ik kijk graag hoe de regelgevers de wereld proberen bij te benen, dat is mijn favoriete sport.’ L Bob Rife heeft een laaghartig plan: hij wil het brein van alle netwerkgebruikers infecteren met Snow Crash, het mentale equivalent van een totale crash van een harde schijf. (Stephenson kwam op dat idee toen zijn vroege Apple Mac ‘de geest gaf en nonsens begon te schrijven, als de ruis van een kapotte televisie’).
Ik zeg niet dat Zuckerberg L Bob Rife is. Ik zeg evenmin dat Facebook de CIC is. Ik zeg alleen dat de mensen die Zuckerberg vorige week op Capitol Hill zo onbeholpen ondervroegen, Snow Crash zouden moeten lezen. En misschien geen campagnebijdragen van Facebook meer zouden moeten accepteren. Sinds 2014 heeft Facebook in totaal 641.685 dollar gestort in de verkiezingskas van 89 van de 105 Congresleden die Zuckerberg vorige week aan de tand probeerden te voelen. Senator Orrin Hatch (Republikein): ‘Hoe houdt u een bedrijfsmodel in stand waarin de gebruikers uw diensten niet betalen?’
Zuckerberg: ‘Wij werken met advertenties, senator.’
Tja.
Er zijn vier redenen waarom ze vorige week veel scherpere vragen hadden moeten stellen. Als u ooit op Facebook hebt gezeten, kennen honderden adverteerders uw contactgegevens en bezit Facebook de volledige lijst van uw contactpersonen en een compleet overzicht van al uw aanmeldingen, het toestel dat u ervoor gebruikte en de plaats waar u zich bevond. Als u een Androidgebruiker bent, bewaart Facebook bovendien de geschiedenis van al uw telefoongesprekken en sms’jes. Als u zich afmeldt, kan Facebook door middel van web cookies en onzichtbare pixels uw browseractiviteit blijven volgen. En zelfs als u zich nooit hebt ingeschreven, is het mogelijk dat het bedrijf een ‘schaduwprofiel’ van u bijhoudt.
Naïef als ik ben, dacht ik vorige week dat Facebook eindelijk uitgespeeld was. Ik was ervan overtuigd dat Zuckerberg zou worden afgemaakt omdat hij het geknoei van zowel de Russen als Cambridge Analytica door de vingers heeft gezien. In plaats daarvan kregen we het politieke equivalent van Snow Crash. De mensen die Zuckerberg vorige week op Capitol Hill zo onbeholpen ondervroegen moeten
lezen Niall Ferguson