‘Big bang’ vennootschapsrecht dreigt te botsen met fiscus
Voor vennootschappen wordt het vanaf 2020 mogelijk een ‘huisreglement op maat’ op te stellen. ‘Het risico bestaat dat de fiscus niet zal volgen.’
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) voert de grootste aanpassingen van het vennootschapsrecht door sinds Napoleon, wat hem meteen de bijnaam ‘Napoleon II’ oplevert. De wijzigingen zijn al besproken door de ministerraad, gaan richting parlement én zouden nog dit jaar van kracht worden. Voor nieuwe vennootschappen wordt de nieuwe wet onmiddellijk van toepassing, voor bestaande is dat vanaf 1 januari 2020. Wie zijn rechtsvorm tegen 2024 niet heeft gewijzigd, krijgt een omzetting van rechtswege over zich heen.
Jan Peeters, de managing partner van het Belgische advocatenkantoor Stibbe, ziet verschillende voordelen in het nieuwe vennootschapsrecht, maar verwacht ook pijnpunten. Bijvoorbeeld met de fiscus. Het nieuwe vennootschapsrecht geeft oprichters en aandeelhouders van nietgenoteerde bedrijven immers veel meer vrijheden in het maken van afspraken over zowel hun inbreng, de organisatie van hun samenwerking, winstverdeling als zeggenschap. Het is uitkijken hoe de fiscus op sommige invullingen zal reageren. Het fiscale wetboek wordt niet aangepast, wat betekent dat de fiscus bepaalde nieuwigheden in vraag kan stellen.
Arbeid als startkapitaal
Zo wordt het mogelijk dat iemand zijn arbeid inbrengt als startkapitaal. Dat kan vooral nuttig zijn voor stichters van een startup, die geld ophalen om hun idee te kunnen vermarkten. Wanneer ze zelf arbeid inbrengen, kunnen ze een groot aandelenbelang in hun bedrijf behouden ondanks het feit dat een kapitaalverschaffer instapt.
‘Hoe zal de fiscus dat bekijken? Gaat die belasting eisen op de waarde van de inbreng?’, vraagt Peeters zich af. Dezelfde vraag geldt bij zogenaamde ‘private equityinvesteringen in bedrijven’. Die fondsen trek
‘Ik denk niet dat holdings uit het buitenland terug naar België zullen komen. Daarvoor is hier te weinig fiscale stabiliteit’
ken managers mee in het bad door hen aandelen te laten verwerven tegen een lagere prijs dan wat het privateequityfonds betaalt. Wordt dit fiscaal aanvaard?
Aandelen hoeven ook niet meer hetzelfde dividend te krijgen. Er kan bijvoorbeeld een minimum vast dividendpercentage worden toegezegd. Of er kan bepaald worden dat, zodra er bij een verlieslatende vennootschap opnieuw winst is, die bij voorrang naar één bepaalde categorie aandelen zal gaan. Ziet de fiscus zo’n gewaarborgd dividend als een rentecoupon of als een dividend?
De aanpassingen (zie hiernaast) moeten het Belgische ondernemingsrecht competitiever maken. ‘In het verleden moest men naar ontwijkingsmechanismen grijpen of creativiteit zijn om dezelfde concepten te kunnen aanbieden als onze buurlanden. De nieuwe regelgeving plaats ons op gelijke voet, maar ik denk niet dat holdings die in het buitenland gevestigd werden, terug naar België zullen komen. Daarvoor is er te weinig fiscale stabiliteit in ons land’, zegt Dries Hommez, partner van Stibbe.
DRIES HOMMEZ Partner van advocatenkantoor Stibbe